Merkenrecht  

IEF 17093

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Kennedy Van der Laan
 

T-shirts met nagemaakt beeldmerk BALR mogen niet meer verkocht worden

Rechtbank Overijssel 8 sep 2017, IEF 17093; ECLI:NL:RBOVE:2017:3721 (BALR/namaak t-shirts), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/t-shirts-met-nagemaakt-beeldmerk-balr-mogen-niet-meer-verkocht-worden

Vzr. Rechtbank Overijssel 8 september 2017, IEF 17093; IEFbe 2340; ECLI:NL:RBOVE:2017:3721 (BALR/namaak t-shirts) Merkenrecht. BALR is houdster van het Benelux beeldmerk "BALR" en brengt onder meer kleding op de markt. Gedaagde drijft een kledingwinkel die t-shirts verkoopt met een nagemaakt beeldmerk van BALR. Er bestaat een spoedeisend belang bij BALR, aangezien er een reële dreiging bestaat dat gedaagde doorgaat met de verhandeling van inbreukmakende goederen, omdat hij weigert de aangeboden onthoudingsverklaring te ondertekenen en weigert de in- en verkoopgegevens van de t-shirts te verstrekken. De voorzieningenrechter gebiedt gedaagde in de Benelux onmiddelijk ieder inbreukmakend gebruik van het BALR-merk en daarmee overeenstemmende tekens te staken en gestaakt te houden, waaronder het invoeren, uitvoeren, in voorraad hebben of houden, aanbieden, in de handel brengen en in ontvangst nemen van de goederen en verpakkingen voorzien van het BALR-merk. 

IEF 17076

Begripsmatige, visuele en auditieve overeenstemming tussen HEKSENKAAS en WITTE WIEVEN

Hof Den Haag 28 feb 2017, IEF 17076; ECLI:NL:GHDHA:2017:2388 (Levola tegen Fanofinefood), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/begripsmatige-visuele-en-auditieve-overeenstemming-tussen-heksenkaas-en-witte-wieven

Hof Den Haag 28 februari 2017, IEF 17076; ECLI:NL:GHDHA:2017:2388 (Levola tegen Fanofinefood) zie ook: [IEF 16623] Merkenrecht. Op basis van haar woordmerk HEKSENKAAS heeft Levola oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woord-/beeldmerk WITTE WIEVENKAAS. Deze wordt afgewezen. Gelet op de overeenstemming tussen het teken en het merk en de omstandigheid dat de waren identiek, althans soortgelijk zijn, acht het hof verwarringsgevaar aanwezig. Er is begripsmatige overeenstemming tussen 'heksen' en 'witte wieven': beide zijn immers bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie.  Het hof is van oordeel dat er, gelet op het in merk en het teken voorkomende woordelement KAAS en de daarvoor voorkomende letters EN, die beide met een stomme e-klank worden uitgesproken, sprake is van een geringe mate van visuele en auditieve overeenstemming. Levola heeft er terecht op gewezen dat de toegevoegde beeldelementen, met name de vleermuis, de begripsmatige overeenstemming versterken: omdat vleermuizen worden gezien als attributen van heksen en worden geassocieerd met onheil. De beslissing van het Bureau wordt vernietigd en de oppositie wordt alsnog toegewezen. 

IEF 17075

Verwarringsgevaar tussen RELEASE THE BEAST-ijs en UNLEASH THE BEAST-dranken

Hof Den Haag 25 jul 2017, IEF 17075; ECLI:NL:GHDHA:2017:2345 (Monster Energy Company tegen Unilever), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-release-the-beast-ijs-en-unleash-the-beast-dranken

