Auteursrecht  

IEF 22700

Vorderingen Ducapro tegen Arubaanse radiozender Q-Waves afgewezen vanwege gebrek aan onderbouwing en te verstrekkende gevolgen

Antilliaanse Gerechten 4 apr 2025, IEF 22700; ECLI:NL:OGEAA:2025:82 (Ducapro tegen Q-Waves), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/vorderingen-ducapro-tegen-arubaanse-radiozender-q-waves-afgewezen-vanwege-gebrek-aan-onderbouwing-en-te-verstrekkende-gevolgen

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 4 april 2025, IEF 22700; ECLI:NL:OGEAA:2025:82 (Ducapro tegen Q-Waves). Q-Waves exploiteert op Aruba een radiostation en zendt muziek uit zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Ducapro is een organisatie die de belangen van rechthebbenden op muziekwerken behartigt en heeft een overeenkomst met BumaStemra om deze in het Caribisch deel van het Koninkrijk te vertegenwoordigen. In het verleden was er een raamovereenkomst tussen BumaStemra en de Aruba Broadcasters Association (ABA), waarvan Q-Waves lid was, maar deze is in 2019 opgezegd. Sinds eind 2023 probeert Ducapro namens BumaStemra een vergoeding te innen van Q-Waves voor het gebruik van muziekwerken. Ducapro vordert in kort geding een verbod voor Q-Waves om muziek van door haar vertegenwoordigde rechthebbenden uit te zenden zonder vergoeding, op straffe van een dwangsom. Subsidiair vordert zij dat Q-Waves voorlopig een percentage van haar omzet als vergoeding betaalt voor het muziekgebruik, totdat in een bodemprocedure over de definitieve vergoeding is beslist.

IEF 22696

Stokke moet proceskosten betalen na intrekking kort geding over vermeende auteursrechtinbreuk op Tripp Trapp-stoel

Rechtbank Den Haag 12 mei 2025, IEF 22696; ECLI:NL:RBDHA:2025:8216 (Stokke c.s. tegen Babypark c.s.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/stokke-moet-proceskosten-betalen-na-intrekking-kort-geding-over-vermeende-auteursrechtinbreuk-op-tripp-trapp-stoel

Vzr. Rb. Den Haag 12 mei 2025, IEF 22696; ECLI:NL:RBDHA:2025:8216 (Stokke c.s. tegen Babypark c.s.). Stokke AS is de producent van de bekende Tripp Trapp-kinderstoel. Stokke beschikt over een licentie op de intellectuele eigendomsrechten van deze stoel. Gedaagden zijn twee Nederlandse retailers, Babypark B.V. en Baby-Dump B.V. (samen Babypark c.s.), en de Duitse vennootschappen Cybex GmbH en Cybex Retail GmbH (samen Cybex c.s.). Cybex heeft een kinderstoel ontwikkeld onder de naam ‘Iris Chair’, die zij via onder meer Babypark c.s. in Nederland en Europa in de handel wil brengen. Stokke c.s. startten in april 2025 een kort geding bij de rechtbank Den Haag tegen Babypark c.s. en Cybex c.s. Stokke c.s. vorderden een verbod op de verhandeling van de Iris Chair wegens inbreuk op auteursrechten op de Tripp Trapp-stoel. Cybex c.s. voerden in hun verweer aan dat de Haagse voorzieningenrechter slechts bevoegd was ten aanzien van handelingen in Nederland, en dat voor een verbod in de hele EU de rechter van het arrondissement van Babypark c.s. moest worden aangezocht. Naar aanleiding hiervan trokken Stokke c.s. het kort geding in en startten zij een nieuwe procedure bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland. Gedaagden verzochten om een proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv, stellende dat zij kosten hebben moeten maken voor een inhoudelijk verweer dat nu onbenut blijft.

IEF 22689

Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger en Feer Verkade.

