Uitspraak ingezonden door Anne Bekema en Julie Visser, AC&R.
Ook in hoger beroep blijkt VAAAM niet te bevoegd om de auteursrechten van fotografen te handhaven

Hof Amsterdam 3 juni 2025, IEF 22737; C/13/721000 (Vaaam tegen EEN Media c.s.). VAAAM vertegenwoordigt fotografen Tippetts, Blaublut, Instar en Avalon in het handhaven van hun auteursrechten, al dan niet als licentiehouder. De zaak gaat om plaatsen van foto’s op verschillende websites zonder toestemming door EEN Media c.s. In eerste aanleg heeft VAAAM onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat zij de rechthebbende is van de foto's van Blaublut, Instar en Avalon [zie IEF 21346]. Ten aanzien van Tippetts heeft een van de vennootschappen van EEN Media c.s. geen bewijs geleverd dat zij toestemming hadden voor gebruik van de foto, waardoor deze vordering tot schadevergoeding werd toegewezen. In hoger beroep komt VAAAM op tegen de afwijzing van de rest van de vorderingen. Het hof komt, net als de rechtbank, tot het oordeel dat VAAAM alleen voor de foto’s van de rechtstreeks bij haar aangesloten fotograaf Tippetts heeft aangetoond dat zij bevoegd is een gebod tot staking van inbreukmakend gebruik daarvan en/of schadevergoeding te vorderen. In het geval van Instar en Avalon heeft VAAAM nagelaten de procedure daadwerkelijk in naam van de client aanhangig te maken. Bij Blaublut heeft VAAAM niet nader toegelicht hoe het recht dat van toepassing is op de overeenkomst de kwestie regelt. Het Zwitserse recht laat deze constructie namelijk niet toe. Door VAAAM is, aldus het hof, onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij de vorderingen tot handhaving heeft ingesteld namens de auteursrechthebbenden. Hierin is zij dus niet-ontvankelijk.