Auteursrecht  

IEF 18172

Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm en Sam van Velze, bureau Brandeis.

Actieve rol Facebook bij advertenties leidt tot verwachting waken inbreuk IE-rechten PHV

Rechtbanken 21 dec 2018, IEF 18172; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/actieve-rol-facebook-bij-advertenties-leidt-tot-verwachting-waken-inbreuk-ie-rechten-phv

Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 december 2018, IEF 18172; RB 3273; IT 2694; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook) Merkenrecht. Auteursrecht. Tommy Hilfiger Europe (onderdeel PVH) heeft met Facebook een advertentieovereenkomst gesloten voor het merk Tommy Hilfiger op de platforms van Facebook. Tommy Hilfiger Licensing (onderdeel PVH) heeft o.a. het Benelux woordmerk TOMMY HILFIGER laten registreren. PVH heeft afbeeldingen in het geding gebracht van een aantal advertenties aangetroffen op Facebook en Instagram voor kleding en schoeisel met de naam "Tommy Hilfiger", die niet van haar afkomstig zijn. Facebook heeft deze verwijderd. PVH heeft Facebook verzocht om gegevens aan haar te verstrekken van de adverteerders die advertenties hebben geplaatst waarmee inbreuk werd gemaakt. Merkinbreuk Benelux-woordmerk Tommy Hilfiger door stelselmatig verschijnen advertenties die niet verwezen naar producten van PVH. Facebook kan geen beroep doen op vrijwaringsbepaling art. 6:196c BW: door controle van Facebook op advertenties, vastgelegd in het advertentiebeleid, bepaalt zij mede de inhoud en speelt zij dus een actieve rol. Van Facebook wordt verwacht dat zij passende maatregelen treft om stelselmatige inbreuken op IE-rechten van derden zoals PVH te voorkomen. Facebook niet zelf de inbreukmaker. Maatregelen Facebook onvoldoende effectief door telkens opduiken gewraakte advertenties. Privacybelangen staan niet in de weg van verstrekking gegevens: het gaat om adverteerders die bedrijfsmatig inbreukmakende artikelen aanbieden. Het beschikken over de gevraagde (persoons-)gegevens is voor PVH noodzakelijk om hiertegen te kunnen optreden. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.

IEF 18168

CvTA Jaarrapport 2017: Nieuwe eisen voor CBO's door Europese Richtlijn

, IEF 18168; https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/cvta-jaarrapport-2017-nieuwe-eisen-voor-cbo-s-door-europese-richtlijn

Via CvTA. Het College van Toezicht Auteursrechten publiceerde op 20 december 2018 het toezichtrapport over 2017. Dit rapport over het toezicht in het voorgaande jaar (2017) is net als het toezichtrapport over 2016 relatief laat gepubliceerd. Dit is, net als vorig jaar, een gevolg van het besluit van het College om in het toezichtrapport 2017 de (financiële) resultaten van de grootste CBO, Buma Stemra, te betrekken. Als gevolg van een bijzonder onderzoek dat Buma Stemra in 2017 heeft laten uitvoeren naar mogelijke onregelmatigheden in de financiële administratie en de wisseling van accountant begin 2018 is de jaarrekening 2017 van Buma Stemra, inclusief accountantsverklaring, eerst op 29 oktober 2018 vastgesteld.

U treft hier aan het toezichtrapport 2017 en het persbericht over dit toezichtrapport.

IEF 18165

Bjorn Schipper over ghostwriting en -producing in Muziekwereld

, IEF 18165; https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/bjorn-schipper-over-ghostwriting-en-producing-in-muziekwereld

Muziekwereld 3, 2018. Een veelgehoord gezegde binnen de elektronische muziek is dat een dj ook zelf zijn of haar eigen muziekproducties moet maken om zogenaamd credible te zijn. Los van dat hiermee de draaikunst van dj’s geweld wordt aangedaan – dj’s die geen eigen muziek produceren kunnen nog steeds draaikunstenaars zijn die dansvloeren in vervoering brengen – vormt dit gezegde een belangrijke verklaring voor de opkomst en het succes van ghostwriting en -producing in de elektronische muziek. In dit artikel bespreek ik de juridische positie van ghostwriters en -producers. Lees verder.

IEF 18158

Uitspraak ingezonden door Teun Pouw, De Clercq.

