Procesrecht  

IEF 22735

Uitspraak ingezonden door Ruby Nefkens, Ruby Nefkens Legal.

Merkinbreuk door B. Futurist wegens niet-uitgeputte Sisley-producten in massa-aanbiedingen

Rechtbank Den Haag 4 jun 2025, IEF 22735; (Sisley tegen B. Futurist), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/merkinbreuk-door-b-futurist-wegens-niet-uitgeputte-sisley-producten-in-massa-aanbiedingen

Rb. Den Haag 4 juni 2025, IEF 22735; C/06/671768 (Sisley tegen B. Futurist). Sisley ontwerpt en produceert cosmetische producten en is houdster van verschillende merkregistraties. B. Futurist is een Nederlandse groothandel in onder andere parfum en cosmetica, met als verkoopstrategie zogenoemde massa-aanbiedingen. Een van deze massa-aanbiedingen bevatte Sisley-producten. Sisley vordert in deze procedure onder andere de staking van ieder gebruik van het woord- en beeldmerken van Sisley, inzage in (digitale) documenten en winstafdracht. Ter grondslag legt Sisley artikel 9 lid 2 sub a, b en c UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a, b en c BVIE. Door het aanbieden van niet-authentieke dan wel niet-uitgeputte producten voorzien van het teken SISLEY, maakt B. Futurist volgens Sisley inbreuk op haar merken. Ook zou er sprake zijn van een toerekenbare tekortkoming in de zin van artikel 6:74 BW en onrechtmatig handelen in de zin van artikel 6:162 BW, doordat de merkinbreuk erkend is door B. Futurist en is overeengekomen dat zij deze inbreuk zou staken. B. Futurist voert gemotiveerd verweer. In voorwaardelijke reconventie vordert B. Futurist onder andere opheffing van het gelegde bewijsbeslag, onder de voorwaarde dat de exhibitievordering van Sisley op grond van artikel 843a Rv wordt afgewezen. Als verweer voert B. Futurist aan dat Sisley niet duidelijk heeft gemaakt of de massa-aanbiedingen betrekking hadden op niet-authentieke of niet-uitgeputte Sisley-producten.

IEF 22734

Uitspraak ingezonden door Paul Trapman, Ploum.

Beslag op babymelkpoeder onterecht opgeheven, NewBreath wordt veroordeeld in alle proceskosten

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 jun 2025, IEF 22734; (Liptis c.s. tegen NewBreath en Dutch Nutrition), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/beslag-op-babymelkpoeder-onterecht-opgeheven-newbreath-wordt-veroordeeld-in-alle-proceskosten

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 juni 2025, IEF 22734 (Liptis c.s. tegen NewBreath en Dutch Nutrition). Liptis c.s. produceren en verhandelen babyvoeding en hebben in Libië blikken babymelkpoeder aangetroffen waarvan de verpakking nagenoeg identiek is aan die van haar. Deze zijn geproduceerd door DN Operations in Nederland voor NewBreath, een concurrent van Liptis. Liptis c.s. hebben ten laste van DN Operations beslag tot afgifte en bewijsbeslag gelegd. NewBreath heeft in kort geding de opheffing van het beslag tot afgifte gevorderd. De voorzieningenrechter heeft dit toegewezen [zie IEF 22474] en achtte het beslag onnodig. Liptis heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De zeven grieven van Liptis richten zich op de vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter en de veroordeling van NewBreath in de volledige proceskosten. NewBreath maakt bezwaar tegen de afwijzing van de door haar gevorderde volledige proceskosten in eerste aanleg. De eiswijziging van NewBreath die ziet op de verwerking van de inhoud van de beslagen blikken tot diervoeding is niet toelaatbaar. Het hof komt in hoger beroep tot een ander oordeel dan de voorzieningenrechter.

IEF 22704

Rechtbank heroverweegt bindende eindbeslissing SBM en wijst alsnog verwijzing naar schadestaat toe

Rechtbank Amsterdam 7 mei 2025, IEF 22704; ECLI:NL:RBAMS:2025:2871 (Eiser tegen SBM), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechtbank-heroverweegt-bindende-eindbeslissing-sbm-en-wijst-alsnog-verwijzing-naar-schadestaat-toe

