Merkenrecht  

IEF 2409

Al die inbreuken

Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4981. Aldi Einkauf GMBH & Co c.s. tegen Benaldim Supermarkt, voorheen Aldim Supermarkt.


Eisers Aldi c.s. exploiteren een supermarkt onder de naam ALDI. Hiertoe heeft zij een aantal merken geregistreerd in het Benelux merkenregister, waaronder het woordmerk ALDI.

Gedaagden, Benaldim c.s., hebben in februari 2005 in Amersfoort een supermarkt geopend, aanvankelijk onder de naam ALDIM SUPERMARKT. Deze naam is medio augustus 2005 gewijzigd. Ter zitting heeft gedaagde verklaard dat sindsdien (ook) de naam BEN ALDIM SUPERMARKT wordt gevoerd, waarbij Ben in kleine blauwe letters en Aldim in grote rode letters is vermeld.

Aldi stelt dat Benaldim c.s. door het gebruik van het teken (BEN) ALDIM inbreuk maken op de merkrechten van Aldi en bovendien in strijd handelen met de artikelen 5 en 5a Hnw. Uit het ten processe gebleken gebruik van het teken Ben ALDIM leidt het hof af dat dit teken wordt gebruikt ter onderscheiding van de onderneming van Benaldim c.s. Onvoldoende is gebleken dat het teken ook wordt gebruikt om de betreffende diensten te onderscheiden van die van anderen of dat het gebruik van het teken als zodanig kan worden opgevat. Onweersproken is dat de merken van Aldi Einkauf zeer bekend zijn en mede daardoor een groot onderscheidend vermogen bezitten een relatief grote beschermingsomvang hebben.

Van de door gedaagden gebruikte tekens is het dominante bestanddeel ALDIM verreweg het meest kenmerkend en onderscheidend. Aan het element SUPERMARKT komt nauwelijks betekenis toe, aangezien het zuiver beschrijvend is en bovendien in een kleiner lettertype wordt afgebeeld. Dit geldt ook voor het bestanddeel BEN, nu dit deel in het gehele teken bijna wegvalt omdat het in een nog kleiner lettertype dan het bestanddeel SUPERMARKT en in een andere schrijfwijze is vermeld en bovendien in een andere minder in het oog springende kleur is aangebracht. Bij een vergelijking tussen enerzijds de merken van Aldi Einkauf en anderzijds de door Benaldim c.s. gebruikte tekens is het hof dan ook van oordeel dat deze laatste (de tekens ALDIM SUPERMARKT en BEN ALDIM SUPERMARKT) in zodanige mate in hun totaalindruk visueel en auditief overeenstemmen met zowel het woordmerk ALDI als het beeldmerk van Aldi Einkauf dat het gebruik daarvan in beginsel als inbreukmakend moet worden beschouwd.

Daarbij is voorts van belang dat partijen in dezelfde branche van supermarkten voor het algemene publiek werkzaam zijn alsmede dat gesteld noch gebleken is dat voor Benaldim c.s. een geldige reden bestaat voor het gebruik van deze tekens.

Lees het arrest hier.

IEF 2408

Eerst even voor jezelf lezen

- Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006,  LJN: AY4979. Fan Media B.V. tegen SBS Broadcasting B.V.

"Klussen & Wonen".  Of televisieproducent en omroep deelgenoten zijn met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en daarover slechts gezamenlijk kunnen beschikken, vereist nader feitelijk onderzoek waarvoor het kort geding zich niet leent. Gebruik van dezelfde titel voor een door een andere omroep uit te zenden vergelijkbaar programma is onrechtmatig.

Lees het arrest hier.

- Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4981. Aldi Einkauf GMBH & Co c.s. tegen Benaldim Supermarkt, voorheen Aldim Supermarkt

Nu uit hun stellingen niet duidelijk is geworden of Benaldim c.s. de wijziging van de handelsnaam consequent hebben doorgevoerd, zullen beide door hen gebruikte tekens bij de beoordeling worden betrokken. Van die beide tekens, ieder in zijn geheel bezien, is het dominante bestanddeel ALDIM verreweg het meest kenmerkend en onderscheidend. 

