Rechtmatigheid van journalistieke uitlatingen over sublicentiëring in de Curaçaose goksector

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 20 mei 2025; IEF 22745; ECLI:NL:OGHACMB:2025:109 (Cyberluck, GRS en G-Force tegen geïntimeerde). Hoger beroep in kort geding. De zaak betreft een geschil tussen Cyberluck Curaçao N.V., GRS en F-Roce enerzijds en een journalist anderzijds, over uitlatingen met betrekking tot de Curaçaose gokindustrie, in het bijzonder over de praktijk van het verlenen van sublicenties. De zaak betreft onder meer vorderingen tot rectificatie en inzage in bescheiden op grond van artikel 843a Rv. GRS en G-Force verlenen beheersdiensten, Cyberluck verstrekt als master-licentiehouder sub-licenties aan kansspelaanbieders. In conventie vorderen appellanten dat de journalist diverse bevelen worden opgelegd, stellende dat er geen sprake is van illegale sublicenties en dat de uitlatingen van de journalist onjuist, ongefundeerd en bewust schadelijk zijn. Volgens hen zijn de beschuldigingen ernstig en belastend en is sprake van onrechtmatig handelen dat rectificatie rechtvaardigt. In eerste aanleg werd de vordering afgewezen met verwijzing naar de journalistieke vrijheid van meningsuiting.