DOSSIERS
Alle dossiers

Beslag  

IEF 9105

(Via het internet) te onderzoeken

Vzr. Rechtbank Leeuwarden, ex parte beschikkingen van 1 en 10 september 2010 (Bewijsbelag bij providers). (Met dank aan Govert Bakker, Equilibristen en Paul Mazel, Trip Advocaten).

Bewijsbeslag i.v.m. schending van rechten van intellectuele eigendom. De Rechtbank Leeuwarden wijst, na eerder afwijzing bewijsbeslag op digitale opslagruimtes in Nederland, het verzoek toe om bewijsbeslag te leggen, o.a. door via internet de databestanden te benaderen die zich op de server bevinden van Google (de Gmail-account van beslagene) en eBay. In hoeverre de data zich feitelijk in het buitenland bevinden, wordt niet in de beoordeling betrokken. Vraag van de inzendende deurwaarder: “Is met deze beschikking de Roode Roos nu voor altijd geknakt?”

Toegestaan gelijk verzocht: “ (…) verlof verleent bewijsbeslag te doen leggen op de (digitale) data van gerekwestreerden zich bevindende bij de providers, zijnde hulppersonen van gerekwestreerden, GMail, KPN Backup, Planet, eBay, Ogone.com en de hosting provider van www.(...).nl, alsmede andere providers die optreden als hulppersonen, zulks en voor zover nodig met machtiging aan de instrumenterende deurwaarder en ICT-expert op afstand (via het internet) te onderzoeken en met instandhouding van de voorwaarden m.b.t. de vertrouwelijkheid als vermeld in het hoofdverzoek en bijbehorende beschikking.”

Lees de beschikkingen hier en hieronder:

Vzr. Rechtbank Leeuwarden, ex parte beschikking van 10 september 2010

Verzoekschrift tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag i.v.m. schending van rechten van intellectuele eigendom
 
Gronden

1.   Nomen Nescio heeft op 31 augustus 2010 een tweetal beslagrekesten bij u ingediend, die bij dezen worden overgelegd als producties 1 respectievelijk 2.

2.   U heeft het eerste, het hoofdverzoek, toegewezen, het tweede, meer verstrekkende verzoek, bij beschikking d.d. 1 september 2010 echter afgewezen.

3.   De inhoud van beide verzoekschriften dient als hier herhaald te worden beschouwd.

4.   Op 6 september 2010 heeft de feitelijke beslaglegging plaatsgevonden. Het verslag van de instrumenterend deurwaarder, de heer G. Bakker van Equilibristen te Dordrecht wordt bij dezen overlegd als productie 4. Uit dit verslag blijkt dat de directeur van gerekwestreerden, de heer (…), niet alleen (verbaal) geweld heeft geuit tegen de deurwaarder, doch tevens alle medewerking heeft geweigerd en wel in dier voege dat zelfs het inschakelen van de politie noodzakelijk bleek.

5.   Als gevolg van de omstandigheid dat gerekwestreerden niet meewerken aan de werkzaamheden van de deurwaarder, doch deze actief tegenwerken zijn de volgende verzoeken noodzakelijk, mede gelet op het feit dat verwacht kan worden dat de deurwaarder meer tijd nodig zal hebben voor zijn werkzaamheden.

6.   Daarenboven bestaat de vrees dat gerekwestreerden na teruggave van de gegevensdragers deze zullen gebruiken om verdere toegang voor de deurwaarder en de ICT-expert te bemoeilijken. Voor het onderzoek onder de providers is het noodzakelijk dat de deurwaarder en diens ICT expert beschikken over de gegevensdragers.
7.   Uit het vorenstaande blijkt dat het onwenselijk zou zijn gerekwestreerden voorafgaand aan de verlening van het gevraagde verzoek te horen.

MET VERZOEK:

dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Leeuwarden bij beschikking uitvoerbaar op alle dagen en uren,

I. verlengt de termijn als genoemd onder V van het oorspronkelijke verzoekschrift (teruggave van de gegevensdragers) van 5 tot 30 werkdagen na de datum van beslaglegging;

II. verzoeksters verlof verleent bewijsbeslag te doen leggen op de (digitale) data van gerekwestreerden zich bevindende bij de providers, zijnde hulppersonen van gerekwestreerden, GMail, KPN Backup, Planet, eBay, Ogone.com en de hosting provider van (...), alsmede andere providers die optreden als hulp-personen, zulks en voor zover nodig met machtiging aan de instrumenterende deurwaarder en ICT-expert op afstand (via het internet) te onderzoeken en met instandhouding van de voorwaarden m.b.t. de vertrouwelijkheid als vermeld in het hoofdverzoek en bijbehorende beschikking.
 
