Merkenrecht  

IEF 17129

Bijdrage ingezonden door Ranee van der Straaten, BANNING NV. This article first appeared in World Trademark Review issue 68, published by Globe Business Media Group – IP Division. To view the issue in full, please go to www.WorldTrademarkReview.com.

Ranee van der Straaten - The risks of personal branding

Recent changes to EU trademark law have made it easier to take action against infringing trade names. But how should companies approach situations in which the alleged infringer is an individual trading under his or her own name? Your personal name has been yours since birth and will be yours for the rest of your life. Unsurprisingly, you feel entitled to use it as you please. However, using your name as your company name or product brand can have serious legal consequences. Your personal name might be similar or identical to someone else’s trademark and using it in the course of trade might thus amount to trademark infringement.

IEF 17127

De wezenlijke functie van een collectief Uniemerk is niet bedoeld om waren te onderscheiden op geografische oorsprong, maar zich te onderscheiden van andere ondernemingen

HvJ EU 20 sep 2017, IEF 17127; ECLI:EU:C:2017:702 (The Thea Board tegen Delta Lingerie), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/de-wezenlijke-functie-van-een-collectief-uniemerk-is-niet-bedoeld-om-waren-te-onderscheiden-op-geogr

HvJ EU 20 september 2017, IEF 17127; IEFbe 2349; ECLI:EU:C:2017:702; C-673/15 (The Tea Board tegen EUIPO/Delta Lingerie) Uniemerk. Delta Lingerie heeft Uniemerkaanvragen ingediend voor het beeldteken 'Darjeeling' voor o.a. lingerie. Oppositie is ingesteld door The Tea Board, gebaseerd op het oudere Uniewoordmerk DARJEELING, ingeschreven in de klasse thee. Het Gerecht heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de wezenlijke functie van een collectief Uniemerk erin bestaat de waren of diensten van de vereniging die merkhouder is te onderscheiden van die van andere ondernemingen, en niet deze waren te onderscheiden op basis van de geografische oorsprong ervan. Evenmin heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat wanneer de conflicterende tekens enerzijds collectieve merken en anderzijds individuele merken zijn, de mogelijkheid dat het publiek kan aannemen dat de waren en diensten dezelfde plaats van herkomst hebben, geen relevante factor kan zijn om aan te tonen dat deze dezelfde of soortgelijk zijn. Niet valt uit te sluiten dat uit een gebied waarvan de geografische benaming als collectief Uniemerk is ingeschreven verschillende grondstoffen kunnen komen die worden gebruikt voor de vervaardiging van verschillende waren. Het Gerecht heeft juist vastgesteld dat de consument van de Darjeeling-thee niet zou kunnen aannemen dat de waren en diensten van Delta Lingerie uit het Darjeelinggebied afkomstig zijn. Ook zouden zij niet kunnen worden aangetrokken door de positieve waarden en eigenschappen door het Darjeelinggebied, aangezien de producten van Delta Lingerie geen uniek verband hebben met het Darjeelinggebied, welke de thee wel heeft. Er wordt geen ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit de reputatie van het oudere merk. 

IEF 17126

Onmiddellijke inzage documentatie export Amerikaans verpakte Freestyle strips

Rechtbank Noord-Nederland 22 sep 2017, IEF 17126; ECLI:NL:RBNNE:2017:3618 (bbott Diabetes Care tegen HTG Health and Beauty en Kamstra), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/onmiddellijke-inzage-documentatie-export-amerikaans-verpakte-freestyle-strips

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 22 september 2017, IEF 17126; IEFbe 2348; ECLI:NL:RBNNE:2017:3618 (Abbott Diabetes Care tegen HTG Health and Beauty en Kamstra) Inzage en afgifte ex art. 843a Rv na bewijsbeslag. Abbott stelt dat HTG inbreuk op haar Uniemerkenrechten maakt en onrechtmatig handelt in die zin dat HTG profiteert van de inbreuk op de Amerikaanse merken van Abbott, de exporteur zou zonder toestemming (herverpakte) test strips voor diabetici op de Amerikaanse markt hebben gebracht die van oorsprong voor andere markten waren bedoeld, en op die manier profiteren van de prijsverschillen op de Europese en Amerikaanse markt. De voorzieningenrechter bepaalt dat Abbott onmiddellijk (binnen 48 uur) inzage krijgt over de beslagen documentatie over de Amerikaanse verpakte Freestyle Lite strips. 