Hof Den Haag 25 juli 2017, IEF 17075; IEFbe 2338; ECLI:NL:GHDHA:2017:2345 (Monster Energy Company tegen Unilever) Merkenrecht. Soortgelijkheid van waren. Bij beslissing van 1 september 2016 heeft het BBIE de oppositie van Monster tegen inschrijving van het Benelux woordmerk RELEASE THE BEAST van Unilever afgewezen. De oppositie is gebaseerd op het woordmerk UNLEASH THE BEAST. Het Bureau heeft overwogen dat er geen sprake is van soortgelijkheid van waren, zodat er geen sprake kan zijn van verwarringsgevaar. Het hof oordeelt dat de waren 'non-alcoholic beverages' in geringe mate soortgelijk zijn aan de waren 'ice cream; water ices; frozen yoghurt' waarvoor het teken is gedeponeerd. De waren zijn gemaakt voor menselijke consumptie en bestemd ter verfrissing en verkoeling. Onder deze dranken vallen ook frisdranken, gekoelde dranken en zuiveldranken. Het hof oordeelt dat het teken RELEASE THE BEAST en het merk UNLEASH THE BEAST in grote mate overeen stemmen door grote gelijkenis op visueel, auditief en begripsmatig vlak. Er is sprake van gevaar voor verwarring bij het relevante publiek. De beslissing van het Bureau wordt vernietigd en de oppositie van Monster gedeeltelijk toegewezen voor zover het de de waren 'ice cream; water ices; frozen yoghurt' betreft. 

IEF 17071

Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, BANNING.

Indirect verwarringsgevaar tussen tijdschriften WIJ en WijSr

Rechtbank Midden-Nederland 30 aug 2017, IEF 17071; ECLI:NL:RBMNE:2017:4442 (Wij Special Media tegen Ouderenbond), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/indirect-verwarringsgevaar-tussen-tijdschriften-wij-en-wijsr

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 30 augustus 2017, IEF 17071; IEFbe 2335; ECLI:NL:RBMNE:2017:4442 (Wij Special tegen Ouderenbond) Merkenrecht. WSM is houdster van diverse WIJ-merken voor tijdschriften. Leden van KBO en PCOB ontvangen een ledenmagazine Nestor en respectievelijk Perspectief, vanwege de samenvoeging is dat onder de titel WijSr. Met succes vordert Wij Special Media de staking van drukken, aanbieden en distribueren van het ledenmagazine onder het teken WijSr. Er is geen sprake van overeenstemming dat er direct verwarringsgevaar te duchten is, maar gezien de soortgelijkheidheid van de betrokken waren en de mate van overeenstemming en de sterke onderscheidingskracht en de bekendheid van het merk WIJ, is er sprake van indirect verwarringsgevaar. Het bijschrift "het magazine van KBO/PCOB" maakt dit niet anders. De vordering tot vernietiging van reeds bestaande ledenmagazines is wel te verstrekkend, nu het terughalen van ruim 250.000 grote financiële gevolgen zal hebben en er minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn om schade te beperken of te compenseren.

IEF 17068

Uitspraak ingezonden door Merel Rondhuis en Tjeerd Overdijk, Vondst Advocaten.

Sum-merlot en ZoMerlot: een in de zomer te drinken merlotwijn

Rechtbank Midden-Nederland 30 aug 2017, IEF 17068; (Sum-merlot vs ZoMerlot), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/sum-merlot-en-zomerlot-een-in-de-zomer-te-drinken-merlotwijn

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 30 augustus 2017, IEF 17068; ECLI:NL:RBMNE:2017:4358 (LFE tegen Chateau de la Garde) Merkenrecht. LFE is houdster van het woordmerk Sum-merlot voor wijnen, maar heeft nog geen wijn op de markt gebracht. Sinds 2017 brengt Chateau de la Garde flessen rode merlot wijn op de markt voorzien van etiketten met de aanduiding ZoMerlot, ZOMERLOT en Zomerlot. Wat de tekens ZOMERLOT en Zomerlot betreft wordt de vordering afgewezen omdat de tekens geen onderscheidend vermogen hebben. De overeenstemming tussen Sum-merlot en ZoMerlot zijn niet dusdanig dat daardoor gevaar voor verwarring te duchten is bij het publiek. De beschermingskracht die aan het merk Sum-merlot toekomt is gering omdat het merk in aanmerkelijke mate beschrijvend is, nu het duidt op een in de zomer te drinken merlotwijn. De woordspeling tussen de woorden summer, merlot en het koppelteken geven het merk enig onderscheidend vermogen. Chateau de la Garde gebruikt het teken ZoMerlot alleen in combinatie met haar woordmerk La Tulipe. LFE heeft nog geen flessen wijn onder de naam Sum-merlot op de markt gebracht, dus het merk heeft nog geen bekendheid verworven en het relevante publiek heeft zich nog geen beeld gevormd bij het merk. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af.

