Auteursrecht  

IEF 22664

Uitspraak ingezonden door Julie Visser en Arnout Groen, AC&R.

Boombrush maakt geen inbreuk op modelrechten of auteursrechten van de Philips DiamondClean tandenborstel

Rechtbank Den Haag 23 apr 2025, IEF 22664; ECLI:NL:RBDHA:2025:6245 (Philips tegen Boombrush), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/boombrush-maakt-geen-inbreuk-op-modelrechten-of-auteursrechten-van-de-philips-diamondclean-tandenborstel

Rb. Den Haag 23 april 2025, IEF 22664; ECLI:NL:RBDHA:2025:6245 (Philips tegen Boombrush). Philips brengt sinds 2011 (doorontwikkelde) varianten van de Sonicare DiamondClean (hierna: DiamondClean) op de markt. Zij is houdster van verschillende modelregistraties (hierna: de DiamondClean-modellen). Het geschil tussen Philips en Boombrush is ontstaan nadat Boombrush in 2019 ook een sonische elektrische tandenborstel op de markt bracht. In 2020 verzocht Philips Boombrush de vermeende auteursrechtinbreuk te staken. Boombrush betwist echter dat sprake is van inbreuk. Ook de sommatie van 2023, die zag op inbreuk op model- en auteursrechten, leidde niet tot een oplossing, waarna deze procedure is gestart. Philips vordert onder andere een verklaring voor recht dat inbreuk wordt gemaakt op de DiamondClean-modellen en op het auteursrecht op de DiamondClean.

IEF 22589

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

In een ontbijtsessie van een uur neemt Peter Teunissen (Radboud Universiteit) ons mee in het leerstuk van fictief makerschap na het ONB-arrest. Op 6 maart 2025, heeft het Hof van Justitie antwoord gegeven op de prejudiciële vragen die gesteld werden in een zaak van drie musici tegen het Orchestre national de Belgique (ONB). Het Hof verklaarde de verplichte overdracht van rechten op grond van een wettelijke regeling (in dit geval een Koninklijk Besluit) onverenigbaar met het Unierecht. Dit arrest heeft verstrekkende implicaties voor de bescherming van uitvoerende kunstenaars en de manier waarop nationale rechtsstelsels invulling geven aan de allocatie van auteurs- en naburige rechten in arbeidsverhoudingen en andere gevallen.

Wat betekent dit voor uw praktijk? En hoe verhoudt dit arrest zich tot de fictieve makersregeling in Nederland en België? Dat behandelen we tijdens deze eerste online update.

IEF 22661

Uitspraak ingezonden door Daan Breuking en Ruben Krul, Holla Legal & Tax.

Rechtbank stelt inbreuken van de Biotensor I & II op het auteursrecht Biosensor vast, maar wijst boete niet toe

Rechtbank Den Haag 16 apr 2025, IEF 22661; ECLI:NL:RBDHA:2025:6146 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechtbank-stelt-inbreuken-van-de-biotensor-i-ii-op-het-auteursrecht-biosensor-vast-maar-wijst-boete-niet-toe

Rb. Den Haag 16 april 2025, IEF 22661; ECLI:NL:RBDHA:2025:6146 (Eiser tegen gedaagde). Eiser, sinds 1995 actief in de handel van gezondheidsproducten, ontwierp rond 2000 de Biosensor: een energetisch meetinstrument waarmee gebruikers (onbewuste) emoties kunnen waarnemen en leren met die emoties om te gaan. Gedaagde is een spiritueel opleidingsinstituut dat onder meer de workshop ‘biotensor’ verzorgt, waarbij deelnemers een biotensor kunnen aanschaffen. Tot 2022 verkocht gedaagde uitsluitend de Biosensor van eiser. Daarna ontwikkelde zij haar eigen model (de Biotensor I) en bracht deze op de markt. Eiser verzocht gedaagde de verkoop van de Biotensor I te staken. Eerst weigerde gedaagde dit, omdat zij deze is gaan ontwikkelen met ander materiaal en aangepaste uitvoering wegens klachten op de Biosensor van eiser. Nadat eiser aankondigde een kort geding te starten, ondertekende gedaagde een onthoudingsverklaring waarin zij bevestigde de verkoop van de Biotensor I te staken op straffe van een boete. Een jaar later bracht gedaagde een nieuwe versie uit: de Biotensor II. Gedaagde betwist dat daarmee sprake is van auteursrechtinbreuken of slaafse nabootsing, en dat zij daardoor geen boete is verschuldigd op grond van de onthoudingsverklaring.