IEF 17120

Uitspraak ingezonden door Astrid Janssen en Syb Terpstra, De Brauw Blackstone Westbroek

Merk Mall of the Netherlands vervalt door geen normaal gebruik in periode van 5 jaar

Rechtbank Noord-Holland 20 sep 2017, IEF 17120; (Hoogh Catharijne tegen Rodamco Nederland Winkels), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/merk-mall-of-the-netherlands-vervalt-door-geen-normaal-gebruik-in-periode-van-5-jaar

Rechtbank Noord-Holland 20 september 2017, IEF 17120; IEFbe 2347 (Hoogh Catharijne tegen Rodamco Nederland Winkels) Vervallenverklaring Benelux-merkenrecht. RNW is onderdeel van de Unibail-Rodamco Groep en is sinds 2008 houdster van het Benelux-merk 'Mall of the Netherlands'. In juni 2016 heeft Unibail-Rodamco aangekondigd dat zij haar winkelcentrum in Leidschendam gaat ontwikkelen tot Mall of the Netherlands. Hoogh Catharijne, winkelcentrum in Utrecht, vordert de vervallenverklaring van de inschrijving van het merk. De rechtbank wijst deze vordering toe. Gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar is zonder geldige reden geen normaal gebruik van het oudere merk gemaakt binnen het Benelux-gebied. Het recht op het Benelux-merk wordt vervallen verklaard en de rechtbank haalt de inschrijving door voor alle waren en diensten waarvoor het is ingeschreven. Hoogh Catharijne maakt met het gebruik van de woorden 'Mall of the Netherlands' geen inbreuk op de Benelux-merkrechten van URNW. 

IEF 17117

Inbreuk merkenrecht door gebruik Lean and Green logo op vrachtwagen

Rechtbank Oost-Brabant 13 sep 2017, IEF 17117; ECLI:NL:RBOBR:2017:4856 (Stichting Connekt tegen Ebby Road), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/inbreuk-merkenrecht-door-gebruik-lean-and-green-logo-op-vrachtwagen

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 13 september 2017, IEF 17117; IEFbe 2346; ECLI:NL:RBOBR:2017:4856 (Stichting Connekt tegen Ebby Road) Inbreuk merkenrecht. Stichting Connekt biedt een "Lean and Green" programma aan voor bedrijven en overheid voor het stimuleren van duurzaamheid. Connekt is houdster van het Lean and Green logo als Europees Beeldmerk. Ebby Road, een transportonderneming die geen deelnemer is geweest aan het programma, heeft het logo afgebeeld op zijn vrachtwagens in de vorm van een sticker. Connekt stelt dat Ebby Road inbreuk op het merkenrecht van Connekt maakt door het logo zonder toestemming te gebruiken. Gedaagde heeft het logo jarenlang gebruikt, niet is vastgesteld of de stickers daadwerkelijk zijn verwijderd. In een e-mail van 14 februari 2017 heeft gedaagde in strijd met de waarheid verklaard dat de stickers op dat moment waren verwijderd. De voorzieningenrechter veroordeelt Ebby Road om het gebruik van het Lean and Green-logo op zijn voertuigen te staken, met een dwangsom van €1.000,- per dag. 