IEF 17063

Hof: De Nachtwacht terecht geweigerd als merk

Hof Den Haag 29 aug 2017, IEF 17063; ECLI:NL:GHDHA:2017:2446 (De Nachtwacht), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/hof-de-nachtwacht-terecht-geweigerd-als-merk

Hof Den Haag 29 augustus 2017, IEF 17063; IEFbe 2328; ECLI:NL:GHDHA:2017:2446 (De Nachtwacht) Merkenrecht. Verzoek afgewezen. Ontbreken onderscheidend vermogen. Het BBIE weigerde een afbeelding van de Nachtwacht als merk gedeponeerd door merkenbureau Chiever [IEF 15567]. De Nachtwacht zou als merk te ingewikkeld zijn om als teken te gelden en bovendien niet als merk worden opgevat en ieder onderscheidend vermogen missen. Op 20 oktober 2016 heeft het Bureau de definitieve beslissing tot weigering medegedeeld: het gaat om één van de beroemdste schilderijen ter wereld dat door vrijwel iedereen zal worden herkend en om die reden zal het niet als onderscheidingsteken worden opgevat door het publiek. Het Hof wijst het verzoek van Chiever af. Het gaat om een depot dat verricht is als grap om een foto van de Nachtwacht op canvas van het Bureau te krijgen. Na weigering en publiciteit is besloten op verzoek van geïnteresseerde potentiële klanten, die zich afvragen of ze kunstwerken als merk kunnen claimen, om beroep tegen de weigering in te stellen. Dat beantwoording van deze vraag voor de praktijk van belang zou kunnen zijn, levert geen gerechtvaardigd belang op voor Chiever. Het Bureau heeft de inschrijving van de Nachtwacht als merk terecht geweigerd, aangezien Chiever geen voldoende gerechtvaardigd belang bij haar verzoek heeft en de Nachtwacht in de Benelux geen onderscheidend vermogen bezit.

IEF 17057

Uitspraak ingezonden door Merle Hafkamp en Bert Gravendeel, Gravendeel advocaten.

Stichting STOPhersentumoren.nl is geen auteursrechthebbende op logo en SV3 heeft oudere merkinschrijving

Rechtbank Den Haag 23 aug 2017, IEF 17057; ECLI:NL:RBDHA:2017:9703 (SSH tegen SV3 c.s.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/stichting-stophersentumoren-nl-is-geen-auteursrechthebbende-op-logo-en-sv3-heeft-oudere-merkinschrij

Rechtbank Den Haag 23 augustus 2017, IEF 17057; ECLI:NL:RBDHA:2017:9703 (SSH tegen SV3 c.s.) Merkenrecht. Auteursrecht. Zie eerder [IEF 15161; IEF 15246; IEF 15804]. Stichting STOPhersentumoren.nl (hierna: SSH) organiseert sinds 2010 het evenement “a Ride for Hope”. Voor de organisatie werd gebruik gemaakt van de domeinnaam ventoux3.nl. Stichting Ventoux 3 (hierna: SV3) is in 2012 opgericht omstreeks de eerste editie van het evenement en heeft het SV3 Merk geregistreerd. SV3 laat “Ventoux3” en “RideForHope” registreren. SHH vordert zonder succes staking merkinbreuk “Ventoux3” en “RideForHope”. Het SV3 merk is te goeder trouw gebruikt door gedaagde. SSH komt geen auteursrecht toe op de naam Ventoux3 en het logo, doordat gedaagde X als maker beschouwd kan worden. Ook de stellingen in conventie dat SSH auteursrechthebbende is, slagen niet en spitsten zich toe op de juridische kwalificaties van het ie-creatie proces: ‘leiding en toezicht’  (art. 6 Auteurswet), eerste openbaarmaking (art. 8 Aw), mede-auteursrecht (art. 26 Aw), houden voor een ander (art. 3:110 BW), een merk indienen door een ander lastgeving (art. 7:414 BW). In reconventie wordt geoordeeld dat, nu SV3 zich op haar oudere merkinschrijving en auteursrechten kan beroepen, de vordering tot staking van het gebruik van domeinnaam met teken ‘ventoux3’ toegewezen kan worden. Staking auteursrechtinbreuk Ventoux3 logo komt eveneens toe aan SV3 c.s..