IEF 22653

A-G: Oproeping van alle coauteurs als ontvankelijkheidsvereiste is toelaatbaar onder bepaalde voorwaarden

HvJ EU 10 apr 2025, IEF 22653; ECLI:EU:C:2025:267 (Erfgenamen tegen SACD e.a.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/a-g-oproeping-van-alle-coauteurs-als-ontvankelijkheidsvereiste-is-toelaatbaar-onder-bepaalde-voorwaarden

Conclusie A-G 10 april 2025, IEF 22653, IEFbe 3902; ECLI:EU:C:2025:267 (Erfgenamen tegen SACD e.a.). In 1990 droegen filmregisseur Claude Chabrol en scenarioschrijver Paul Gégauff de exploitatierechten op enkele films voor 30 jaar over aan een distributiemaatschappij. Na hun overlijden stelden hun erfgenamen in 2019 een vordering in tegen deze maatschappij en gelieerde vennootschappen. Zij vorderden onder meer schadevergoeding wegens schending van contractuele verplichtingen en inbreuk op het auteursrecht. De verweerders betwistten de ontvankelijkheid van de vordering. Zij stelden dat naar Frans recht bij een vordering tot handhaving van een gemeenschappelijk auteursrecht op een zelfde werk, alle coauteurs of hun rechtverkrijgenden partij in de procedure moeten zijn. Omdat niet alle coauteurs in deze zaak waren opgeroepen, zou de vordering niet-ontvankelijk zijn. De verwijzende rechter heeft het Hof twee prejudiciële vragen voorgelegd om te beoordelen of deze Franse ontvankelijkheidsvoorwaarde verenigbaar is met het Unierecht.

IEF 22647

Rechtbank Gelderland bevoegd in auteursrechtzaak Birkenstock tegen Lidl

Rechtbank Gelderland 15 jan 2025, IEF 22647; ECLI:NL:RBGEL:2025:1054 (Birkenstock tegen Lidl), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechtbank-gelderland-bevoegd-in-auteursrechtzaak-birkenstock-tegen-lidl

Rechtbank Gelderland 15 januari 2025, IEF 22647; ECLI:NL:RBGEL:2025:1054 (Birkenstock tegen Lidl). Birkenstock vordert van Lidl in de hoofdzaak staking van de inbreuk op auteursrechten van Birkenstock. Lidl vordert in dit incident een schorsing van de hoofdzaak, rechtsgeldige oproeping en onbevoegd verklaring van de rechtbank Gelderland. De rechtbank wijst ook het beroep van Lidl op onbevoegdheid van de rechtbank Gelderland af. Omdat de vermeend inbreukmakende sandalen in Nederland worden aangeboden, gepromoot en verkocht – zowel in fysieke Lidl-winkels in Gelderland als via de Nederlandse website – is de rechtbank Gelderland bevoegd, ook al heeft Birkenstock geen specifieke handelingen in dat arrondissement genoemd. De rechtbank wijst tenslotte het verzoek van Birkenstock af voor een verkorting van Lidl’s antwoordtermijn. Gezien de processuele verwikkelingen en om de voortgang te bespoedigen, beveelt de rechtbank een mondelinge behandeling om inlichtingen te verkrijgen, standpunten toe te lichten en te kijken of partijen op onderdelen tot overeenstemming kunnen komen. Birkenstock c.s. moet voor de zitting de originele en vermeend inbreukmakende sandalen in depot geven. Verdere beslissingen in de hoofdzaak worden aangehouden.