IEF 17113

Uitspraak ingezonden door Arnoud Martens en Iris Jansen, Van Benthem & Keulen

Exclu-Floors maakt inbreuk op merk ExcluFloorS, maar mag handelsnaam blijven gebruiken

Rechtbank Gelderland 13 sep 2017, IEF 17113; ECLI:NL:RBGEL:2017:4976 (ExcluFloorS tegen Exlu-Floors), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/exclu-floors-maakt-inbreuk-op-merk-exclufloors-maar-mag-handelsnaam-blijven-gebruiken

Rechtbank Gelderland 13 september 2017, IEF 17113; IEFbe 2345; ECLI:NL:RBGEL:2017:4976 (ExcluFloorS tegen Exlu-Floors) Inbreuk merkenrecht. ExcluFloorS en Exclu-Floors handelen beide in PVC vloeren. ExcluFloorS heeft een licentie voor het gebruik van het woord-/beeldmerk ExcluFloorS voor onder meer reparaties en installatiewerkzaamheden van PVC vloeren. Volgens ExcluFloorS maakt Exclu-Floors inbreuk op haar merk en handelsnaam. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een verrassende en ongebruikelijke samenstelling: het woord ExcluFloorS komt onderscheidingskracht toe. Gelet op de zeer grote mate van overeenstemming, de aangeboden waren waarvoor het merk en het teken worden gebruikt zijn dezelfde, en dat ExcluFloorS onderscheidend vermogen heeft kan bij afnemers van PVC-vloeren verwarring ontstaan. Beide partijen bieden exclusieve vloeren aan, waardoor de aard van de ondernemingen zeer nauw verwant is, maar dit doen zij in verschillende landen. ExcluFloorS is alleen gevestigd in Nederland en Exclu-Floors in België: gelet op de gescheiden markten maakt Exclu-Floors geen inbreuk op de handelsnaam van ExcluFloorS. 

IEF 17106

Groot begripsmatig verschil tussen SITA en SINA rijst

Rechtbank Den Haag 13 sep 2017, IEF 17106; ECLI:NL:RBDHA:2017:10421 (Sita tegen Sina), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/groot-begripsmatig-verschil-tussen-sita-en-sina-rijst

Rechtbank Den Haag 13 september 2017, IEF 17106; IEFbe 2342; ECLI:NL:RBDHA:2017:10421 (SITA tegen SINA) Merkenrecht. Eiser is houder van het Benelux en internationale woordmerk SITA voor rijst. Gedaagde importeert en verkoopt in Nederland rijst onder de naam SINA. Eiser vordert een merkinbreukverbod, opgave van informatie en een voorschot op schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat tussen SITA en SINA geen sprake is van gevaar voor directe- of indirecte verwarring. Het relevante publiek zijn mensen met een achtergrond in Islamitsiche culturen. Sina is een Islamitische mannelijke geleerde en welbekend in Islamitische kringen. Sita is de naam van een vrouw uit een bekend mythologisch verhaal. Dit levert een groot begripsmatig verschil op en weegt op tegen de fonetische en visuele overeenstemming. De vorderingen van eiser worden afgewezen. 

IEF 17107

De bescherming die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen krachtens Vo. 1234/2007 genieten kan niet worden aangevuld door nationaal recht

HvJ EU 14 sep 2017, IEF 17107; ECLI:EU:C:2017:693 (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/de-bescherming-die-beschermde-oorsprongsbenamingen-en-geografische-aanduidingen-krachtens-vo-1234-20

HvJ EU 14 september 2017, IEF 17107; IEFbe 2343; ECLI:EU:C:2017:693; C‑56/16 (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) Merkenrecht. Geografische aanduidingen. Zie eerder: IEF 16809. Het EUIPO heeft het teken 'Port Charlotte' ingeschreven als Uniemerk ter aanduiding van whisky, en wijst de door het IVDP ingestelde vordering tot nietigverklaring af. Gerecht EU wijst het beroep van IVDP gedeeltelijk toe. Het Hof oordeelt dat het Gerecht geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting heeft gegeven door de beginselen die het Hof in het arrest van 8 september 2009 heeft geformuleerd inzake de uniformiteit en exclusiviteit van de beschermingsregeling van verordening nr. 510/2006, toe te passen op de regeling van verordening nr. 1234/2007 aangezien hun doelstellingen en kenmerken vergelijkbaar zijn. Het Gerecht heeft wel blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bescherming die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen krachtens verordening nr. 1234/2007 genieten kan worden aangevuld door het toepasselijke nationale recht dat aanvullende bescherming biedt. Het Gerecht heeft terecht geoordeeld dat merk Port Charlotte geen gebruik van de oorsprongsbenaming 'Porto' of 'Port' inhoudt en dat de gemiddelde consument het merk niet zal associëren met portwijn met de betrokken oorsprongsbenaming. 