Rb. Amsterdam 7 mei 2025, IEF 22704; ECLI:NL:RBAMS:2025:2871 (Eiser tegen SBM). In het tussenvonnis van 25 september 2024 heeft de rechtbank geoordeeld dat SDM onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser door uitlatingen in een NRC-interview, een Valor-artikel en de Antwoorden VEB. Andere uitlatingen en de aangifte tegen eiser zijn niet als onrechtmatig aangemerkt. De rechtbank heeft afgezien van verwijzing naar de schadestaat en besloten de schade in deze procedure te begroten. Het verzoek van SBM tot het toestaan van tussentijds hoger beroep is afgewezen. Eiser verzet zich tegen het oordeel dat de aangifte niet onrechtmatig is. Na die aangifte is hij in Kroatië gearresteerd en mocht hij een jaar lang het land niet verlaten. Deze schade kan volgens eiser niet los worden beoordeeld van de schade uit de onrechtmatige publicaties. Hij verzoekt daarom alsnog om verwijzing naar de schadestaat, zodat hij eerst hoger beroep kan instellen om duidelijkheid te krijgen over het punt van aangifte.

IEF 22696

Stokke moet proceskosten betalen na intrekking kort geding over vermeende auteursrechtinbreuk op Tripp Trapp-stoel

Rechtbank Den Haag 12 mei 2025, IEF 22696; ECLI:NL:RBDHA:2025:8216 (Stokke c.s. tegen Babypark c.s.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/stokke-moet-proceskosten-betalen-na-intrekking-kort-geding-over-vermeende-auteursrechtinbreuk-op-tripp-trapp-stoel

Vzr. Rb. Den Haag 12 mei 2025, IEF 22696; ECLI:NL:RBDHA:2025:8216 (Stokke c.s. tegen Babypark c.s.). Stokke AS is de producent van de bekende Tripp Trapp-kinderstoel. Stokke beschikt over een licentie op de intellectuele eigendomsrechten van deze stoel. Gedaagden zijn twee Nederlandse retailers, Babypark B.V. en Baby-Dump B.V. (samen Babypark c.s.), en de Duitse vennootschappen Cybex GmbH en Cybex Retail GmbH (samen Cybex c.s.). Cybex heeft een kinderstoel ontwikkeld onder de naam ‘Iris Chair’, die zij via onder meer Babypark c.s. in Nederland en Europa in de handel wil brengen. Stokke c.s. startten in april 2025 een kort geding bij de rechtbank Den Haag tegen Babypark c.s. en Cybex c.s. Stokke c.s. vorderden een verbod op de verhandeling van de Iris Chair wegens inbreuk op auteursrechten op de Tripp Trapp-stoel. Cybex c.s. voerden in hun verweer aan dat de Haagse voorzieningenrechter slechts bevoegd was ten aanzien van handelingen in Nederland, en dat voor een verbod in de hele EU de rechter van het arrondissement van Babypark c.s. moest worden aangezocht. Naar aanleiding hiervan trokken Stokke c.s. het kort geding in en startten zij een nieuwe procedure bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland. Gedaagden verzochten om een proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv, stellende dat zij kosten hebben moeten maken voor een inhoudelijk verweer dat nu onbenut blijft.

IEF 22653

A-G: Oproeping van alle coauteurs als ontvankelijkheidsvereiste is toelaatbaar onder bepaalde voorwaarden

HvJ EU 10 apr 2025, IEF 22653; ECLI:EU:C:2025:267 (Erfgenamen tegen SACD e.a.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/a-g-oproeping-van-alle-coauteurs-als-ontvankelijkheidsvereiste-is-toelaatbaar-onder-bepaalde-voorwaarden

Conclusie A-G 10 april 2025, IEF 22653, IEFbe 3902; ECLI:EU:C:2025:267 (Erfgenamen tegen SACD e.a.). In 1990 droegen filmregisseur Claude Chabrol en scenarioschrijver Paul Gégauff de exploitatierechten op enkele films voor 30 jaar over aan een distributiemaatschappij. Na hun overlijden stelden hun erfgenamen in 2019 een vordering in tegen deze maatschappij en gelieerde vennootschappen. Zij vorderden onder meer schadevergoeding wegens schending van contractuele verplichtingen en inbreuk op het auteursrecht. De verweerders betwistten de ontvankelijkheid van de vordering. Zij stelden dat naar Frans recht bij een vordering tot handhaving van een gemeenschappelijk auteursrecht op een zelfde werk, alle coauteurs of hun rechtverkrijgenden partij in de procedure moeten zijn. Omdat niet alle coauteurs in deze zaak waren opgeroepen, zou de vordering niet-ontvankelijk zijn. De verwijzende rechter heeft het Hof twee prejudiciële vragen voorgelegd om te beoordelen of deze Franse ontvankelijkheidsvoorwaarde verenigbaar is met het Unierecht.

IEF 22649

Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof en Joep Rieff, Windt Le Grand Leeuwenburgh.