Bij een vergelijking tussen enerzijds de merken van Aldi Einkauf en anderzijds de door Benaldim c.s. gebruikte tekens is het hof dan ook van oordeel dat deze laatste (de tekens ALDIM SUPERMARKT en BEN ALDIM SUPERMARKT) in zodanige mate in hun totaalindruk visueel en auditief overeenstemmen met zowel het woordmerk ALDI als het beeldmerk van Aldi Einkauf dat het gebruik daarvan in beginsel als inbreukmakend moet worden beschouwd.

Lees het arrest hier.

IEF 2405

Vraag uit Brussel

HvJ EG, 7 juli 2006, notification of the request for preliminary ruling.Case C-254/06.  Zürich Versicherungs-Gesellschaft tegen BMB. (Referring court: Cour d’appel de Bruxelles).

On 24 July 2001, Zürich filed an application for international registration of the word mark GLOBAL FINANCIAL INTELLIGENCE.  On 1 March 2002, BBM notified Zürich of its decision of provisional refusal, which was reasoned as follows: The sign Global Financ ja! Intelligence is made up exclusively of generic indications and does not have any distinctive character for goods and services in Classes 16, 35, 36, 38 and 42 inasmuch as they relate to global financial information.

Op 1 juni 2006 stelt het Cour d’appel de Bruxelles een prejudiciële vraag.

”Are Articles 3 and 13 of First Council Directive 89/104/EEC of 21 December 1988 to approximate the laws of the Member States relating to trade marks to be interpreted as not precluding national legislation from providing that a court hearing an appeal against a decision on an application for a trade mark registration may not check, in respect of each of the goods or services for which registration has been applied for, that none of the grounds for refusal of registration listed in Article 3(1) of the directive applies to the mark and thus reach different conclusions depending on the goods or services concerned, if the authority responsible for registering trade marks has merely issued a blanket refusal covering all the goods and services and, during the procedure before that authority, the applicant has not sought, in the alternative, partial registration for certain goods and services.”

Lees de gehele notification hier.

IEF 2404

U, als gemachtigde

Twee nieuwe brochures van bijna-voorheen-het-BMB:

1- Een brochure voor gemachtigden. Het BVIE en zijn gevolgen.  De inwerkingtreding van het nieuwe beneluxverdrag  inzake de Intellectuele Eigendom is op  handen. het BVIE, zoals we het nieuwe verdrag  noemen, brengt vele veranderingen met zich mee,  die u, als gemachtigde, moet kennen.

In deze brochure stellen wij de nieuwe Beneluxorganisatie voor de Intellectuele Eigendom aan u  voor. wij vertellen wat de gevolgen zijn van het  nieuwe verdrag.  Wat zijn de belangrijkste nieuwe wetteksten?  Hoe moeten we die interpreteren?  Hoe zit het nieuwe verdrag in elkaar?  Wat zijn de veranderingen in de uitvoeringsbepalingen?   

Lees de brochure hier.

2- BOIP-online filing. (voorheen bmbconnect).  Als gevolg van de in werking treding van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele  Eigendom wordt ook het programma BMBConnect, onze webapplicatie voor o.a. het  online deponeren van merken, aangepast. 

In deze folder vindt u informatie over de aangepaste versie van BMBConnect en  de consequenties van deze verandering voor uw organisatie. Vanaf 1 september  gaat BMBConnect verder onder de naam BOIP Online Filing. 

Lees de brochure hier.

IEF 2394

Walhalla

Onder de titel ‘Walhalla voor merkbeschermers’  berichtte het FD van zaterdag:

“In de huidige kopieercultuur is het voor rechthebbenden zaak alert te reageren op iedere mogelijke inbreuk op hun merken- of auteursrecht. In vergelijking met het buitenland vinden zij in Nederland doorgaans een gewillig oor bij de rechterlijke macht. 'Nederland is ruimhartig op alle vlakken van merkbescherming.'

Aandacht voor Hema-Blokker, Red Bull (‘staat elk kwartaal ten minste wel één keer voor de Nederlandse rechter’), Dirk Visser (‘'Zeker bij een kwestie van slaafse nabootsing is Nederland notoir ruimhartig in zijn opvattingen.’) Bas Kist  ('Voorheen werden zulke conflicten achter de schermen uitgevochten.’)  Menno Heerma van Voss ('De wetgever heeft gelukkig meer oog gekregen voor deze rechten.’) Slaafse nabootsing 'Zeker bij een kwestie van slaafse nabootsing is Nederland notoir ruimhartig in zijn opvattingen. Pepsi-Ipsei (‘De ruimhartige merkbescherming in Nederland leidt er regelmatig toe dat buitenlandse partijen hun conflict eerst aan een Nederlandse rechter voorleggen.’) en Adidas ('Wij dachten: dit is het dan', zegt bedrijfsjurist Aline Olie van Adidas. In een soortgelijke zaak tegen Nike bepaalde een andere Nederlandse rechter echter precies het tegenovergestelde.’)