Toegestaan gelijke verzocht,

Leeuwarden, 10 september  2010

Voorzieningenrechter mr. M. Jansen
 
Overige bepalingen bij de beschikking:

- Verzoekster heeft geen bijzondere feiten of omstandigheden gesteld die aanleiding zouden kunnen zijn de termijn voor het verlengen van de termijn als genoemd onder punt V van het verzoekschrift, op een langere termijn te stellen dan tot 10 dagen na de datum van oorspronkelijke beslaglegging.

- Het beslag dient gericht te zijn op het veiligstellen van gegevens. Het beslag mag het gebruik van de verschillende systemen, zoals deze draaien bij de in het verzoekschrift genoemde providers, niet frustreren.
 
 
Vzr. Rechtbank Leeuwarden, ex parte beschikking van 1 september 2010.

Gronden

1.Nomen Nescio wenst op de volgende plaatsen beslag te leggen:
(1)De kantoorruimte van gerekwestreerden te YYY;
(2)Elke andere gerekwestreerden ter beschikking staande bedrijfsruimten;
(voor deze ruimten is middels een separaat verzoekschrift verlof gevraagd)
(3)Elke verweerster ter beschikking staande digitale opslagruimten in Nederland in eigendom van of gebruikt door gerekwestreerden, hetzij binnen hetzij buiten het arrondissement Leeuwarden, daaronder de door gerekwestreerden in gebruik zijnde externe serverruimten;
(4)Het kantoor van de externe accountant en/of boekhouder van gerekwestreerden
(5)Het woonadres van gerekwestreerde onder 5, de heer (…)  te YYY.

2.De locaties onder (3), (4) en (5) zullen uitsluitend bezocht worden indien aannemelijk is dat zich daar relevante administratie bevindt en indien dat noodzakelijk blijkt, dat wil zeggen indien bij het leggen van beslag bij de kantoorruimte van gerekwestreerden blijkt dat niet tot bescheiden en gegevensdragers kan worden doorgedrongen en/of daartoe geen toegang wordt verschaft.

3. Bij het leggen van beslag op de locatie onder (5) dient de deurwaarder nadrukkelijk de bepalingen van de Algemene wet op het binnentreden te respecteren en indien geen meerderjarige bij de beslagname aanwezig is, dient hij/zij zich te vergezellen van een hulpofficier van justitie overeenkomstig de bepaling in artikel 444 Rv. Hetzelfde geldt indien bij het leggen van beslag op de locaties onder (3) en (4) sprake blijkt te zijn van een woonadres.

4.Nomen Nescio wenst dat dit beslag zich uitstrekt tot offertes en/of facturen en/of bankafschriften en/of andere relevante documenten of bescheiden, schriftelijk en/of elektronisch (waaronder e-mails), die betrekking hebben op:
a.het aantal vervaardigde, ingekochte en verkochte inbreukmakende ZZZ;
b.de kostprijs, de inkoopprijs en de verkoopprijs van de inbreukmakende ZZZ, alsmede de door gerekwestreerden met de verkoop van de inbreukmakende ZZZ gemaakte bruto en netto winst;
c.de namen, adressen, telefoon- en faxnummers, web- en e-mailadressen van de afnemers in Nederland, niet zijnde particulieren, van de inbreukmakende ZZZ;
d.de namen, adressen, telefoon- en faxnummer(s), web- en e-mailadres(sen) van de fabrikant(en), (mede)importeur(s), tussenperso(o)n(en), agent(en) en leverancier(s) van de inbreukmakende ZZZ;
e.de bestaande voorraad inbreukmakende ZZZ, brochures, prijslijsten en/of ander promotiemateriaal waarmee de ZZZ aangeboden worden.

5. Er bestaat gegronde vrees voor het verduisteren van bewijsmateriaal. Doordat gerekwestreerden vermoedelijk op grote schaal onrechtmatig handelen, bestaat het aanzienlijke risico dat zij bewijsmateriaal zullen (doen) laten verwijderen.
 
Beoordeling van het verzoek
 
De rechtbank overweegt dat aan verzoekster op haar verzoek bij beschikking van 31 augustus 2010 verlof is verleend diverse conservatoire beslagen te mogen leggen ten laste van gerekwestreerden waaronder een beslag op administratie, een en ander onder nadere voorwaarden. Gezien de reikwijdte van dat verlof valt voorshands niet in te zien dat verzoekster bij het onderhavige verzoek een rechtens te respecteren belang heeft, ook al heeft verzoekster in haar verzoekschrift aangegeven het verlof slechts te zullen gebruiken indien zulks noodzakelijk blijkt. Nu dat belang voorshands ontbreekt, zal een beslaglegging op basis van het thans voorliggende verzoek naar het oordeel van de voorzieningenrechter een vexatoir karakter hebben, te meer nu het verzoek zich ook uitstrekt tot ruimten die niet in gebruik zijn bij gerekwestreerden. Wat betreft het verzoek ten aanzien van gerekwestreerde sub 5 (natuurlijk persoon - bestuurder van de diverse vennootschappen) komt daar nog bij dat verzoekster geen gronden heeft gegeven en geen feiten en omstandigheden heeft gesteld om – voorshands en summierlijk oordelend – aannemelijk te maken dat verzoekster jegens deze gerekwestreerde een vorderingsrecht heeft die een beslag te zijnen laste rechtvaardigt.
De voorzieningrechter zal het verzoek derhalve afwijzen, daargelaten de verdere gronden van het verzoek.
 
