Refereren aan reclasseringsrapport van kandidaat gemeenteraadslid onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 14 februari 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:690 (Eiser tegen Omroep Brabant)
Als randvermelding. Onrechtmatige perspublicatie. Omroep Brabant heeft publicaties gedaan over het verleden van eiser (kandidaat voor de gemeenteraad) gebaseerd op reclasseringsrapport. Eisers kandidatuur voor de gemeenteraad brengt mee dat hij meer zal moeten dulden aan media-aandacht dan iemand die geen publieke functie ambieert. Daarnaast zijn de publicaties genoegzaam op de feiten gebaseerd. Volgens eiser had Omroep Brabant niet mogen publiceren omdat deze delicten zijn begaan gedurende zijn kindertijd en hij op grond van het IVRK bescherming geniet tegen openbaarmaking van contact met justitie gedurende zijn jeugd.
De voorzieningenrechter acht de uitlatingen niet onrechtmatig, enkel voor zover het gaat om bevindingen uit het rapport van de reclassering, die als feiten worden gepresenteerd. Omroep Brabant wordt veroordeeld van haar website en de sociale media de berichten te verwijderen die refereren aan het rapport van de reclassering. Er is geen enkele juridische grondslag om de rapportage van de reclassering af te geven aan eiser.
Publicatie over de inhoud van het rapport van de reclassering
4.7. In de publicaties van Omroep Brabant staat met zoveel woorden vermeld dat sprake is geweest van een psychologisch onderzoek. Daarbij wordt bovendien de indruk gewekt dat een psychologe naar aanleiding van dit psychologisch onderzoek heeft vastgesteld dat bij [eiser] sprake is van een gebrekkige gewetensontwikkeling, dat het vermoeden bestaat dat [eiser] zich kan ontpoppen als psychopaat, dat [eiser] trekken heeft van een antisociale persoonlijkheid alsmede narcistische kenmerken, en dat de kans op recidive groot is zo [eiser] zich niet laat behandelen. Tussen partijen is niet in geschil dat het psychologisch onderzoek waarvan Omroep Brabant gewag maakt in haar publicaties en uitzendingen van 25 januari 2014, nimmer heeft plaatsgevonden. [eiser] heeft aangegeven dat er enkel één intake heeft plaatsgevonden met een psychologe, hetgeen Omroep Brabant niet heeft weersproken. Dat de door Omroep Brabant gepubliceerde “feiten”, niet op enig psychologisch onderzoek zijn gebaseerd, had Omroep Brabant ook behoren te weten. In het rapport van de reclassering staat immers met zoveel woorden vermeld dat het ging om een intake. Bovendien staat in het rapport vermeld dat de psychologe [eiser] had willen laten testen door een psychiater teneinde haar vermoedens te bevestigen maar dat [eiser], daartoe uitgenodigd, tot twee keer toe niet was komen opdagen. Het had voor Omroep Brabant dus duidelijk moeten zijn dat een psychologisch onderzoek nimmer had plaatsgevonden.
4.8. Door hetgeen in het rapport staat vermeld te publiceren als zijnde feiten, die naar aanleiding van een psychologisch onderzoek door een psychologe zijn vastgesteld terwijl het in feite louter vermoedens waren, handelt Omroep Brabant, gezien het voorgaande, onrechtmatig jegens [eiser]. De stelling van Omroep Brabant dat [eiser] die “feiten” had kunnen ontkrachten door zich daadwerkelijk psychologisch te laten onderzoeken, snijdt geen hout. In zoverre zullen de publicaties dan ook moeten worden verwijderd en liggen de vorderingen onder I en II (gedeeltelijk) voor toewijzing gereed.
4.9. Ten aanzien van de vordering van [eiser] strekkende tot een veroordeling van Omroep Brabant om de rapportage van de reclassering aan [eiser] af te geven, overweegt de voorzieningenrechter dat [eiser] geen enkele juridische grondslag voor deze vordering heeft aangevoerd en tijdens de mondelinge behandeling op deze vordering ook niet meer is ingegaan. Reeds hierom zal de vordering onder III worden afgewezen.