Toonkunst in loondienst. Over de houdbaarheid van het Nederlandse werkgeversauteursrecht na het ONB-arrest van het HvJ EU

Artikel van Dirk Visser en Feer Verkade, Nederlands Juristenblad 9 mei 2025, aflevering 16. In de ONB-zaak over Belgische orkestmusici in (overheids)dienstbetrekking oordeelde het HvJ EU op 6 maart 2025 dat hun rechten op opnames en uitzendingen van uitvoeringen niet dwingend zonder hun toestemming bij Koninklijk Besluit voor een vast bedrag per jaar aan hun werkgever overgedragen hadden mogen worden. In een bijdrage aan het Nederlands Juristenblad van 9 mei 2025, getiteld 'Toonkunst in loondienst' betogen Feer Verkade en Dirk Visser dat vanwege de Nederlandse contractuele afwijkingsmogelijkheid en in het licht van het eerdere Luksan arrest over het vermoeden van overdracht aan een filmproducent kan de Nederlandse regeling ten aanzien van werkgeversauteursrecht grotendeels blijven bestaan. Wel moeten werknemers bepaalde dwingendrechtelijke wettelijke aanspraken krijgen, onder andere op een aanvullende billijke vergoeding in geval van een bestseller. Lees hier verder. Dit onderwerp zal tevens aan bod komen in een voordracht van Peter Teunissen binnenkort. 

IEF 22684

Productomschrijvingen voor de verfproducten van Teknos zijn niet auteursrechtelijk beschermd

Rechtbank Overijssel 23 apr 2025, IEF 22684; ECLI:NL:RBOVE:2025:2589 (Teknos tegen Presilva), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/productomschrijvingen-voor-de-verfproducten-van-teknos-zijn-niet-auteursrechtelijk-beschermd

Rb. Overijssel 23 april 2025, IEF 22684; ECLI:NL:RBOVE:2025:2589 (Teknos tegen Presilva). Teknos B.V. en Presilva Coatings B.V. zijn beide actief in de verfindustrie. Teknos heeft productomschrijvingen opgesteld voor haar verfproducten en exploiteert een webwinkel. Een voormalig medewerker van Teknos is na zijn vertrek bij Presilva in dienst getreden. Presilva verkoopt vergelijkbare verfproducten en gebruikt eveneens productomschrijvingen op haar website. Teknos vermoedt dat Presilva haar productomschrijvingen en verfrecepturen heeft overgenomen. Teknos vordert onder meer dat Presilva wordt veroordeeld tot het staken van inbreuken op het auteursrecht op de productomschrijvingen en het gebruik van bedrijfsgeheimen (verfrecepturen). Daarnaast vordert Teknos schadevergoeding, afgifte van documenten, het versturen van een rectificatiebrief aan afnemers, vernietiging van verfsystemen en vergoeding van proceskosten. 

IEF 22589

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

In een ontbijtsessie van een uur neemt Peter Teunissen (Radboud Universiteit) ons mee in het leerstuk van fictief makerschap na het ONB-arrest. Op 6 maart 2025, heeft het Hof van Justitie antwoord gegeven op de prejudiciële vragen die gesteld werden in een zaak van drie musici tegen het Orchestre national de Belgique (ONB). Het Hof verklaarde de verplichte overdracht van rechten op grond van een wettelijke regeling (in dit geval een Koninklijk Besluit) onverenigbaar met het Unierecht. Dit arrest heeft verstrekkende implicaties voor de bescherming van uitvoerende kunstenaars en de manier waarop nationale rechtsstelsels invulling geven aan de allocatie van auteurs- en naburige rechten in arbeidsverhoudingen en andere gevallen.

Wat betekent dit voor uw praktijk? En hoe verhoudt dit arrest zich tot de fictieve makersregeling in Nederland en België? Dat behandelen we tijdens deze eerste online update.

IEF 22677

Onzekerheid over auteursrechten op woningbouwontwerp leidt tot afwijzing voorlopige vorderingen

Rechtbank Gelderland 17 apr 2025, IEF 22677; ECLI:NL:RBGEL:2025:2633 (Eiser tegen gedaagden), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/onzekerheid-over-auteursrechten-op-woningbouwontwerp-leidt-tot-afwijzing-voorlopige-vorderingen