IEF 22646

Fietsmand ‘Clipper’ maakt geen inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van fietsmand ‘Buddy’ van Basil

Rechtbank Den Haag 2 apr 2025, IEF 22646; ECLI:NL:RBDHA:2025:5536 (Basil c.s. tegen gedaagde), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/fietsmand-clipper-maakt-geen-inbreuk-op-de-intellectuele-eigendomsrechten-van-fietsmand-buddy-van-basil

Rb. Den Haag 2 april 2025, IEF 22646; ECLI:NL:RBDHA:2025:5536 (Basil c.s. tegen gedaagde). Deze zaak gaat over de vraag of gedaagde inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van Basil c.s., in het bijzonder de modelrechten en auteursrechten die zijn verbonden aan het ontwerp van een (honden)fietsmand. Die fietsmand brengt Basil c.s. in de handel onder de naam ‘Buddy’. Volgens Basil c.s. stemt (de algemene indruk van) de door gedaagde verkochte (fiets)mand met de naam ‘Clipper’, die met een daarvoor bestemde set ook geschikt kan worden gemaakt om een (kleine) hond in te vervoeren, te veel overeen met de Buddy. Om die reden wenst Basil c.s. dat gedaagde wordt verboden de Clipper nog langer te verhandelen en vordert zij schadevergoeding.

IEF 22632

Uitspraak ingezonden door Bas Peper, Eversheds Sutherland.

Model- en auteursrechtinbreuk op een drietal fietstassen van Basil

Rechtbank Den Haag 1 apr 2025, IEF 22632; ECLI:NL:RBDHA:2025:5286 (Basil tegen BRN), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/model-en-auteursrechtinbreuk-op-een-drietal-fietstassen-van-basil

Vzr. Rb. Den Haag, 1 april 2025, IEF 22632; ECLI:NL:RBDHA:2025:5286 (Basil/BRN). Basil drijft een onderneming die fietstassen en -manden verkoopt in verschillende landen, waaronder Nederland en Italië. Het assortiment van Basil omvat fietstassen met de namen Miles, Soho en CityShopper. BRN is een Italiaans bedrijf dat ook fietstassen aanbiedt, waaronder de BO 202, BO 204 (N en V), en BO 205 (N, M, O en V). Basil stelt dat BRN met de verkoop van deze fietstassen inbreuk maakt op haar model- en auteursrechten met betrekking tot de Miles en Soho en op haar auteursrechten met betrekking tot de CityShopper. BRN verweert zich met de stelling dat de modelregistraties nietig zijn en dat de fietstassen van Basil niet in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming. BRN is ook een nietigheidsprocedure gestart tegen beide modelregistraties van Basil bij het EUIPO. Op 7 maart 2025, enkele dagen voor de mondelinge behandeling, heeft het EUIPO het nietigheidsverzoek van BRN met betrekking tot model Miles afgewezen. Het EUIPO heeft nog geen beslissing genomen over de geldigheid van model Soho.

IEF 22623

Rechter wijst vordering tot gebruiksafhankelijk Buma-tarief af, geen misbruik van machtspositie

Rechtbank Amsterdam 21 mrt 2025, IEF 22623; ECLI:NL:RBAMS:2025:1887 (ID&T Holding tegen Buma), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechter-wijst-vordering-tot-gebruiksafhankelijk-buma-tarief-af-geen-misbruik-van-machtspositie

Rb. Amsterdam 21 maart 2025, IEF 22623; ECLI:NL:RBAMS:2025:1887 (ID&T Holding tegen Buma). Deze zaak betreft een geschil tussen ID&T Holding en Buma over de licentietarieven voor muziekgebruik. ID&T Holding is eigenaresse van verschillende werkmaatschappijen die grote dance evenementen organiseren. Tijdens deze evenementen worden muziekwerken gebruikt die onder het beheer van Buma vallen. De tarieven van Buma variëren van 3% tot 7% van de recette, afhankelijk van het aandeel Buma-repertoire dat tijdens een evenement wordt gebruikt. ID&T Holding wil dat het tarief wordt gebaseerd op daadwerkelijk gebruikte muziek in plaats van een vast percentage van de recette. Na overleg en correspondentie tussen partijen is er geen overeenstemming bereikt, waarna ID&T Holding zich tot de voorzieningenrechter wendt. 

