Hof Amsterdam 27 november 2018, IEF 18142; ECLI:NL:GHAMS:2018:4334 (Nomenta tegen Nikki Amsterdam) Auteursrecht. Nomenta heeft aan Gavefabrikken een speaker-lamp-wijnkoeler ("naam 1") geleverd. Tussen Nomenta en Gavefabrikken is een onderhandse akte opgemaakt waarin Gavefabrikken het auteursrecht op naam 1 heeft overgedragen aan Nomenta. Nomenta heeft een partij van 750 exemplaren van naam 1 geleverd aan Wierdijk. Deze heeft het daarna doorverkocht aan Nikki. Nikki is begonnen met de verkoop van naam 1, maar verkoopt ze onder naam 2. Partijen zijn er over eens dat naam 2 gelijk is aan naam 1, behalve het leren hengsel dat Nikki heeft gestanst. Nomenta stelt dat zij als maker moet worden beschouwd omdat het auteursrecht bij haar is komen te berusten door de onderhandse akte met Gavefabrikken. Nikki stelt dat de openbaarmaking van Gavefabrikken, anders dan art. 8 Aw vereist, niet de eerste openbaarmaking van naam 1 was nu deze wel moet zijn voorafgegaan door een openbaarmaking door de fabriek die de uiteindelijk door Gavefabrikken aangeboden naam 1 heeft vervaardigd en uitgeleverd. Dit miskent echter de strekking van art. 8 Aw, die meebrengt dat pas de openbaarmaking die leidt tot een min of meer ruimte mate van kenbaarheid van het werk buiten de kring van de betrokkenen bij het creatie- en productieproces, kan worden beschouwd als de openbaarmaking van het in art. 8 Aw bedoelde rechtsgevolg. Grief slaagt, vernietiging van het vonnis waarvan beroep.