IEF 17052

Indicatietarieven normaal kort geding niet toepasselijk op buitenlandse vennootschap Sabon

Rechtbank Den Haag 22 aug 2017, IEF 17052; ECLI:NL:RBDHA:2017:9497 (Sabon Shel Pa’am Industries LTD tegen Orion Retail BV), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/indicatietarieven-normaal-kort-geding-niet-toepasselijk-op-buitenlandse-vennootschap-sabon

Vzr. Rechtbank Den Haag 22 augustus 2017, IEF 17052; ECLI:NL:RBDHA:2017:9497 (Sabon Shel Pa’am Industries LTD tegen Orion Retail BV) Merkenrecht. Kort geding bij vervroeging. Verstekvonnis. Noodzakelijke spoedeisendheid van staking merkinbreuk volgt uit de gestelde voortdurende en dreigende inbreuk op de ingeroepen merkrechten van eiseres. Eiseres voert aan dat zaak als normaal kort geding moet worden aangemerkt. Sprake van een eenvoudige zaak, nu het gaat om een onbestreden inbreuk op merkrechten. Onvoldoende aannemelijk dat eiseres als buitenlandse vennootschap substantieel meer kosten heeft moeten maken. Blijkt niet uit toelichting ter zitting en correspondentie tussen partijen dat onderhandelingen veel tijd hebben gevergd. Ambtshalve beoordeling proceskostenvordering op basis van laatste versie IE-indicatietarieven, te weten € 6.000,-. 

IEF 17041

Oordeel dat de bewijzen van European Food niet in aanmerking mochten worden genomen is onjuist

Gerecht EU (voorheen GvEA) 28 sep 2016, IEF 17041; ECLI:EU:T:2016:568 (European Food tegen EUIPO), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/oordeel-dat-de-bewijzen-van-european-food-niet-in-aanmerking-mochten-worden-genomen-is-onjuist

Gerecht EU 28 september 2016, ECLI:EU:T:2016:568; T-476/15; IEF 17041; IEFbe 2318 (European Food tegen EUIPO) Merkenrecht. Procesrecht. Nestlé heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan betreft het woordteken 'FITNESS' waarna dit merk werd ingeschreven. European Food heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend. Dit werd zowel door de oppositieafdeling als de beroepskamer van het EUIPO verworpen. De kamer van beroep heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bewijzen die verzoekster voor het eerst voor de kamer had overgelegd, niet in aanmerking mochten worden genomen omdat deze te laat waren aangedragen. De beslissing van de beroepskamer wordt vernietigd.

IEF 17050

Vragen aan HvJEU over de wijziging van het productiegebied met betrekking tot het in plakken snijden en verpakken van Schwarzwälder Schinken

HvJ EU 13 jun 2017, IEF 17050; C-367/17 (Schwarzwälder Schinken), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-de-wijziging-van-het-productiegebied-met-betrekking-tot-het-in-plakken-snijden

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 13 juni 2017, IEF 17050; IEFbe 2323; C-367/17 (Schwarzwälder Schinken) Via Minbuza: Op verzoek van de aanvrager is de benaming “Schwarzwälder Schinken” (hierna: SWS) bij verordening nr. 123/97 sinds 25 januari 1997 geregistreerd als beschermde geografische aanduiding (hierna: BGA) voor “vleeswaren”. De aan de aanvraag ten grondslag liggende omschrijving bevatte geen voorschriften betreffende het versnijden en verpakken van het beschermde product. Verzoeker vroeg om een wijziging van het productdossier betreffende de BGA van SWS op grond waarvan het in plakken snijden en verpakken van de SWS alleen nog kon worden verricht in het productiegebied ervan. Tegen deze voorgenomen wijziging werden drie bezwaren ingediend. Het Duitse patentbureau heeft de aanvraag van verzoeker afgewezen stellende dat de aanvraag niet in overeenstemming was met verordening 510/2006. Ingevolge het door verzoeker tegen deze beslissing ingestelde beroep heeft de onderhavige rechterlijke instantie de beslissing van het patentbureau vernietigd en vastgesteld dat het verzoek om wijziging wel voldeed aan de vereisten van verordening 510/2006. De derde opposant is daartegen opgekomen via een “Rechtsbeschwerde” bij het Bundesgerichtshof, die de beslissing van de verwijzende rechter heeft vernietigd en de zaak naar hem heeft terugverwezen, op grond dat het recht op hoor en wederhoor van de derde opposant zou zijn geschonden. In het kader van de procedure na die terugverwijzing verzoekt de verwijzende rechter het Hof om uitlegging van het toepasselijke Unierecht.