Lees hier meer (alleen voor abonnees).

IEF 2389

Algehele vreugde

Omdat het toch een soort merkenrecht is: “Supermarktconcern Ahold mag zich koninklijk blijven noemen. Dat heeft de koningin besloten na een advies van het ministerie van Economische Zaken. Het supermarktbedrijf dreigde het predikaat 'koninklijk' kwijt te raken na het boekhoudschandaal bij de onderneming, dat begin 2003 naar buiten kwam. Ahold heeft naar het oordeel van de koningin genoeg maatregelen getroffen om herhaling van een dergelijk schandaal te voorkomen.
 
Bij Ahold werd het besluit enthousiast onthaald. „Er heerst hier algehele vreugde”, aldus een woordvoerder van de onderneming. (…) De onderscheiding werd in 1806 en 1807 ingesteld door koning Lodewijk Napoleon. Het bestaat binnenkort dus 200 jaar, aldus de Stichting Koninklijk Verbonden.”

Lees hier meer (Telegraaf)

IEF 2384

Onder cliënten

Onder de titel 'Gouden Wipgids' bericht de Quote van augustus over een nieuwe online databank van clubs en escortagencies. De databankfirma opereert onder de naam Goldmansex. "Zullen ze bij Goldman Sachs niet blij mee zijn." "Ze hebben een briefje gestuurd met de claim dat ik inbreuk maak op hun merknaam, maar je maakt mij niet wijs dat er onder cliënten van de bank verwarring zal ontstaan. De enige overeenkomst is onze doelgroep: zakenmannen." 

Op Sprout.nl: "Kersverse starter Paul A.M. Veen is verstrikt in een juridisch gevecht met Goldman Sachs. De zakenbank heeft Veen gesommeerd om diens bedrijfsnaam Goldmansex te laten vallen. Veen weigert (...) Binnenkort dient er bij ICANN de zaak Goldman Sachs vs. Goldmansex.(...) Veen is niet bij de uitspraak aanwezig. "Mijn advocaat gaat een bezwaarschrift indienen. Ik denk niet dat ze een zaak hebben. Naar mijn mening is er geen verwarring mogelijk over de twee namen. Bovendien is Goldmansex wettelijk geregistreerd en zit ik in een heel andere branche dan Goldman Sachs. Maar we zien wel wat er gebeurt."

Lees hier meer.

IEF 2381

Vrijdagmiddagberichten

- List of generic and genericized trademarks, From Wikipedia, the free encyclopedia

Lees hier meer.

- Monochrom's attempt to evaluate the actual power of brands by making Austrian people draw a total of twelve logos (nine international, three typically European) from memory, 25 people per brand. Salut, share of mind!

Lees hier meer (klik op de logo's)

- Google Video actually includes a couple of seminars on patents, patent law and inventor resources.  A terrific example is Patent Attorney Katherine White’s video seminar outlining the process by which a patent application should be reviewed.

Lees hier meer

- De Zweedse zakenrechtbank straft Metro vanwege de verkoop van de gehele vóórpagina als advertentie. De advertentie bood het beeld van een ramp en dat leek volgens de rechtbank te veel op echte verslaggeving. Daarmee zaaide Metro verwarring.

Lees hier meer
 
- You can't cut the sex and violence. A Colorado judge rightly rules that companies can't sell or rent sanitized versions of movies. 16 leading directors joined the major studios and the Directors Guild of America in suing a group of companies that dared to edit profanity, sex and violence out of movies without permission.

Lees hier meer 

- Een Zweeds bedrijfje biedt een verzekering aan voor de financiële gevolgen van het schenden van auteursrechten op het internet. Voor vijftien euro per jaar betaalt het alle boetes die een rechtbank aan een cliënt oplegt voor het illegaal delen of downloaden van muziek en films via internet.

Lees hier meer

IEF 2380

Een gangbare achternaam

Rechtbank Amsterdam,  20 juli 2006, KG 06-984 SR. Hugo Boss Trade Management Gmbh & Co. Kg  tegen Bombarie Import,  M.A. Bos, & A.E. Bos-Lammers.