IEF 17102

Bijdrage ingezonden door Theo-Willem van Leeuwen, Merkenbureau Abcor

Testarossa vogelvrij? Normaal gebruik van een merk - bekend merk

Met een merk krijgt een bedrijf een monopolie op het gebruik van die naam. De wetgever heeft echter wel een aantal randvoorwaarden geformuleerd om dit gebruik aan banden te leggen. Een belangrijke eis is, dat een merk na vijf jaar ook echt normaal moet worden gebruikt.Maar, merken hebben niet het eeuwige leven. Denk maar aan V&D, Free record Shop, de SRV wagen etc. Als het merk vijf jaar niet meer normaal gebruikt is, kan in principe iedereen (die daarbij belang heeft) de doorhaling hiervan aanvragen. De vraag is daarom, wat is normaal gebruik en kan nu iedereen zomaar met een bekend merk aan de haal gaan als dit merk niet meer wordt gebruikt? Deze vraag staat centraal in de rechtszaak tegen Ferrari over het merk TESTAROSSA. Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC-kranten.

IEF 17100

Yoghurt Farm maakt auteurs-, woordmerk- en handelsnaaminbreuk op Yoghurt Barn

Rechtbank Noord-Nederland 13 sep 2017, IEF 17100; ECLI:NL:RBNNE:2017:3480 (Yoghurt Barn tegen EcoToko), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/yoghurt-farm-maakt-auteurs-woordmerk-en-handelsnaaminbreuk-op-yoghurt-barn

Rechtbank Noord-Nederland 13 september 2017, IEF 17100; ECLI:NL:RBNNE:2017:3480 (Yoghurt Barn tegen EcoToko) Inbreuk auteursrecht, woordmerk en handelsnaam. Yoghurt Barn verkoopt (biologische) yoghurt en heeft de term 'LOEI LEKKER' gedeponeerd als Benelux woordmerk en de afbeelding als Benelux beeldmerk. EcoToko opent een horecabedrijf onder de handelsnaam Yoghurt Farm. Op de website van Yoghurt Barn staat bij de omschrijving van de high tea, brunch en picknick de foto. Dezelfde foto wordt door EcoToko als profielfoto op Facebook en website gebruikt. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van beeldmerkinbreuk. De woordbestanddelen Yoghurt Barn missen onderscheidend vermogen en zouden als woordmerk moeten zijn geweigerd. Wel is sprake van handelsnaamrechtinbreuk. Het toegevoegde woord 'Farm' lijkt visueel, auditief en begripsmatig sterk op het woord 'Barn'. Beide woorden roepen bij het publiek de associatie op met een gebouw dat onderdeel uitmaakt van een boerenbedrijf. Hierdoor is verwarringsgevaar te duchten. EcoToko heeft zonder toestemming de foto van de auteursrechthebbende Yoghurt Barn op haar Facebook en website geplaatst. Deze verveelvoudiging levert een auteursrechtinbreuk op. De totaalindrukken van de bedrukking van de etalageruiten van beide partijen stemmen sterk overeen. De bedrukking van EcoToko, waaronder het woord 'Loei lekker' wordt als een verveelvoudiging c.q. nabootsing aangemerkt en levert inbreuk op het auteursrecht van de Yoghurt Barn op.