Auteursrecht  

IEF 18361

Auteursrechten komen toe aan producent, niet aan afnemer private label

Rechtbanken 21 nov 2018, IEF 18361; ECLI:NL:RBAMS:2018:8424 (Esterel tegen X en Cobeco), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/auteursrechten-komen-toe-aan-producent-niet-aan-afnemer-private-label

Rechtbank Amsterdam 18 november 2018, IEF18361; ECLI:NL:RBAMS:2018:8424 (Esterel tegen X en Cobeco)  Auteursrecht. Gedaagde verkoopt producten van Esterel als groothandel. Cobeco produceert producten als 'private label', ook voor gedaagde. De auteursrechten op de verpakkingen komen toe aan Esterel. Deze zijn niet overgegaan op gedaagde omdat gedaagde een moederbedrijf is dat het bedrijf dat de verpakking zou hebben ontworpen heeft overgenomen. Er is geen daartoe bestemde akte voor auteursrechtoverdracht. Esterel heeft stukken overgelegd waaruit volgt dat bepaalde producten door derden zijn ontworpen en de auteursrechten aan haar zijn overgedragen. De overige producten zijn door eigen ontwerpers ontworpen en op grond van het werkgeversauteursrecht is Esterel is rechthebbende. Omdat de totaalindrukken van de verpakkingen met die van de Cobeco-producten overeenkomen, is er sprake van auteursrechtinbreuk . De rechtbank is onbevoegd voor wat betreft de inbreuk op de Uniemerken.

IEF 18353

Uitspraak is ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, Victor Bouman, Wieringa Advocaten en Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

HR: 'Geen reputatieschade architect' is niet onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd

Hoge Raad 29 mrt 2019, IEF 18353; ECLI:NL:HR:2019:451 (D tegen De 4 Jaargetijden), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/hr-geen-reputatieschade-architect-is-niet-onbegrijpelijk-en-voldoende-gemotiveerd

HR 29 maart 2019, IEF 18353; ECLI:NL:HR:2019:451 (Architect tegen De 4 jaargetijden) Auteursrecht. Eiser is architect. Verweerder is De 4 Jaargetijden, projectontwikkelaar en sinds 2015 eigenaar van een kantoorpand. Het pand heeft voor de aankoop een aantal jaren leeg gestaan en maakt deel uit van een complex, dat sinds de 18e eeuw heeft gediend als bestuurscentrum van de Noord-Hollandse waterschappen. Eiser heeft in 1978 het complex uitgebreid met kantoorbebouwing. De 4 Jaargetijden heeft voorbereidingen getroffen voor de verbouwing van het kantoorpand tot een achttal appartementen. De rechtbank wijst het beroep van de architect op zijn persoonlijkheidsrechten af [IEF 16422], het hof bekrachtig dit vonnis [IEF 17232]. Het oordeel van het hof dat de eiser geen reputatieschade kan leiden door aantasting van de (zuid)gevel is niet onbegrijpelijk, en voldoende gemotiveerd. Ook het oordeel van het hof - dat de omstandigheid dat eiser zich heeft opengesteld voor overleg en alternatieven heeft aangedragen, niet met zich meebrengt dat zijn verzet redelijk is - is ook zonder nadere motivering voldoende begrijpelijk. De cassatie wordt afgewezen.

IEF 18352

Uitspraak ingezonden door Erik Jonkman en Simon Sanders, CMS.

Opzegregeling overeenkomst bouwsoftware is niet van toepassing op onderliggende licenties

Rechtbank Midden-Nederland 29 mrt 2019, IEF 18352; (Kraan tegen BAM), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/opzegregeling-overeenkomst-bouwsoftware-is-niet-van-toepassing-op-onderliggende-licenties