Mediarecht. Betreft vordering tot rectificatie. De President van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten zou zich schuldig hebben gemaakt aan corruptie, criminele handelingen en betrokkenheid bij financiële malversaties en publiek geld hebben gestoken in de zogenaamde SI-campagne voorafgaande aan het referendum van 2009. Het Gerecht oordeelt dat toewijzing een beperking zal inhouden van de uitingsvrijheid. Dit kan slecht indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in democratische samenleving. In aanmerking wordt genomen dat in de context van een verhit publiek debat over zaken van algemeen belang, zoals hier aan de orde -volgens het Europese Hof- 'a degree of exaggeration should be tolerated' en dat de uitingsvrijheid zich ook uitstrekt tot uitingen 'that offend, shock or disturb'.
Rectificatie van offline pagina's. 6:194a BW. Vergelijkende reclame. Rechtspraak.nl: Procedure tussen twee telecomaanbieders. De vraag ligt voor of de uitlatingen van gedaagde over eiseres als misleidend en onrechtmatig kunnen worden gekwalificeerd. De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag bevestigend met name vanwege de gebruikte bewoordingen en de wijze waarop en de context waarin die mededelingen zijn gedaan. Gedaagde wordt bevolen de webpagina's waarop de uitlatingen zijn gedaan offline te houden en haar wordt verboden om misleidende mededelingen te doen over eiseres. De gevorderde rectificatie wordt niet toegewezen.
Mediarecht. In het kort: Spoed-kortgeding. Vordering van verbod publicatie artikelen in krant (kop: Service Médical misleidde Ministerie) over stichting en haar bestuurder en gestelde onregelmatigheden bij subsidieaanvragen. Geen plaats voor verbod, ook niet wat betreft de kwalificatie “misleiding”.
Mediarecht. Rectificatie gevorderd. Afwijzing. Rechtspraak.nl: Voetbalclub R.K.V.V. Heksenberg heeft in kort geding gevorderd wethouder en de gemeente Heerlen te gebieden een rectificatie te laten plaatsen op de website van L1 [
Tussenvonnis. Mediarecht. Inbreuk op een recht en smartengeld. Zie eerder
Mediarecht. Onrechtmatige publicatie. Arbeidsrecht - geheimhouding. De Terebint is een christelijke leefgemeenschap, die hulp biedt aan mensen met persoonlijke kwesties en levensproblemen. [eiseres] is sinds jaar en dag bestuurder van De Terebint. Gedaagde I is omstreeks 1981 als cliënt gaan wonen bij De Terebint en in 2008 in dienst getreden met een geheimhoudingsbeding, deze is overeekomst is per januari 2012 opgezegd. Gedaagde II is in dienst van De Terebint pleegouder geweest. Gedaagden hebben medewerking verleend aan een reeds uitgezonden reportage van het EO-programma “De Vijfde Dag”. Naast gedaagden zijn zes andere oud-bewoners dan wel oud medewerkers aan het woord geweest.
Auteursrecht. Citaatrecht. Onrechtmatige publicaties. Dagboek moeder Marianne Vaatstra. Eiseres, de moeder van Marianne Vaatstra, hield tussen diens moord in mei 1999 en de arrestatie in november 2012 van Jasper S. een dagboek bij. Gedaagden hadden dat dagboek in handen gekregen en waren van plan passages daaruit op te nemen in een door hen te schrijven boek. Vordering van eiseres tot publicatie van (passages uit) haar dagboek in dat boek wordt toegewezen.
Mediarecht. (Geen) onrechtmatige perspublicaties. Social media. Rechtspraak.nl: Journaliste hoeft haar publicaties waarin zij beschuldigingen uit over seksueel misbruik van minderjarigen niet van het internet te verwijderen. Evenmin wordt het haar verboden in de toekomst dergelijke artikelen te publiceren. Dit heeft de voorzieningenrechter geoordeeld in een kort geding dat tegen de journaliste was aangespannen door de Nederlandse eigenaar van een hotel in Ghana.