POP MART krijgt gedeeltelijk ex parte bevel tegen AH-franchisenemers wegens namaak Labubu’s
Rb. Den Haag, 25 juli 2025, IEF 22898; C/09/689039 (POP MART tegen gerekwestreerden). POP MART verzoekt in een ex parte procedure een verbod tegen meerdere franchisenemers van Albert Heijn. Eerder is een ex parte bevel verleend tegen andere supermarkten [Zie IEF 22858]. Volgens verzoekster maken de supermarkten inbreuk op hun merken door het aanbieden van namaak Labubu’s. De voorzieningenrechter acht zich bevoegd en stelt vast dat, voorshands oordelend, geen reden bestaat aan de geldigheid van de ingeroepen rechten te twijfelen en dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat gerekwestreerden inbreuk op die rechten maken, althans dat de voor artikel 194 lid 1 Rv vereiste rechtsbetrekking aanwezig is. Dit voorlopige oordeel komt tot stand na summier onderzoek waarbij alleen verzoekster is gehoord. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift is aangevoerd ten aanzien van het spoedeisend belang van verzoekster en gelet op de mate van aannemelijkheid van de inbreuk, bestaat voldoende grond voor toewijzing van het gevraagde bevel tot staking van de inbreuk zonder gerekwestreerden voorafgaand te horen.