Rechtbank Midden-Nederland 29 maart 2019 (Kraan tegen BAM). Eiser is Kraan Bouwcomputing, een bedrijf gespecialiseerd in bouwsoftware. Verweerder is BAM, een bouwbedrijf. Partijen hebben een raamovereenkomst gesloten genaamd Total Service Overeenkomst (TSO), op grond waarvan aan BAM het gebruiksrecht is verleend op door Kraan ontwikkelde software, inclusief onderhoud en ondersteuning. In de bijlage bij de TSO zijn de diverse softwaremodules en het aantal licenties geregeld. Er ontstaat een geschil over de uitleg van een licentieovereenkomst, waarbij Kraan stelt dat de opzegregeling uit de TSO ook van toepassing is bij het opzeggen van een aantal licenties. De opzegregeling van de TSO is niet eveneens van toepassing is op het op- en afschalen van de diverse, onderliggende licentieovereenkomsten. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 18333

Contractuele boete voor voortzetten gebruik Hyundai-logo door voormalig dealer

Rechtbanken 13 mrt 2019, IEF 18333; ECLI:NL:RBDHA:2019:2591 (Hyundai tegen X), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/contractuele-boete-voor-voortzetten-gebruik-hyundai-logo-door-voormalig-dealer

Rechtbank Den Haag 13 maart 2019, IEF 18333; ECLI:NL:RBDHA:2019:2591 (Hyundai tegen X) Merkgebruik na einde dealer- en reparateurovereenkomst. Auteursrecht. Boetebepaling, uitleg en beroep op matiging. Reconventie. Mededingingsrecht. Hyundai is fabrikant van personenauto’s en lichte bedrijfswagens die wereldwijd op de markt worden gebracht. Zij houdt in deze hoedanigheid meerdere merken. X exploiteert twee garagebedrijven. Hyundai gebruikt voor distributie een selectief distributiestelsel. Tussen Hyundai en X is een dealerovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst werd als gevolg van een reorganisatie van het distributiesysteem van Hyundai beëindigd. Hierna werd het X verboden gebruik te maken van het Hyundai logo (dat is ingeschreven als merk). X heeft hierna echter het merk gebruikt, en vordert in reconventie dan ook het merk te mogen blijven gebruiken. Het gebruik vormt een inbreuk op de merk- en auteursrechten van Hyundai, nu er een reële kans is dat de indruk van een commerciële band wordt gewekt. Derhalve is een contractuele boete verschuldigd.

IEF 18338

Weglaten naam auteur is voldoende reden tot intrekking toestemming

Kantonrechter 20 feb 2019, IEF 18338; ECLI:NL:RBMNE:2019:630 (auteursrecht na affectieve relatie), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/weglaten-naam-auteur-is-voldoende-reden-tot-intrekking-toestemming

Ktr. Rechtbank Midden Nederland 20 februari 2019, IEF 18338; ECLI:NL:RBMNE:2019:630 (auteursrecht na affectieve relatie) Auteursrecht. Eiseres is fotograaf en verkoopt haar foto’s via haar website. Gedaagde heeft een eenmanszaak gericht op de verzorging van paarden. Daarnaast houdt Gedaagde zich bezig met het bestrijden van dierenleed en met de staat van een bepaald landschap. Partijen hebben een affectieve relatie gehad en gedurende deze relatie samen foto’s en een tekening samen gemaakt en op internet geplaatst. Na het beëindigen van de relatie heeft gedaagde deze beeltenissen online gehouden, maar de naam van eiseres verwijderd. Vast staat dat eiseres aanvankelijk toestemming heeft gegeven voor het gebruik van de foto’s maar deze later heeft ingetrokken. Het intrekken van deze toestemming levert geen misbruik van bevoegdheid op. Wat betreft de tekening: aangenomen moet worden dat zowel gedaagde als eiseres hierop auteursrechten hebben, waardoor gedaagde onrechtmatig handelt door de naam van eiseres weg te laten. Er is geen grond om een algeheel gebruiksverbod van het werk van eiseres op te leggen aan gedaagde. Schadevergoeding zoals licentievergoeding: € 225,00 per jaar, met opslag van 25% te hanteren als vergoeding voor geleden schade vanwege misgelopen naamsbekendheid. De totale schadevergoeding bedraagt dus € 843,75 (3 x € 281,25).