In augustus 2005 heeft gedaagde Bos bij het Benelux Merkenbureau het woordmerk “bos” gedeponeerd. Dit merk heeft hij onder druk van Hugo Boss ingetrokken. In november 2005 heeft hij het woordmerk MARK BOS geregistreerd bij het Benelux Merkenbureau voor waren en diensten in klasse 14. Het woordmerk is op 6 april 2006 ingeschreven en de inschrijving is op diezelfde dag gepubliceerd. Bombarie biedt via haar website onder meer trouwringen aan.

Hugo Boss heeft Bos gesommeerd om uiterlijk op 10 mei 2006 te bevestigen dat hij het gebruik van de afzonderlijke aanduiding BOS zal staken en gestaakt te houden. Op de website van Bos zou op prominente wijze gebruik worden gemaakt van de aanduiding BOS. Bombarie heeft niet aan de sommatie voldaan.

Met betrekking tot de gestelde inbreuk op het beeldmerk van Hugo Boss wordt als volgt overwogen. (…) De twee tekens hebben overeenkomsten: in beide figureert het woord BOSS dan wel BOS sterk dominerend terwijl bij beide woorden andere woorden met kleine letters ernaast of eronder staan. Auditief komen de dominerende elementen overeen. Visueel zijn er evenwel grote verschillen.

Indien het logo van Bombarie even groot wordt afgebeeld als dat van Hugo Boss is het woord MARK, anders dan Hugo Boss heeft gesteld, goed te zien. In dat geval vallen ook de twee ringen die de drie letters verbinden, hetgeen een onderscheidend element van het logo vormt, goed op. Ook springt direct in het oog dat onder het woord BOSS twee woorden staan – HUGO en BOSS – die over de volle breedte van het beeldmerk staan en goed leesbaar zijn, terwijl onder BOS slechts één woord staat – TROUWRINGEN – dat min of meer gecentreerd onder de O van het woord BOS staat.

Zelfs indien het logo van Bombarie klein staat afgebeeld, is duidelijk te zien dat er links naast het word BOS nog iets staat, ook al is niet steeds te zien wát er precies staat. In het beeldmerk van Hugo Boss is direct te zien dat er naast de B van BOSS niets staat. Nu het gaat om de inbreuk van een logo op een beeldmerk, zijn de visuele aspecten doorslaggevend. De visuele verschillen zijn zo groot dat niet gezegd kan worden dat er tussen het logo van Bombarie en het beeldmerk van Hugo Boss een zodanige overeenstemming is dat bij een gemiddelde consument, indien deze het logo van Bombarie onder ogen krijgt, verwarring kan ontstaan over de vraag of sprake is van een product van Hugo Boss of van Bombarie.

Voor wat betreft de gestelde inbreuk door het logo van Bombarie op de woordmerken van Hugo Boss geldt dat een logo in de eerste plaats visueel wordt waargenomen, terwijl een woordmerk met name auditief wordt geregistreerd.

Het dominerende element in het logo van Bombarie is het woord BOS. Nu het woordmerk HUGO BOSS bestaat uit twee nevengeschikte woorden waarvan het ene Hugo is, en dit woord in het logo van Bombarie niet voorkomt, kan niet gezegd worden dat sprake is van inbreuk op het woordmerk HUGO BOSS.

Het woordmerk BOSS bestaat uit één woord en dit woord komt auditief overeen met het dominerende woord in het logo van Bombarie. Hoewel bij een kleine afbeelding van dit logo niet duidelijk te zien is wat er links naast de B staat en mogelijk ook niet wat er onder het woord BOS staat, en de trouwringen tussen de letters kunnen wegvallen tegen een gekleurde achtergrond, is steeds te zien dat er in het logo meer staat dan alleen het woord BOS. Hierdoor is er geen volledige overeenstemming tussen het logo en het woordmerk. Daarbij komt dat aangenomen mag worden dat de gemiddelde consument die het woordmerk BOSS kent, weet dat dit - anders dan het woord BOS - met twee s’en wordt geschreven. De conclusie is dat het gebruik door Bombarie van het logo als weergegeven onder 1.d geen verwarringsgevaar oplevert voor de woordmerken van Hugo Boss. Het beroep op artikel 13A lid 1 onder b BMW faalt dan ook.

