Reclamerecht  

IEF 7811

De gedrags- en reclamecode

Kamerstukken II 2008/09, 24557, nr. 97. Kansspelen; Verslag algemeen overleg op 19 maart 2009

Minister Hirsch Ballin: "Dan de gedrags- en reclamecode. Ik heb in antwoord op schriftelijke vragen aangegeven dat bij sommige reclamecampagnes evenwicht en zorgvuldigheid ontbraken. De vergunninghouders hebben mij eind vorig jaar het evaluatierapport van de Gedrags- en Reclamecode gestuurd. Daarop zal ik binnenkort met een reactie komen. Daarover zal ik eerst nog contact hebben met de vergunninghouders. De regulerende werking van de huidige code is ontoereikend gebleken. Vandaar dat die code naar mijn oordeel zal moeten worden aangescherpt. Als dat niet gaat via de code, dan hebben wij nog de Wet oneerlijke handelspraktijken die mogelijkheden biedt tot aanpassing van de regelgeving of de vergunningen."

Lees het verslag hier.

IEF 7810

De kredietconsument

Kamerstukken II 2008/09, 31911, nr. 3. Voorstel van wet van de leden Blanksma-van den Heuvel en Spekman tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot televisiereclame over geldkrediet. Memorie van toelichting 

"3.1 Verbod op het in beeld of ten gehore brengen van goederen of diensten die met het in de reclame-uiting aangeboden geldkrediet kunnen worden aangeschaft

Het huidige verbod op misleidende reclame willen de indieners daarom uitbreiden met een verbod op dergelijke verleidende geldkredietreclames. Ingevolge dit wetsvoorstel wordt het verboden om in een televisiereclame voor geldkrediet tegelijkertijd goederen of diensten in beeld of ten gehore te brengen, die met het aangeboden geldkrediet zouden kunnen worden aangeschaft. Een reclame mag voortaan alleen informatie bevatten waarmee de kredietconsument zich kan oriënteren op de kredietmarkt. Dit betekent dat in geldkredietreclames op televisie geen goederen en diensten meer in beeld mogen worden gebracht, ook niet op de achtergrond. Met het stellen van deze eisen houdt de kredietconsument de mogelijkheid om zich via tv-kredietreclames te oriënteren op de aanbieders op de kredietmarkt, maar wordt hij beter beschermd tegen misleiding en verleiding."

Lees hier meer.

IEF 7805

Een boodschap die afkomstig is van een onafhankelijke derde

HvJ EG, 2 april 2009, zaak C-421/07, Frede Damgaard (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Vestre Landsret (Denemarken) in de strafzaak tegen Frede Damgaard)

Reclamerecht. Geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Richtlijn 2001/83/EG. Begrip ‚reclame’. Verspreiding van informatie over geneesmiddel door derde op diens eigen initiatief. Een boodschap die afkomstig is van een onafhankelijke derde, kan een reclamekarakter hebben.

"Artikel 86 van richtlijn 2001/83/EG (…) tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (…) moet aldus worden uitgelegd dat de verspreiding door een derde van informatie over een geneesmiddel, met name over de therapeutische of profylactische werking ervan, kan worden aangemerkt als reclame in de zin van dit artikel, indien deze derde op eigen initiatief handelt en feitelijk en rechtens volledig onafhankelijk is van de fabrikant of de verkoper van dat geneesmiddel. Het staat aan de nationale rechter, te bepalen of deze verspreiding een vorm van colportage, marktverkenning of stimulering vormt die is bedoeld ter bevordering van het voorschrijven, het afleveren, de verkoop of het verbruik van geneesmiddelen."

Lees het arrest hier.

IEF 7734

Valse hoop geven

Kamerstukken II 2008/09, vraagnr. 2009Z04380. Vragen van het lid Zijlstra (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het niet-werkzame medicijn Artrosilium. (Ingezonden 11 maart 2009)

Vraag 1:  Bent u op de hoogte van het bestaan van het middel Artrosilium, dat volgens advertenties zou helpen tegen artrose? Bent u tevens op de hoogte van de agressieve vorm van reclame die voor dit middel gebruikt wordt en van het feit dat de Reclame Code Commissie reeds tot drie keer toe de advertenties van Artrosilium als misleidend heeft bestempeld?