Verouderde website is geen geldig verweer voor tonen inbreukmakende producten

Rechtbanken 12 dec 2018, IEF 18158; ECLI:NL:RBDHA:2018:14824 (FPI Ghana tegen Koas c.s.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/verouderde-website-is-geen-geldig-verweer-voor-tonen-inbreukmakende-producten

Rechtbank Den Haag 12 december 2019, IEF 18158; ECLI:NL:RBDHA:2018:14824 (FPI Ghana tegen Koas c.s.) Merkenrecht. Auteursrecht. FPI Ghana gebruikt het teken "GhanaFresh" in combinatie met een afbeelding van een Afrikaanse vrouw die voor een hut aan het koken is. Y heeft een soortgelijk Uniewoord/beeldmerk ingeschreven. Koas c.s. heeft in Thailand voedingsmiddelen laten vervaardigen die onder meer in Nederland op de markt gebracht worden met dezelfde naam en hetzelfde teken. Dit gebeurde in kader van samenwerking met Afroline, waar Y eigenaar en bestuurder van is. EUIPO heeft het merk van Y ongeldig verklaard. FPI Ghana heeft vervolgens hun teken als Uniewoord/beeldmerk ingeschreven. Koas en Asia hebben producten niet afkomstig van FPI Ghana verhandeld met etiketten die identiek zijn aan het auteursrechtelijk beschermde werk van FPI Ghana. Het verweer van gedaagden dat FPI Ghana niet de auteursrechthebbende is omdat de directeur het logo naar eigen zeggen heeft ontworpen en er daarom geen sprake is van werkgeversauteursrecht, slaagt niet: op de producten van FPI Ghana is het werk met haar naam vermeld. Koas en Asia bestrijden niet dat voldaan is aan de voorwaarden uit art. 9 lid 2 sub a en/of b UMVo. Gesteld is dat zij geen inbreukmakende handelingen na inschrijving van het FPI Ghana-Uniemerk maken. Echter worden de producten nog wel op de website van Koas aangeboden. Zij is als exploitant aansprakelijk en verantwoordelijk om de inhoud van haar website up to date te houden. Vorderingen toegewezen.

IEF 18157

Uitspraak ingezonden door Charlotte Meindersma, Charlotte's Law.

Schadevergoeding bestaande uit winst inbreukmakend boek en licentievergoeding voor auteur Babyboek voor prematuren

Rechtbanken 12 dec 2018, IEF 18157; (Babyboek voor prematuren), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/schadevergoeding-bestaande-uit-winst-inbreukmakend-boek-en-licentievergoeding-voor-auteur-babyboek-v

Ktr. Rechtbank Den Haag 12 december 2018, IEF 18157 (Babyboek voor prematuren) Auteursrecht. In aansluiting op het vonnis van [IEF 17778] zullen de vorderingen van W om de auteursrechtinbreuk te staken, de exemplaren van het inbreukmakende boek terug te doen halen, het promotiemateriaal niet beschikbaar te maken en een dwangsom te verbeuren bij overtreding hiervan, toegewezen worden. In totaal zijn er naar het oordeel van de kantonrechter 17 inbreukmakende boeken verkocht, zoals W heeft onderbouwd en D onvoldoende heeft betwist. De schadevergoeding in verband met het inbreuk op auteursrecht bedraagt daarom 17 x de netto winst per boek. Door de naam van W niet in haar boek te vermelden, heeft D inbreuk gemaakt op het persoonlijkheidsrecht van W. Indien D tevoren toestemming zou hebben gevraagd, dan zou W de licentievergoeding van €447,91 hebben gevraagd. Tegen de hoogte van de licentievergoeding heeft D geen verweer gevoerd. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.

IEF 18156

Uitspraak ingezonden door Nanda de Jongh-Ruyters & Anniek Schalekamp, BRight Advocaten.