Deel van de vermeerdering van de eis in incidenteel hoger beroep van Bacardi afgewezen

Hof Den Haag 8 apr 2025, IEF 22649; (Loendersloot tegen Bacardi c.s.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/deel-van-de-vermeerdering-van-de-eis-in-incidenteel-hoger-beroep-van-bacardi-afgewezen

Hof Den Haag 8 april 2025, IEF 22649; C/09/528398 (Loendersloot tegen Bacardi c.s.). Bacardi c.s. is houdster van verschillende merken en meent dat Loendersloot daarop inbreuk heeft gemaakt en onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. In eerste aanleg zijn de ingestelde verbodsvorderingen en nevenvorderingen gedeeltelijk toegewezen [zie IEF 20900]. Loendersloot is in hoger beroep gekomen, zowel tegen het eindvonnis als het tussenvonnis [zie IEF 19863]. Bacardi c.s. heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en daarbij (de grondslag van) haar vorderingen gewijzigd. Hiertegen maakt Loendersloot bezwaar. Dit tussenarrest betreft alleen de vraag of de door Bacardi c.s. voorgestane eiswijzigingen zijn toegestaan. De conclusie luidt dat het hof een deel van de eiswijzigingen weigert wegens strijd met de eisen van een goede procesorde. Een aantal eiswijzigingen staat het hof toe. Aan de eiswijziging legt Bacardi ten grondslag dat uit nieuwe bewijsstukken is gebleken dat de merkinbreuk door Loendersloot al eerder begon en ook betrekking heeft op de merken Dewar’s en Patron.

IEF 22647

Rechtbank Gelderland bevoegd in auteursrechtzaak Birkenstock tegen Lidl

Rechtbank Gelderland 15 jan 2025, IEF 22647; ECLI:NL:RBGEL:2025:1054 (Birkenstock tegen Lidl), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechtbank-gelderland-bevoegd-in-auteursrechtzaak-birkenstock-tegen-lidl

Rechtbank Gelderland 15 januari 2025, IEF 22647; ECLI:NL:RBGEL:2025:1054 (Birkenstock tegen Lidl). Birkenstock vordert van Lidl in de hoofdzaak staking van de inbreuk op auteursrechten van Birkenstock. Lidl vordert in dit incident een schorsing van de hoofdzaak, rechtsgeldige oproeping en onbevoegd verklaring van de rechtbank Gelderland. De rechtbank wijst ook het beroep van Lidl op onbevoegdheid van de rechtbank Gelderland af. Omdat de vermeend inbreukmakende sandalen in Nederland worden aangeboden, gepromoot en verkocht – zowel in fysieke Lidl-winkels in Gelderland als via de Nederlandse website – is de rechtbank Gelderland bevoegd, ook al heeft Birkenstock geen specifieke handelingen in dat arrondissement genoemd. De rechtbank wijst tenslotte het verzoek van Birkenstock af voor een verkorting van Lidl’s antwoordtermijn. Gezien de processuele verwikkelingen en om de voortgang te bespoedigen, beveelt de rechtbank een mondelinge behandeling om inlichtingen te verkrijgen, standpunten toe te lichten en te kijken of partijen op onderdelen tot overeenstemming kunnen komen. Birkenstock c.s. moet voor de zitting de originele en vermeend inbreukmakende sandalen in depot geven. Verdere beslissingen in de hoofdzaak worden aangehouden.

IEF 22643

Uitspraak ingezonden door Jan Jacobi, BarentsKrans.

Rechtbank wijst opheffing van beslag op Volkswagen af: procedure aangehouden in afwachting van Duits oordeel

Rechtbank Rotterdam 2 apr 2025, IEF 22643; ECLI:NL:RBROT:2025:4240 (Ontario tegen Volkswagen), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechtbank-wijst-opheffing-van-beslag-op-volkswagen-af-procedure-aangehouden-in-afwachting-van-duits-oordeel

Rechtbank Rotterdam 2 april 2025, IEF 22643; ECLI:NL:RBROT:2025:4240 (Ontario tegen Volkswagen). Volkswagen (hierna: VW) heeft ten laste van Ontario conservatoir beslag laten leggen op 48 elektrische auto’s, bestemd voor de Chinese markt, omdat deze auto's niet voor de Europese markt bestemd zijn en verkoop ervan in de EU een merkinbreuk vormt. De auto’s bevinden zich in een douane-entrepot in Schiedam. Een eerdere vordering tot opheffing van het beslag door Techlantic en Ontario is door de voorzieningenrechter afgewezen. Dit vonnis werd door het hof bekrachtigd [zie IEF 22298]. Nu Techlantic inmiddels failliet is, vordert Ontario in de hoofdzaak opnieuw opheffing van het beslag. In het bevoegdheidsincident vordert VW dat de rechtbank zich onbevoegd verklaard. Ontario vordert in zowel het geschil in incident als in de hoofdzaak opheffing van het beslag en een verbod op nieuw conservatoir beslag, op grond van artikel 705 Rv.