Rb. Gelderland 17 april 2025, IEF 22677; ECLI:NL:RBGEL:2025:2633 (Eiser tegen gedaagden). Vonnis in incident. Dit geschil tussen twee concurrerende architectenbureaus draait om de vraag bij wie de auteursrechten op een woningbouwproject rusten. Eiser en gedaagde 1 zijn architectenbureaus; gedaagde 2 was van 2011 tot juni 2024 in dienst bij eiser, op basis van een arbeidsovereenkomst met geheimhoudingsplicht en een aanvullende overeenkomst waarin stond dat binnengehaalde opdrachten eigendom zijn van eiser. In 2021 probeerden zowel beide bureaus een opdracht voor een woningbouwproject binnen te halen. Gedaagde 2 verrichtte namens eiser acquisitie- en ontwerpwerkzaamheden binnen het Woningbouwteam. Kort voor zijn overstap naar gedaagde 1 op 1 juni 2024 stuurde hij schetsen en presentaties van het project naar zijn privé e-mailadres. In september 2024 werd het woningbouwproject toebedeeld aan gedaagde 1, die op sociale media liet zien dat het ontwerp van gedaagde 2 verder was uitgewerkt. Eiser en gedaagden bereiken geen overeenstemming over wie recht heeft op het ontwerp. Eiser voert vier scenario’s aan ter onderbouwing van haar aanspraak, waarbij telkens op basis van (arbeids)overeenkomsten en artikel 7 en 8 van de Auteurswet wordt betoogd dat de rechten bij haar liggen. Omdat de uitkomst van de bodemzaak volgens eiser niet kan worden afgewacht, vordert zij op deze gronden onder andere dat gedaagde wordt veroordeeld om iedere inbreuk op haar auteursrechten en persoonlijkheidsrechten te staken. 

IEF 22672

Rechtbank beslist tot deskundigenonderzoek in auteursrechtelijk geschil Pictoright/Meta

Rechtbank Amsterdam 16 apr 2025, IEF 22672; ECLI:NL:RBAMS:2025:2401 (Stichting Pictoright, Stichting Auteursrechten Dr. G. Th. Rietveld, eisers tegen Meta Platforms Ireland Ltd.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechtbank-beslist-tot-deskundigenonderzoek-in-auteursrechtelijk-geschil-pictoright-meta

Rb. Amsterdam 16 april 2025, IEF 22672; IT 4846; ECLI:NL:RBAMS:2025:2401 (Pictoright c.s. tegen Meta). Pictoright c.s. vorderen onder meer een verklaring voor recht dat Meta zonder toestemming inbreuk heeft gemaakt op het Pictoright-repertoire, zonder zich naar beste vermogen te hebben ingespannen om toestemming te verkrijgen, en vorderen schadevergoeding. In het tussenvonnis van 20 november 2024 [zie:IEF 22394] heeft de rechtbank geoordeeld dat Meta kwalificeert als aanbieder van een online dienst voor het delen van inhoud in de zin van artikel 29c Auteurswet en artikel 17 DSM-richtlijn. Of Meta zich voldoende had ingespannen om toestemming te verkrijgen kon toen nog niet worden beoordeeld. Meta werd opgedragen haar methode voor het bepalen van de economische waarde van het gebruik van het Pictoright-repertoire toe te lichten. De rechtbank stelt vast dat Meta geen concreet aanbod heeft gedaan aan Pictoright. De onderhandelingen zijn in een impasse geraakt. Pictoright heeft wel een concreet aanbod gedaan, dat Meta mocht afwijzen. Meta stelt dat zij geen bod kon doen omdat Pictoright geen representatieve hoeveelheid referentiebestanden heeft verstrekt. De rechtbank oordeelt dat Pictoright daartoe niet verplicht was, nu de betrouwbaarheid van de voorgestelde data discovery van Meta nog niet vaststaat. Daarom kan Meta Pictoright niet verwijten dat zij nog geen bod heeft gedaan.

IEF 22666

Gerechtshof bevestigt auteursrechtinbreuk door Beukenhorst c.s. op Alta koffiekopje; schadevergoeding verlaagd

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 apr 2025, IEF 22666; ECLI:NL:GHARL:2025:2315 (Beukenhorst c.s. tegen Royal Tableware Group B.V. en Baten Promotion B.V), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/gerechtshof-bevestigt-auteursrechtinbreuk-door-beukenhorst-c-s-op-alta-koffiekopje-schadevergoeding-verlaagd