Vorderingen afgewezen, elementen kerstversiering Edelman banaal/triviaal

Rechtbanken 12 dec 2018, IEF 18156; (Edelman tegen Casa), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-elementen-kerstversiering-edelman-banaal-triviaal

Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 december 2018, IEF 18156 (Edelman tegen Casa) Modelrecht. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Edelman heeft een ster en kerstboom op de markt gebracht van zwart metaal en ze worden verlicht met LED lampjes aan een lichtsnoer van het type "snake lights". De kerstversiering is op grond van de GModVo geregistreerd als model. Edelman stelt dat Casa identieke kopieën heeft gemaakt en inbreuk maakt op haar auteurs- en modelrecht. In verband met een prejudiciele vraag die nog voor ligt aan het HvJ EU, kan de voorzieningenrechter niet beoordelen of zij bevoegd is met betrekking tot de GModVo. Ook kan er met recht worden getwijfeld aan de vraag of de producten wel een eigen oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen. Het belangrijkste element is de overbekende vorm van de kerstboom en ster. De overige elementen zoals het gebruik van metaal, de kleur zwart, het lichtsnoer en de afstand tussen de lampjes is gangbaar (ofwel banaal of triviaal). Geen auteursrechtinbreuk. Ook is er om deze reden geen eigen gezicht op de markt. Geen slaafse nabootsing. Vorderingen afgewezen.

IEF 18148

Uitspraak ingezonden door Anniek Schalekamp & Nanda de Jongh-Ruyters, BRight Advocaten.

Vorderingen afgewezen, depot te kwader trouw ouder merk Ribatutta Ensemble

Rechtbanken 27 nov 2018, IEF 18148; (Ribattuta), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-depot-te-kwader-trouw-ouder-merk-ribatutta-ensemble

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 27 november 2018, IEF 18148 (Ribattuta) Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Auteursrecht. Oneerlijke handelspraktijken. Eiser stelt o.a. dat er inbreuk is gepleegd op het Benelux woordmerk "Ribatutta ensemble", die 8 juni 2018 geregistreerd is. Drie dagen later heeft gedaagde hiernaast afgebeelde Benelux beeldmerk geregistreerd. Merkenrechtelijk beschouwd geldt dat eiser een ouder merkrecht heeft en dat hij dit eerdere recht ook tegenover gedaagde kan inroepen. Een beroep op art. 2.20 lid 1 onder a BVIE slaagt niet omdat het woordmerk niet gelijk is aan de gebruikte tekens door gedaagde. Een beroep op art. 2.20 lid 1 onder b BVIE slaagt niet omdat gedaagde de benaming Ribatutta Musica al sinds 2016 te goeder trouw gebruikt en dat het merkdepot door eiser van het woordmerk moet worden aangemerkt als een depot te kwader trouw. Vorderingen afgewezen.

IEF 18145

Prejudicieel gestelde vragen: is het feit dat een licentiehouder van software zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst een auteursrechtinbreuk of kan hiervoor een afzonderlijke regeling gelden?

HvJ EU 16 okt 2018, IEF 18145; (Free Mobile tegen IT Development), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-is-het-feit-dat-een-licentiehouder-van-software-zich-niet-houdt-aan-de

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 oktober 2018, IEF 18145; IT 2689; IEFbe 2799; C-666/18 (Free Mobile tegen IT Development) Via Minbuza. Free Mobile is een aanbieder van mobiele telefonie op de Franse markt. Bij overeenkomst van 25.08.2010 heeft IT Development aan Free Mobile een licentie verleend en een onderhoudscontract met haar afgesloten voor het softwarepakket ClickOnSite. IT Development heeft aangevoerd dat er in strijd met de licentieovereenkomst wijzigingen zijn aangebracht in de software en heeft op 22.05.2015 inbeslagneming wegens inbreuk laten verrichten ten kantore van de onderneming Coraso, een subcontractant van Free Mobile. Volgens Free Mobile zijn de verzoeken op grond van inbreuk niet ontvankelijk. Daarnaast stelt Free Mobile dat de originaliteit van de software niet is bewezen en dat de handelingen voor beslag inzake inbreuk nietig zijn. Ook stelt Free Mobile dat de aangebrachte wijzigingen alleen betrekking hebben op de eigen database van de licentiehouders en dat de clausule waarin is bepaald dat het softwarepakket niet mag worden gewijzigd in strijd is met de bepalingen van het wetboek van intellectuele eigendom. Deze bepalingen moeten worden geacht niet te zijn geschreven. De rechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van IT Development niet-ontvankelijk verklaard. IT Development heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en de rechter in tweede aanleg verzocht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof. In eerste aanleg waren de verzoeken van IT Development uitsluitend gebaseerd op inbreuk. In hoger beroep zijn zij subsidiair tevens gebaseerd op de contractuele aansprakelijkheid.