IEF 22641

Hof wijst verzoek Bayer tot schorsing af: Zuid-Afrikaanse uitspraak over rivaroxaban-octrooi niet doorslaggevend voor Nederlandse procedure

Hof Den Haag 25 mrt 2025, IEF 22641; ECLI:NL:GHDHA:2025:499 (Sandoz tegen Bayer), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/hof-wijst-verzoek-bayer-tot-schorsing-af-zuid-afrikaanse-uitspraak-over-rivaroxaban-octrooi-niet-doorslaggevend-voor-nederlandse-procedure

Hof Den Haag 25 maart 2025, IEF 22641, LS&R 2288; ECLI:NL:GHDHA:2025:499 (Sandoz tegen Bayer). Bayer heeft een behandeling voor trombo-embolische aandoeningen ontwikkeld met het middel rivaroxaban. Voor dit middel is Bayer houdster van het Europees octrooi EP 1 845 961 B1 (hierna: EP 961). Daarnaast was Bayer ook houdster van Europees octrooi EP 1 261 606 BI en een aanvullend beschermingscertificaat met nummer 300370 (hierna: ABC 370) op basis hiervan. Sandoz heeft aangekondigd om vanaf 1 april 2024 een geneesmiddel op basis van rivaroxaban op de Nederlandse markt te brengen en heeft daartoe al meerdere handelsvergunningen verkregen. Op 22 april 2022 heeft Bayer Sandoz gewezen op het bestaan van ABC 370 en andere octrooien met betrekking tot rivaroxaban, waaronder EP 961. Daarbij heeft Bayer Sandoz verzocht te bevestigen dat zij in Nederland geen rivaroxaban-product op de markt zou brengen. Sandoz weigerde deze bevestiging te geven, en is als reactie op het verzoek een nietigheidsprocedure gestart. In eerste aanleg oordeelde de rechtbank echter dat het octrooi van Bayer geldig is [zie IEF 21769]. Hiernaast loopt tussen Bayer en een Zuid-Afrikaanse geneesmiddelenproducent (niet gelieerd aan Sandoz) een procedure over de geldigheid van een Zuid-Afrikaans octrooi, waarvan een conclusie lijkt op conclusie 1 van EP 961. Op 12 december 2023 verklaarde de Zuid-Afrikaanse rechter dit octrooi ongeldig, waarna Bayer in beroep is gegaan. In dit incident vordert Bayer schorsing van de procedure in de hoofdzaak, in afwachting van de uitkomst van een procedure tussen haar en de producent in Zuid-Afrika.

IEF 22627

Namaak Belvedere wodka en Glenmorangie whisky, verzoek om terug te komen op verlening akte niet-dienen afgewezen

Rechtbank Den Haag 19 mrt 2025, IEF 22627; ECLI:NL:RBDHA:2025:4467 (MHCS c.s. tegen Claymont, Top Logistics en Leucana), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/namaak-belvedere-wodka-en-glenmorangie-whisky-verzoek-om-terug-te-komen-op-verlening-akte-niet-dienen-afgewezen

Rb. Den Haag 19 maart 2025, IEF 22627; ECLI:NL:RBDHA:2025:4467 (MHCS c.s. tegen Claymont, Top Logistics en Leucana). Claymont, een Chinese handelsonderneming, kocht en liet via TOP Logistics grote hoeveelheden flessen Belvedere-wodka opslaan die visuele kenmerken van namaak vertoonden en afkomstig waren van Leucana. Daarnaast voerde Claymont zonder toestemming Glenmorangie-whisky in de EU in en verhandelde deze. Polmos (merkhouder van Belvedere) en M&M (merkhouder van Glenmorangie) vorderen verschillende maatregelen tegen Claymont wegens merkinbreuk op grond van de UMVo en het BVIE. Zo vorderen ze onder andere de onmiddellijke staking van het verhandelen van namaak Belvedere-producten en het zonder toestemming invoeren van producten met de Belvedere- en Glenmorangie-merken in de EU. TOP Logistics wordt mede betrokken vanwege de aanwezigheid van inbreukmakende goederen in haar loods in Spijkenisse. Claymont heeft geen verweer gevoerd binnen de termijn, maar probeerde later terug te komen op de akte niet-dienen. TOP Logistics is niet verschenen; tegen haar is verstek verleend. Leucana heeft ook geen verweer gevoerd binnen de termijn.