Hugo Boss heeft zich ook beroepen op de bescherming van artikel 13A lid 1 sub c BMW. Artikel 13A lid 1 sub c BMW heeft ook betrekking op waren die wel soortgelijk zijn, zoals in het onderhavige geval. Aan de orde is in de eerste plaats de vraag of het logo van Bombarie zodanig overeenstemt met de woordmerken en het beeldmerk van Hugo Boss dat het betrokken publiek een verband daartussen legt, ook al verwart het ze niet.

Het dominerende element in het logo van Bombarie, het woord BOS, stemt auditief overeen met het woord BOSS, het dominerende element in de merken van Hugo Boss. Zoals reeds overwogen, is dit woord in het logo van Bombarie anders vormgegeven dan het woord BOSS in het beeldmerk van Hugo Boss. Met name door het lettertype creëert dit een geheel andere uitstraling en is er onder meer daardoor geen gevaar voor verwarring. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter maakt dit verschil evenwel ook dat het betrokken publiek bij het zien van het logo van Bombarie niet direct een verband zal leggen met de merken van Hugo Boss, zodat er geen gevaar is voor associatie.

Daarbij komt dat Bos in Nederland een gangbare achternaam is. Het woord Bos kan hier verwijzen naar vele andere mensen of bedrijven die ook Bos heten, zodat het niet direct uitsluitend in verband zal worden gebracht met een merk van Hugo Boss.

De conclusie is dat er geen sprake is van inbreuk op de merkenrechten van Hugo Boss zodat de vorderingen zullen worden afgewezen, met verwijzing van Hugo Boss in de kosten van dit geding aan de zijde van Bombarie.

Lees het vonnis hier.

IEF 2379

Reputatie wuppies gered

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 21 juli 2006, LJN: AY4788. Interall B.V.  tegen   Johan Vlemmix. 

Wuppie-zaak. Liedje is geen geen persiflage of parodie maar merkinbreuk. Eerdere berichten hier.

Naar het oordeel van de rechter wordt er door het gebruik van het woord Wuppie in het liedje inderdaad afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen en de reputatie van het merk Wuppie. Voor dat oordeel volgt de rechter niet de stelling van Interall dat gedaagde associaties oproept met carnavaleske gebruiken of alcoholmisbruik.

Dat in de tekst van het oorspronkelijke liedje dat waarschijnlijk anders was (het zien van de beestjes was daar kennelijk het gevolg van de spirituele werking van hetgeen gedronken was), legt daarbij geen gewicht in de schaal; dat gedaagde allemaal Wuppies ziet is niet het gevolg van het gebruik van sterke drank, maar van het bestaan van de landelijke rage (waarbij mensen, blijkens een persbericht, kennelijk zover gaan dat zij grote exemplaren van de bewuste poppetjes op het dashboard van hun auto zetten en daarmee de verkeersveiligheid in gevaar brengen).

Hoewel de rage daar wel aanleiding toe zou kunnen geven, bevat het liedje kennelijk toch geen persiflage of parodie daarop; het liedje en de videoclip sluiten grotendeels aan bij de sfeer van het poppetje van Interall. Dit past ook naadloos bij de uitlatingen van gedaagde; "iedereen houdt van de Wuppie en het is juist een heel leuk product en daarbij wil ik aansluiten. Ik wil de mensen vrolijk maken".

Naar het oordeel van de rechter schuilt juist daarin het risico voor aantasting van het merk. Voor het publiek zal niet gauw duidelijk zijn dat de presentatie van gedaagde geheel en al los staat van het op de markt brengen van het product van Interall; de sfeer van het liedje en de videoclip sluiten zo nauw aan bij de identiteit van het merk Wuppie en het daarmee op de markt gebracht poppetje, dat bij het publiek de indruk gewekt kan worden dat de herkomst van het poppetje en het liedje dezelfde is. Aldus zal de identiteit van het merk door de presentatie van [gedaagde] worden beïnvloed, althans is de dreiging van dat gevaar uitermate reëel. Dat zou weer betekenen dat Interall min of meer de controle over de identiteit van het merk verliest, terwijl zij als merkrechthouder bij uitsluiting van ieder ander gerechtigd is die identiteit te bepalen. Aangenomen moet worden dat genoemd artikel 13 a lid 1 onder d BMW (ook) die bescherming aan de merkrechthouder beoogt te bieden.

Lees het vonnis hier.