DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IEF 16086

HvJ EU: Licentienemer moet na octrooivernietiging royalty's doorbetalen voor duur van licentieovereenkomst indien opzegtermijn redelijk is

HvJ EU 7 jul 2016, IEF 16086; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/hvj-eu-licentienemer-moet-na-octrooivernietiging-royalty-s-doorbetalen-voor-duur-van-licentieovereen

HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16086; IEFbe 1856; C-567/14; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech)
Octrooirecht. Royalty's. Prejudiciële vragen over doorbetaling vaste royalty's bij retroactieve nietigverklaring van de octrooien.

Artikel 101 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat krachtens een licentieovereenkomst als aan de orde in het hoofdgeding, de licentienemer wordt verplicht royalty’s te betalen voor het gebruik van een geoctrooieerde technologie gedurende de volledige looptijd van deze overeenkomst, wanneer het in licentie gegeven octrooi nietig wordt verklaard of daarop geen inbreuk wordt gemaakt, indien de licentienemer deze overeenkomst binnen een redelijke termijn vrij kon opzeggen.

 

IEF 16051

HvJ EU: Een niet-geregistreerde modellenrechtlicentiehouder kan wel optreden en eigen vorderen

HvJ EU 22 jun 2016, IEF 16051; ECLI:EU:C:2016:468 (Thomas Philipps Waschball), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/hvj-eu-een-niet-geregistreerde-modellenrechtlicentiehouder-kan-wel-optreden-en-eigen-vorderen

HvJ EU 22 juni 2016, IEF 16051; IEFbe 1840; ECLI:EU:C:2016:468; C-419/15 (Thomas Philipps Waschball)
Gemeenschapsmodel. Licentie. Recht van de licentiehouder om een vordering wegens inbreuk in te stellen hoewel de licentie niet in het register is ingeschreven en om vergoeding van de door hemzelf geleden schade te verkrijgen. Het HvJ antwoordt:

1) Artikel 33, lid 2, eerste volzin, van GemeenschapsmodellenVo moet aldus worden uitgelegd dat de licentiehouder een vordering kan instellen wegens inbreuk op het ingeschreven gemeenschapsmodel waarop de licentie betrekking heeft, hoewel deze licentie niet in het register van gemeenschapsmodellen is ingeschreven.
2) Artikel 32, lid 3, van verordening nr. 6/2002 moet aldus worden uitgelegd dat de licentiehouder in het kader van een door hem overeenkomstig deze bepaling ingestelde vordering wegens inbreuk op een gemeenschapsmodel vergoeding van zijn eigen schade kan vorderen.

IEF 16022

De KNVB mocht de licentie van de Eredivisie van FC Twente intrekken

Rechtbank Midden-Nederland 10 jun 2016, IEF 16022; ECLI:NL:RBMNE:2016:3107 (FC Twente tegen KNVB), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/de-knvb-mocht-de-licentie-van-de-eredivisie-van-fc-twente-intrekken

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 10 juni 2016, IEF 16021; ECLI:NL:RBMNE:2016:3107 (FC Twente tegen KNVB)
Licentie. In december 2015 heeft de KNVB een besluit genomen tot voorwaardelijke intrekking van de licentie van van FC Twente voor deelname aan de Eredivisie. Tussen partijen zijn vervolgens afspraken gemaakt over nader onderzoek. De club dacht dat zij niet gestraft zou worden als zij misstanden uit het verleden voor 1 mei 2016 zou melden. Volgens de rechter had FC Twente het Decemberbesluit niet als een vrijbrief mogen opvatten. De licentiecommissie mocht consequenties verbinden aan de uitkomsten van het onderzoek. De rechter oordeelt dat de KNVB als straf de club mag terugzetten naar de Jupiler League. De KNVB heeft bij haar beslissing rekening gehouden met de inspanningen van FC Twente voor een nieuwe toekomst en de belangen van de medewerkers, financiers en supporters. De rechter oordeelt dat de KNVB in redelijkheid tot deze maatregel heeft kunnen komen.

IEF 15998

Uitspraak ingezonden door Margriet Koedooder, De Vos & Partners.

Geen agentuurovereenkomst nu uit de bepalingen afgeleid kan worden dat 7-Agency het debiteurenrisico draagt

Rechtbank Oost-Brabant 26 mei 2016, IEF 15998; ((7-Agency tegen X)), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/geen-agentuurovereenkomst-nu-uit-de-bepalingen-afgeleid-kan-worden-dat-7-agency-het-debiteurenrisico

Ktr. Rechtbank Oost-Brabant 26 mei 2016, IEF 15998 (7-Agency tegen X) 
Kwalificatie (agentuur)overeenkomst. Debiteurenrisico. (Vgl. IEF 14886 / 13934 / 8748 / 14138 / 14136). 7-agency vordert o.m. een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen partijen gekwalifcieerd moet worden als agentuurovereenkomst en dat X deze onrechtmatig (zonder inachtneming van de contractuele opzeggingstermijn van 2 maanden) heeft beeindigd (r.o. 1.1). X stelt dat de overeenkomst niet als agentuuroverenkomst gekwalificeerd kan worden ondanks dat het in de bepalingen van het contract zo wordt aangeduid.