Vraag 4: Deelt u de mening dat agressieve en misleidende reclame voor medische middelen zieke mensen valse hoop
geeft?

Lees alle vragen hier.

 

IEF 7678

Op een evenement

No butts on the beachRechtbank Rotterdam, 20 februari 2009,  LJN: BH5909, Philip Morris Holland B.V. tegen de minister van VWS (Beachpop)

Reclamerecht. Tabaksreclame. Overtreding van het reclameverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, Tabakswet. Geen reguliere presentatie van tabaksproducten. Verweerders handhavingspraktijk terzake acht de rechtbank voldoende stelselmatig en consistent. Overtreding heeft plaatsgevonden op een evenement dat werd bezocht door onder meer jongeren. De door eiseres gestelde omstandigheden zijn geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder gebruik diende te maken van de bevoegdheid om de aan eiseres opgelegde boete te matigen. Wederom prachtig verbalisantenproza:

”De controleambtenaar van de Voedsel en Warenautoriteit heeft blijkens diens proces-verbaal van 9 augustus 2004 op 27 juni 2004 het evenement ‘Beachpop’ op het strand van Bloemendaal bezocht : ”Ik zag daar een stand waarop ik met grote rode letters zag geschreven “Cigarettes”. Ik zag dat de stand geheel rood was. Ik zag dat er op de toonbank een display stond met zilverkleurige pakken. Ik zag dat het pakken Marlboro special edition waren zijnde een tabaksproduct, zoals bedoeld in artikel 1, onder a, van de Tabakswet. Ik zag dat er een meisje achter de toonbank zat, gekleed in de kleuren rood en zilver. Ik zag dat de bovenkant van de toonbank doorzichtig was en dat er daaronder pakken sigaretten lagen van de merken Marlboro, Chesterfield, L&M en Phillip Morris, zijnde tabaksproducten, zoals bedoeld in artikel 1 onder a van de Tabakswet. Alle merken zijn door Philip Morris geproduceerd. Ik zag personen die bij de stand sigaretten kregen tegen betaling.”

Lees de uitspraak hier.

IEF 7677

Geen reguliere presentatie

Pinkpop 2006Rechtbank Rotterdam, 20 februari 2009,  LJN: BH5920, Theodorus Niemeyer B.V. tegen de minsister van VWS. (Pinkpop)

Reclamerecht. Overtreding van het reclame- en sponsoringverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, Tabakswet. Geen reguliere presentatie van tabaksproducten. Voor het aannemen van sponsoring is in het onderhavige geval doorslaggevend dat door betaling van een geldbedrag eiseres exclusiviteit van de verkoop van haar merken van tabaksproducten heeft verkregen. De door eiseres gestelde omstandigheden zijn geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder gebruik diende te maken van de bevoegdheid om de aan eiseres opgelegde boete te matigen. 

"De verbalisanten hebben tijdens hun bezoek aan Pinkpop 2006 vastgesteld dat eiseres aldaar aanwezig was met een grote verkoopstand met vermelding (tot twee keer toe) van het opschrift “Tobacco Shop”. Deze Tobacco Shop was ongeveer 8 meter breed met aan beide zijden een toren van ongeveer 5 meter hoog, waarop de aanduiding “Tobacco Shop”was vermeld. Het middelste gedeelte, de verkoopbalie, was fel verlicht en voorzien van verschillende spotlights. Voorts was er tegen de achterwand van de verkoopbalie een overzicht van door eiseres gevoerde merken met verkoopprijsaanduiding bevestigd. Op een achterwand werd een deel van de op het overzicht genoemde merkenversies tentoongesteld. Het betrof de merken Lucky Strike, Pall Mall, Bar Clay en Dunhill. Aan bezoekers van Pinkpop 2006 werden aan de verkoopbalie tabaksproducten verkocht."
 