IEF 18336

Uitspraak ingezonden door Ron Lamme, Boekx.

BijlmerBajes Events maakt inbreuk op auteursrechten door foto van crimineel te gebruiken

Rechtbanken 22 mrt 2019, IEF 18336; (X tegen BijlmerBajes Events), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/bijlmerbajes-events-maakt-inbreuk-op-auteursrechten-door-foto-van-crimineel-te-gebruiken

Ktr. Rechtbank Amsterdam 22 maart 2019, IEF 18336 (X tegen BijlmerBajes Events) Auteursrecht. X is fotograaf, en exploiteert een website waarop hij door hem gemaakte foto’s plaatst. BijlmerBajes Events is een eenmanszaak die zich bezighoudt met het organiseren van activiteiten in de Bijlmerbajes. X heeft een foto van een bekende crimineel genomen en op haar website geplaatst. X heeft deze overgenomen, afgedrukt op canvas, en in een van de ruimtes in de Bijlmerbajes opgehangen. Er zijn creatieve keuzes gemaakt, er is geen sprake van een citaat nu niet is voldaan aan de eisen van functionaliteit en proportionaliteit. Er is geen sprake van incidentele verwerking als bedoeld in 18a Aw nu de foto een van de grootste in de collage is en vooral de aandacht trekt. Voor de promotievideo waarin de foto voorkomt staat niet vast dat dit een zeer bewuste keuze is geweest. Een punitieve schadevergoeding wordt niet toegekend. De uiteindelijke schadevergoeding (licentievergoeding en opslag voor inbreuk op persoonlijkheidsrechten) wordt bepaald op € 625, de proceskosten worden gedeeld.

IEF 18337

Auteursrechtinbreuk op foto kopstaartbotsing

Rechtbanken 6 mrt 2019, IEF 18337; ECLI:NL:RBLIM:2019:2046 (Foto kopstaartbotsing ), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-foto-kopstaartbotsing

Ktr. Rechtbank Limburg 6 maart 2019, IEF 18337; ECLI:NL:RBLIM:2019:2046 (foto kopstaartbotsing) Auteursrecht. Eiser is een professioneel fotograaf. Hij heeft een kopstaartbotsing gefotografeerd en is auteursrechthebbende op deze foto. Gedaagde exploiteert een gratis oefenwebsite voor NT2-leerlingen. De foto was op deze website geplaatst, zonder toestemming en naamsvermelding. Gedaagde voert aan dat hij de naam van eiser niet met opzet niet heeft vermeld en aldus niet te kwader trouw heeft gehandeld. De Auteurswet vereist voor inbreuk echter geen opzet of kwade trouw. Ook het onbewust schenden van het auteursrecht komt voor rekening en risico van gedaagde. Daarbij komt dat gedaagde een (professionele) ondernemer is, zodat van hem mocht worden verwacht dat hij zich ervan had vergewist of de foto auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van de foto is alvorens tot openbaarmaking over te gaan. Het verweer dat de foto slechts een korte periode op de website zichtbaar was, kan niet tot het oordeel leiden dat geen sprake is van een auteursrechtinbreuk. Ditzelfde geldt voor het verweer dat de website slechts een beperkt aantal bezoekers kent. 

IEF 18332

Vragen aan HvJ EU: Is auteursrechtelijke bescherming vouwfiets uitgesloten als verschijningsvorm noodzakelijk is voor technisch resultaat?

HvJ EU 18 dec 2018, IEF 18332; (Brompton Bicycle), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-auteursrechtelijke-bescherming-vouwfiets-uitgesloten-als-verschijningsvorm-nood