IEF 22590

Uitspraak ingezonden door Joep Meddens, Höcker advocaten.

Rechter bevestigt dat art. 30a Aw dwingend recht van openbare orde is in zaak PACE tegen MOJO

Rechtbank Den Haag 5 mrt 2025, IEF 22590; ECLI:NL:RBDHA:2025:3336 (PACE tegen MOJO en BUMA), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechter-bevestigt-dat-art-30a-aw-dwingend-recht-van-openbare-orde-is-in-zaak-pace-tegen-mojo

Rb. Den Haag 5 maart 2025, IEF 22590; ECLI:NL:RBDHA:2025:3336 (PACE tegen MOJO en BUMA). PACE Rights Entertainment (hierna: PACE) is een Britse onderneming die auteursrechthebbenden ondersteunt bij het beheren van hun rechten op live uitgevoerde muziek, zoals bij concerten en festivals in Nederland. Daarom heeft zij MOJO Concerts (hierna: MOJO) meerdere keren facturen gestuurd voor de verschuldigde licentievergoeding voor de openbaarmaking van deze muziek. MOJO heeft PACE laten weten dat zij de auteursrechtlicenties die PACE verstrekt, of de facturen die zij verzendt, niet kan accepteren, omdat PACE niet beschikt over de wettelijk verplichte toestemming op grond van artikel 30a Aw. PACE stelt echter dat zij niet hoeft te voldoen aan dit artikel, omdat het Nederlandse recht niet op haar van toepassing is en zij individueel in plaats van collectief beheert. Deze zaak draait om een concert van de band Dream Theater, georganiseerd door MOJO. MOJO heeft de factuur van PACE hiervoor niet betaald. PACE stelt dat MOJO als organisator toestemming nodig had en een licentievergoeding verschuldigd is aan de auteursrechthebbenden van de uitgevoerde muziekwerken. Omdat MOJO deze toestemming niet had, zou zij volgens PACE inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht. PACE vordert bij de Nederlandse rechter een verklaring van recht over deze inbreuk, danwel een verklaring van onrechtmatig handelen. BUMA heeft zich in de zaak gevoegd aan de zijde van MOJO, omdat zij als enig vergunninghouder in Nederland belanghebbende is.

IEF 22610

Totebags van Ølåf hebben geen eigen gezicht op de markt

Rechtbank Amsterdam 23 dec 2024, IEF 22610; ECLI:NL:RBAMS:2024:8763 (Ølåf tegen Tøte), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/totebags-van-olaf-hebben-geen-eigen-gezicht-op-de-markt

Vzr. Rb. Amsterdam 23 december 2024, IEF 22610; ECLI:NL:RBAMS:2024:8763 (Ølåf tegen Tøte). Ølåf is een kledingmerk en een van haar producten is een draagtas, ook wel een totebag genoemd. Tøte verkoopt uitsluitend dit soort draagtassen. Doordat de tassen op elkaar lijken heeft Ølåf Tøte gesommeerd om elke inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Ølåf, dan wel ieder ander onrechtmatig handelen jegens Ølåf te staken. Tøte betwist de stelling van Ølåf, die gebaseerd is op het auteursrecht, slaafse nabootsing en merkinbreuk. Voor de voorzieningenrechter vordert Ølåf nu dat Tøte oplegging van een bevel tot staking van haar handelspraktijken. Ølåf legt aan de vordering ten grondslag dat de draagtas van Tøte te veel lijkt op haar draagtas. Tøte heeft volgens Ølåf een groot aantal elementen overgenomen. Dit maakt dat de draagtas van Tøte een look-a-like is. Omdat de draagtassen te veel op elkaar lijken is sprake van een misleidende handelspraktijk (artikel 6:193c lid 2 onder a BW) en slaafse nabootsing (onrechtmatige daad 6:162 BW), aldus Ølåf. Tøte betwist dat de elementen die Ølåf aandraagt overeenkomen. Van verwarring en misleiding is geen sprake. Daarom is het geen oneerlijke handelspraktijk en ook geen slaafse nabootsing. Bovendien heeft de draagtas van Ølåf volgens Tøte geen eigen gezicht op de markt.