De kantonrechter is van oordeel dat de gesloten overeenkomst niet als agentuurovereenkomst gekwalificeerd kan worden nu uit de bepalingen blijkt dat ten aanzien van de prestatie die aan de opdrachtgever geleverd moet worden (i.c. het optreden van de dj) 7-Agency bepaalt of deze geleverd wordt, waardoor zij ook het debiteurenrisico draagt (r.o. 5.2). 

De kantoonrechter acht zich onbevoegd kennis te nemen van het geschil nu de vordering van gedaagde in reconventie meer dan € 25.000 bedraagt en verwijst de zaak naar de civiele kamer van de rechtbank (r.o. 6 en 7).

IEF 15966

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal en Fabiënne Dohmen, Kennedy Van der Zaal.

Eredivisie controleert licenties wel en discrimineert niet

Rechtbank Gelderland 20 mei 2016, IEF 15966; ECLI:NL:RBGEL:2016:2860 (Eredivisie c.s. tegen Café De Bolle), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/eredivisie-controleert-licenties-wel-en-discrimineert-niet

Vzr. Rechtbank Gelderland 20 mei 2016, IEF 15966; ECLI:NL:RBGEL:2016:2860(Eredivisie tegen Café De Bolle)
Auteursrecht. Contractenrehct. Eredivisie heeft met café De Bolle een licentieovereenkomst voor het tonen van wedstrijdbeelden aan gasten voor €99,95 per maand, er is een betalingsachterstand ontstaan en de overeenkomst is per 25 november 2015 ontbonden. Ex 10 lid 1 sub 10 jo. 45a Aw zijn de voetbalclubs auteursrechthebbenden op de live registraties van de in eigen stadion gespeelde wedstrijden en het beeldmateriaal. Het verweer dat er sprake is van discriminatie, omdat er andere (horeca)gelegenheden in de nabijheid van café De Bolle ook zonder licentie wedstrijdbeelden worden uitgezonden, terwijl Eredivisie c.s. daar niet tegen optreedt, wordt verworpen. Het stakingsverbod wordt toegewezen voor de live registraties van de eredivisiewedstrijden en het ander beeldmateriaal, zoals promofilmpjes en studioprogramma's die tijdens en random uitzendingen van de wedstrijden tonen.

IEF 15937

VU moet promovenda schadevergoeding betalen na plagiaatkwestie

Kantonrechter 25 apr 2016, IEF 15937; ECLI:NL:RBAMS:2016:2702 (Promovenda tegen VU), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/vu-moet-promovenda-schadevergoeding-betalen-na-plagiaatkwestie

Ktr. Rechtbank Amsterdam 25 april 2016, IEF 15937; ECLI:NL:RBAMS:2016:2702 (Promovenda tegen VU)
Mediarecht. Plagiaat. Werkgeversschap. Promovenda zou op 29 mei 2013 haar proefschrift verdedigen aan de VU, dat werd uitgesteld vanwege een anonieme e-mail dat er sprake was van plagiaat. De KNAW neemt geen anonieme klachten in behandeling, de Ombudsman van de VU wel. De kantonrechter oordeelt [net als het College voor de mensenrechten] dat de universiteit in strijd met beginsel van goed werkgeverschap en onrechtmatig heeft gehandeld jegens promovenda en veroordeelt de universiteit tot betaling van schadevergoeding. De Commissie Drenth concludeert in haar integriteitsonderzoek dat plagiaat is terug te voeren tot de gehanteerde werkwijze en te ruime interpretatie van 'zelfcitatie'. Het LOWI vastgesteld dat weliswaar sprake is van plagiaat, maar dat de promovenda de wetenschappelijke integriteit niet heeft geschonden. VU wordt veroordeeld voor immateriële schadevergoeding van €7.500, de rectificatie wordt afgewezen.

 

IEF 15932

Uitspraak ingezonden door Marc de Boer, Boekx Advocaten.

Inbreuk portretrecht omdat video-opname "lang genoeg" online heeft gestaan

Hof Amsterdam 3 mei 2016, IEF 15932; (Privatescan tegen presentatrice X), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/inbreuk-portretrecht-omdat-video-opname-lang-genoeg-online-heeft-gestaan

Hof Amsterdam 3 mei 2016, IEF 15931; ECLI:NL:GHAMS:2016:1759 (Privatescan tegen X) Portretrecht. In kort geding is Privatescan veroordeeld tot rectificatie, omdat zij zonder (nadere) toestemming van presentatrice X een film op de site hebben geplaatst waarin zij een body scan ondergaat en haar portret hebben gebruikt in de nieuwsbrieven. Ondanks de overeenkomst uit 2009 tussen partijen voor plaatsing van de video-opname op privatescan.nl, vond X in 2014 dat de video-opname "lang genoeg" op de site had gestaan en verzocht om verwijdering. Nadat de video verwijderd was, is deze opnieuw ingezet. Het is voldoende aannemelijk dat beëindigingsoverenkomst was gesloten, zodat opnieuw plaatsen niet vrij stond en inbreuk op het portretrecht maakt. De wens van Privatescan om de foto en verwijzing naar de video-opname op sociale mediakanalen te delen, is niet bij X geverifieerd.