 Lees de uitspraak hier.

IEF 7676

Het aanprijzen van eetwaren

Rechtbank Rotterdam, 5 maart 2009, LJN: BH5927, Mix Media B.V. tegen  de minister van VWS (Tijdschrift Gezondheid/Gezond NU’

Reclamerecht. Het aanprijzen van eetwaren met gebruikmaking van een medische claim in een tijdschriftartikel is een overtreding van artikel 20, tweede lid, aanhef en onder a, Warenwet. Onvoldoende deugdelijke motivering waarom eiseres wel wordt beboet voor de overtreding, terwijl in gevallen waarin eetwaren worden aangeprezen met gebruikmaking van een medische claim zonder vermelding van merk- en/of productnaam verweerder niet tot oplegging van een boete overgaat. Strijd met het bepaalde in artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht.
 
 Lees de uitspraak hier.

IEF 7604

Brandwerend doekmateriaal

Rechtbank Zwolle, 22 oktober 2008, LJN: BH2351,  Firefabric B.V. c.s. tegen Poly-Nederland, Firetexx B.V.

Misleidende mededelingen; artikel 6:194 BW. Stukgelopen samenwerking. Weinig boeiend geschil tussen producenten van autoblusdekens over vermeende uitlatingen over wie de “rechthebbende” op een bepaalde blusdeken is. Vorderingen afgewezen. 

4.4.3.  Dat Poly-Nederland dan wel Firetexx zich erop beroept “rechthebbende” te zijn op de autoblusdeken, althans dat de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument dat heeft begrepen naar aanleiding van door Poly-Nederland c.s. gedane mededelingen is evenmin aannemelijk geworden. In geen der door [eiser sub 1] c.s. in het geding gebrachte stukken stellen Poly-Nederland of Firetexx rechthebbende te zijn. Een feitelijke grondslag aan de stelling lijkt dan ook te ontbreken zodat ook op dit punt niet aannemelijk is geworden dat Poly-Nederland of Firetexx onrechtmatig hebben gehandeld.

Lees het vonnis hier.

IEF 7486

Dat het advocatenkantoor onrechtmatig heeft gehandeld

Rechtbank Amsterdam, 15 januari 2009, LJN: BG9974, Partrust Beheer B.V. tegen Gedaagden (advocatenkantoor)

Reclamerecht. Beleggingsfirma eist in kort geding dat een advocatenkantoor dat cliënten werft onder 'gedupeerde' beleggers onrechtmatige berichten van haar website haalt en op die website een rectificatie plaatst. Geoordeeld wordt dat het advocatenkantoor onrechtmatig heeft gehandeld met het plaatsen van die berichten. De vorderingen worden toegewezen in die zin dat het advocatenkantoor wordt veroordeeld dit vonnis op haar website te plaatsen alsmede een schadevergoeding te betalen van EUR 25.000.

Lees het vonnis hier.

IEF 7477

En daar kunt U van profiteren!

Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 januari 2009,  LJN: BG9675, Young City Media B.V. tegen  [X] Communications B.V. tevens handelend onder de naam Fresh FM

Reclamerecht. Is verzending mailing ("Vanaf 1 januari wordt City FM Radio Decibel. En daar kunt U van profiteren! Hoe? Door uw campagne per 1 januari te stoppen op City FM en over te stappen naar Fresh FM") door gedaagde onrechtmatig jegens eiseres?

De mailing moet worden gekwalificeerd als vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW en dient dus te voldoen aan de eisen zoals gesteld in het tweede lid van dit artikel. De mailing is misleidend en onvolledig. Dit voert tot de conclusie dat sprake is van vergelijkende reclame die niet voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 6:194a lid 2 sub a en c BW, hetgeen onrechtmatig geacht moet worden jegens eiseres.

Lees het vonnis hier.