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 April 2025, IEF nummer, ECLI:NL:GHARL:2025:2315 (Beukenhorst c.s. tegen Royal Tableware Group B.V. en Baten Promotion B.V.). Royal Tableware Group B.V. stelt in de hoofdzaak dat Beukenhorst B.V. en Beukenhorst Kaffee GmbH (samen: Beukenhorst c.s.) inbreuk maken op haar auteursrechten door nagemaakte Alta koffiekopjes op de markt te brengen. Royal Tableware is houdster van de intellectuele eigendomsrechten op het Alta servies. Beukenhorst c.s. hebben de kopjes besteld bij producent Baten nadat hun eerdere leverancier APD wegens productieproblemen niet kon leveren. Royal Tableware vordert onder meer staking van de inbreuk en schadevergoeding. Beukenhorst c.s. roepen in vrijwaring Baten op, stellende dat zij bij haar bestelling heeft gedwaald dan wel dat Baten tekortgeschoten is. De rechtbank Gelderland wijst in de hoofdzaak de vorderingen van Royal Tableware grotendeels toe, waaronder schadevergoeding van € 42.611,42 wegens gederfde winst. De vordering wegens verlies aan exclusiviteit wordt afgewezen. De vorderingen van Beukenhorst c.s. in de vrijwaringszaak worden afgewezen. Beukenhorst c.s. en Royal Tableware stellen hoger beroep in.

IEF 22664

Uitspraak ingezonden door Julie Visser en Arnout Groen, AC&R.

Boombrush maakt geen inbreuk op modelrechten of auteursrechten van de Philips DiamondClean tandenborstel

Rechtbank Den Haag 23 apr 2025, IEF 22664; ECLI:NL:RBDHA:2025:6245 (Philips tegen Boombrush), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/boombrush-maakt-geen-inbreuk-op-modelrechten-of-auteursrechten-van-de-philips-diamondclean-tandenborstel

Rb. Den Haag 23 april 2025, IEF 22664; ECLI:NL:RBDHA:2025:6245 (Philips tegen Boombrush). Philips brengt sinds 2011 (doorontwikkelde) varianten van de Sonicare DiamondClean (hierna: DiamondClean) op de markt. Zij is houdster van verschillende modelregistraties (hierna: de DiamondClean-modellen). Het geschil tussen Philips en Boombrush is ontstaan nadat Boombrush in 2019 ook een sonische elektrische tandenborstel op de markt bracht. In 2020 verzocht Philips Boombrush de vermeende auteursrechtinbreuk te staken. Boombrush betwist echter dat sprake is van inbreuk. Ook de sommatie van 2023, die zag op inbreuk op model- en auteursrechten, leidde niet tot een oplossing, waarna deze procedure is gestart. Philips vordert onder andere een verklaring voor recht dat inbreuk wordt gemaakt op de DiamondClean-modellen en op het auteursrecht op de DiamondClean.

IEF 22661

Uitspraak ingezonden door Daan Breuking en Ruben Krul, Holla Legal & Tax.

Rechtbank stelt inbreuken van de Biotensor I & II op het auteursrecht Biosensor vast, maar wijst boete niet toe

Rechtbank Den Haag 16 apr 2025, IEF 22661; ECLI:NL:RBDHA:2025:6146 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechtbank-stelt-inbreuken-van-de-biotensor-i-ii-op-het-auteursrecht-biosensor-vast-maar-wijst-boete-niet-toe

Rb. Den Haag 16 april 2025, IEF 22661; ECLI:NL:RBDHA:2025:6146 (Eiser tegen gedaagde). Eiser, sinds 1995 actief in de handel van gezondheidsproducten, ontwierp rond 2000 de Biosensor: een energetisch meetinstrument waarmee gebruikers (onbewuste) emoties kunnen waarnemen en leren met die emoties om te gaan. Gedaagde is een spiritueel opleidingsinstituut dat onder meer de workshop ‘biotensor’ verzorgt, waarbij deelnemers een biotensor kunnen aanschaffen. Tot 2022 verkocht gedaagde uitsluitend de Biosensor van eiser. Daarna ontwikkelde zij haar eigen model (de Biotensor I) en bracht deze op de markt. Eiser verzocht gedaagde de verkoop van de Biotensor I te staken. Eerst weigerde gedaagde dit, omdat zij deze is gaan ontwikkelen met ander materiaal en aangepaste uitvoering wegens klachten op de Biosensor van eiser. Nadat eiser aankondigde een kort geding te starten, ondertekende gedaagde een onthoudingsverklaring waarin zij bevestigde de verkoop van de Biotensor I te staken op straffe van een boete. Een jaar later bracht gedaagde een nieuwe versie uit: de Biotensor II. Gedaagde betwist dat daarmee sprake is van auteursrechtinbreuken of slaafse nabootsing, en dat zij daardoor geen boete is verschuldigd op grond van de onthoudingsverklaring.