IEF 15910

Licentieovereenkomst geoctrooieerd proces afwaterzuivering afhankelijk van positief testresultaat

Hof Den Haag 26 apr 2016, IEF 15910; ECLI:NL:GHDHA:2016:1063 (Olaopa tegen BP Raffinaderij), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/licentieovereenkomst-geoctrooieerd-proces-afwaterzuivering-afhankelijk-van-positief-testresultaat

Hof Den Haag 26 april 2016, IEF 15910; LS&R 1304; ECLI:NL:GHDHA:2016:1063 (Olaopa tegen BP Raffinaderij)
Contractenrecht. Octrooirecht. Eiser heeft Geoctrooieerd proces voor zuivering van afvalwater van olieraffinaderij (Biological nutritient removal using ‘the Olaopa Process’ - EP 1 196 354 B1. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank die de vorderingen heeft afgewezen. Tussen X en BP is wel een licentieovereenkomst tot stand gekomen is, deze voorwaardelijk was aan het welslagen van de test, waarbij niet is komen vast te staan dat deze voorwaarde is vervuld. De vorderingen op basis van de precontractuele aansprakelijkheid worden afgewezen, de vorderingen kunnen niet worden toegewezen gelet op het (niet aan BP te wijten) mislukken van de test. Het hof bekrachtigt het vonnis.

IEF 15755

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma. Bas Le Poole, Le Poole Bekema en Arnout Groen, HofhuisAlkemaGroen.

HR: Hof oordeelde onterecht dat Ryanairs databankgebruiksverbod in algemene voorwaarden nietig was

Hoge Raad 11 mrt 2016, IEF 15755; ECLI:NL:HR:2016:390 (RyanAir tegen PR Aviation), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/hr-hof-oordeelde-onterecht-dat-ryanairs-databankgebruiksverbod-in-algemene-voorwaarden-nietig-was

HR 11 maart 2016, IEF 15755; IT 2007; ECLI:NL:HR:2016:390 (RyanAir tegen PR Aviation)
Screen scraping. Databankenrecht. Beperking contractsvrijheid ingevolge Databankenrichtlijn geldt niet voor onbeschermde databanken. Het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat verbod in de algemene voorwaarden van Ryanair om gebruik te maken van haar databank nietig is. De HR volgt AG in zijn conclusie IEF 15478 tot vernietiging van het arrest van het hof en verwijst het geding naar het Hof Den Haag.

IEF 15737

HvJ EU: Voormalig erkende garagehouder niet aansprakelijk voor merkgeassocieerde internetadvertenties

HvJ EU 3 maart 2016, IEF 15737; ECLI:EU:C:2016:134; C-179/15 (Daimler)
Zie eerder IEF 14981. Uit het persbericht: Voormalige erkend garagehouders van Daimler zijn niet aansprakelijk voor internetadvertenties waarin hun naam geassocieerd blijft worden met het merk „Mercedes-Benz” ondanks hun inspanningen om die advertenties van het internet te laten verwijderen. Bovendien kan Daimler van die garagehouders niet eisen dat zij actie ondernemen om dergelijke advertenties van het internet te laten verwijderen wanneer zij geen opdracht tot plaatsing daarvan hebben gegeven.

Antwoord:

Artikel 5, lid 1, onder a) en b), van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat een derde die wordt genoemd in een op een website gepubliceerde advertentie die een teken bevat dat gelijk is aan of overeenstemt met een merk, zodat de indruk wordt gewekt dat er commerciële banden bestaan tussen hem en de merkhouder, geen gebruik van dat teken maakt dat krachtens die bepaling door de merkhouder kan worden verboden, wanneer de advertentie niet door of namens de derde is geplaatst of, ingeval de advertentie door of namens de derde is geplaatst met de toestemming van de merkhouder, wanneer de derde de beheerder van die website, bij wie hij de advertentie had besteld, nadrukkelijk heeft gevraagd om de advertentie of de vermelding van het merk erin te verwijderen.

Gestelde vraag:

Moet artikel 5, lid 1, onder b), van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten aldus worden uitgelegd dat de houder van een merk tegen een derde die wordt genoemd in een internetadvertentie waarin een teken is opgenomen dat met het merk kan worden verward en die betrekking heeft op door de derde aangeboden diensten die identiek zijn aan de waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven, zodat bij het publiek ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat er officiële commerciële banden bestaan tussen de onderneming van de derde en de houder van het merk, ook dán kan optreden, wanneer de advertentie niet op het internet is geplaatst door of voor rekening van de erin genoemde persoon of op het internet blijft opduiken hoewel de erin genoemde persoon alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden verlangd om de advertentie te laten verwijderen, maar daar niet in is geslaagd?