IEF 18144

Beroep op werkgeversauteursrecht faalt, gemaakt werk valt niet onder arbeidsovereenkomst vallende taken

Gerechtshoven 4 dec 2018, IEF 18144; ECLI:NL:GHSHE:2018:5074 (Ontworpen logo exwerknemer), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/beroep-op-werkgeversauteursrecht-faalt-gemaakt-werk-valt-niet-onder-arbeidsovereenkomst-vallende-tak

Hof 's-Hertogenbosch 4 december 2018, IEF 18144; ECLI:NL:GHSHE:2018:5074 (Ontworpen logo exwerknemer) Auteursrecht. Merkenrecht. Appellante ontwerpt en verkoopt kinderkleding. De arbeidsovereenkomsten van geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 bevatten een geheimhoudingsbeding en verbod op nevenwerkzaamheden, maar geen concurrentiebeding. Geïntimeerde 1 heeft haar overeenkomst opgezegd en de partner heeft het woord-/beeldmerk merk geregistreerd bij het BBIE. Geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 ontwerpen en verhandelen kinderkleding binnen vennootschap 4 onder het merk. Appellante stelt dat niet kan worden uitgesloten dat het logo van merk door geïntimeerde 1 is ontworpen tijdens haar dienstverband bij appellante, in welk geval het auteursrecht op dat logo aan appellante zou toebehoren. Art. 7 Aw heeft echter slechts betrekking op werken die zijn gemaakt overeenkomstig de taakomschrijving van de werknemer binnen het bedrijf van de werkgever. In dit geval is niet gebleken en niet aannemelijk dat het ontwerpen van het bedoelde logo, indien dat door geïntimeerden tijdens hun dienstverband zou zijn gebeurd, behoorde tot de onder hun arbeidsovereenkomst vallende taken. Hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor zover dit aan het oordeel van het hof is onderworpen.

IEF 18142

Grief slaagt, Nikki Amsterdam maakt auteursrechtinbreuk op speaker-lamp-wijnkoeler Nomenta

Gerechtshoven 27 nov 2018, IEF 18142; ECLI:NL:GHAMS:2018:4334 (Nomenta tegen Nikki Amsterdam), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/grief-slaagt-nikki-amsterdam-maakt-auteursrechtinbreuk-op-speaker-lamp-wijnkoeler-nomenta

Hof Amsterdam 27 november 2018, IEF 18142; ECLI:NL:GHAMS:2018:4334 (Nomenta tegen Nikki Amsterdam) Auteursrecht. Nomenta heeft aan Gavefabrikken een speaker-lamp-wijnkoeler ("naam 1") geleverd. Tussen Nomenta en Gavefabrikken is een onderhandse akte opgemaakt waarin Gavefabrikken het auteursrecht op naam 1 heeft overgedragen aan Nomenta. Nomenta heeft een partij van 750 exemplaren van naam 1 geleverd aan Wierdijk. Deze heeft het daarna doorverkocht aan Nikki. Nikki is begonnen met de verkoop van naam 1, maar verkoopt ze onder naam 2. Partijen zijn er over eens dat naam 2 gelijk is aan naam 1, behalve het leren hengsel dat Nikki heeft gestanst. Nomenta stelt dat zij als maker moet worden beschouwd omdat het auteursrecht bij haar is komen te berusten door de onderhandse akte met Gavefabrikken. Nikki stelt dat de openbaarmaking van Gavefabrikken, anders dan art. 8 Aw vereist, niet de eerste openbaarmaking van naam 1 was nu deze wel moet zijn voorafgegaan door een openbaarmaking door de fabriek die de uiteindelijk door Gavefabrikken aangeboden naam 1 heeft vervaardigd en uitgeleverd. Dit miskent echter de strekking van art. 8 Aw, die meebrengt dat pas de openbaarmaking die leidt tot een min of meer ruimte mate van kenbaarheid van het werk buiten de kring van de betrokkenen bij het creatie- en productieproces, kan worden beschouwd als de openbaarmaking van het in art. 8 Aw bedoelde rechtsgevolg. Grief slaagt, vernietiging van het vonnis waarvan beroep.