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 december 2018, IEF 18332; IEFbe 2853; C-833/18 (Brompton Bicycle) Via MinBuza: Brompton Bicycle beschuldigt CHEDECH ervan inbreuk te maken op Brompton’s auteursrecht betreffende haar vouwfietsen. Net als de vouwfietsen van CHEDECH, hebben die van Brompton drie standen (gevouwen, open en stand-by). Brompton meent daarom dat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht door de identieke verschijningsvormen van de vouwfietsen. Richtlijn 2001/29/EG bepaalt dat voor gebruiksvoorwerpen auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is indien het gaat om verschijningsvormen die noodzakelijk zijn voor het bereiken van het technische resultaat. CHEDECH stelt dat dit laatste in deze zaak ook het geval is. In de Belgische rechtspraak wordt om de noodzakelijkheid te bepalen het onlosmakelijke verbandcriterium toegepast. Het Hof past een ander criterium toe, namelijk het oorzakelijkheidscriterium. In dat licht wenst de verwijzende Belgische rechter duidelijkheid van het Hof.

IEF 18327

Verminkt op de website geplaatst logo is inbreuk op auteursrechten

Rechtbanken 6 mrt 2019, IEF 18327; ECLI:NL:RBMNE:2019:960 (logo met licentie), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/verminkt-op-de-website-geplaatst-logo-is-inbreuk-op-auteursrechten

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 6 maart 2019, IEF18327; ECLI:NL:RBMNE:2019:960 (logo met licentie) Eiseres is grafisch vormgeefster. Zij heeft in 2011 in opdracht van de stichting een logo ontworpen. De stichting heeft hierna een exclusieve licentie verkregen voor het gebruik van dit logo, zoals dat gebruik van het ontwerp, waarvoor op het moment van het verstrekken van de opdracht vaststaande voornemens bestonden. Hierna heeft eiseres geconstateerd dat het logo op manieren strijdig met deze afspraak werd gebruikt. De voorwaarden uit het contract zijn echter niet geschonden, nu de stichting niet de indruk heeft gewekt dat zij aan derden mocht licentiëren. Dat de stichting na sommatie door eiseres het logo heeft verwijderd, toont niet aan dat er sprake is van inbreuk. Wel is het plaatsen van het verminkte logo op haar website een onrechtmatige openbaarmaking. Er is dus een inbreuk op de auteursrechten van eiseres.

IEF 18324

Van ondernemers mag besef verwacht worden dat er risico op merkinbreuk is

Antilliaanse Gerechten 20 feb 2019, IEF 18324; ECLI:NL:OGEAA:2019:102 (Vineyard tegen detailhandelaren), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/van-ondernemers-mag-besef-verwacht-worden-dat-er-risico-op-merkinbreuk-is

Gerecht in eerste aanleg van Aruba 20 februari 2019, IEF 18324; ECLI:NL:OGEAA:2019:102 (Vineyard tegen detailhandelaren). Merkinbreuk. Informatieplicht. Eiseres is rechthebbende tot het woordmerk ‘Vineyard Vines’ en het beeldmerk met de afbeelding van een walvis. Gedaagden zijn detailhandelaren die in Aruba kleding en souvenirs verkopen. Gedaagden hebben in hun winkels namaakartikelen met het beeld- en woordmerk van eiseres (althans een variant daarvan, Vineyard Vines Aruba) te koop aangeboden. De gedaagden verklaren deze artikelen gekocht te hebben van iemand die bij hen in de winkel kwam en deze te koop aanbood. De rechter stelt dat op het moment dat op een dergelijke wijze goederen, met name merkkleding, worden aangeschaft, er redelijkerwijs geen twijfel over kan bestaan dat het om namaakartikelen of parallelle import gaat en dat een groot risico bestaat op merkinbreuk. Van gedaagden, die allen ondernemers zijn, mag worden verwacht dat zij dit beseffen.
Gedaagden hebben verklaard de inbreukmakende artikelen contant te hebben ingekocht bij een persoon van wie verder de identiteit, volgens hun opgave, niet bekend is. Gedaagden stellen niet te weten wat de naam en de contactgegevens van deze persoon zijn. Het gerecht wijst gedaagden erop dat op hen een administratieplicht rust, waar zij zich aan dienen te houden. Dat gedaagden voornamelijk uit andere delen van de wereld komen waar van hen wellicht niet verwacht wordt dat hun administratie op orde is, maakt het voorgaande niet anders.