Beslissing
 
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Mr. J. Smit rechtbank Leeuwarden

IEF 8833

In het incident tot exhibitie

Gerechtshof Arnhem, 11 mei 2010, zaaknr. 200.040.779, Montis B.V. tegen B.V. Meubelindustrie Het Anker Druken (met dank aan Titia Deurvorst, Brainich Advocaten).

Auteursrecht. Meubelen. De vordering tot exhibitie ex artikel 843a van e-mail c.q. correspondentie wordt afgewezen. “Aanleiding te spreken van een ‘fishing expedition.’”

3.2 Het Anker heeft bij haar memorie in het incident de gevraagde e-mailcorrespondentie tussen Het Anker en de heer H. van Straaten van (rond) 16 augustus 2007 gevoegd. Het hof stelt vast dat Montis dus geen belang meer heeft bij haar incidentele vordering tot exhibitie met betrekking tot deze correspondentie. Naar het oordeel van het hof is de vordering tot exhibitie met betrekking tot ‘alle overige Relevante correspondentie tussen de heer H. van Straaten en Het Anker die betrekking heeft op het bedoelde bezoeken van de heer H. van Straaten aan de showroom van Het Anker in 2003 en 2004' te weinig bepaald en onvoldoende onderbouwd, De enkele mogelijkheid dat Montis haar gelijk zou kunnen aantonen met die correspondentie geeft aanleiding te spreken van een 'fishing expedition ' (eerder genoemd onder 3.1), mede omdat uit hetgeen Montis naar voren brengt niet is af te leiden dat dergelijke stukken bestaan. De in artikel 843a Rv beschreven exhibitieplicht is hiervoor niet bedoeld.

Lees het arrest hier.

IEF 8511

Beslag op de computers als gegevensdragers

Vzr. Rechtbank Haarlem, 8 januari 2010, KG ZA 09-733, Silver Holding, Silver Aerospace, Incat Aircraft Design & Rücker tegen Siemens (met dank aan Titus Engels, Vondst Advocaten)

Auteursrecht. Opheffing van conservatoir beslag op (inbreukmakende) software (op computers ingenieursbureaus) . Voorzieningenrechter bevestigt dat het aan de beslagene is om aannemelijk te maken dat de aan de beslaglegging ten grondslag liggende vordering summierlijk ondeugdelijk is. Een beroep op bruikleen (binnen de groep ondernemingen) wordt afgewezen, omdat artikel 12 lid 1 sub 3 Auteurswet daarvoor toestemming van de auteursrechthebbende vereist.

Beslag: 5.3 (…) Het leggen van conservatoir beslag op inbreukmakende software, zoals in dit geval, is uitsluitend mogelijk door de dragers waarop de software is opgeslagen in beslag te nemen. Gelet hierop is Siemens als auteursrechthebbende van de software Unigraphics NX versie 3 gerechtigd beslag tot afgifte te laten leggen op computers waarvan zij vermoedt dat deze drager zijn van inbreukmakende software. Aangezien in het algemeen wordt aangenomen dat de opeising als bedoeld in artikel 28 lid 1 Aw gevorderd kan worden van een ieder die feitelijk en juridische tot afgifte in staat is, zonder dat schuld of toerekenbaarheid vereist is, kan er beslag worden gelegd bij een ieder waar het daarvoor in aanmerking komende materiaal wordt aangetroffen. In het onderhavige geval maakt het dan ook geen verschil bij wie de eigendom van de computers berust. De omstandigheid als zouden de computers eigendom zijn van Kicker en niet van Silver Holding, Silver Aerospace of Incat zoals door Silver Holding c.s. is gesteld, doet derhalve niet ter zake en leidt in ieder geval niet tot het oordeel dat het beslag geen doel heeft getroffen. Er is immers beslag gelegd op de computers als gegevensdragers waarvan voorafgaand aan de beslaglegging is vastgesteld dat zij de software Unigraphics NX versie 3 bevatten.

5.4. Silver Holding C.S. heeft zich verder op het standpunt gesteld dat het in deze procedure aan Siemens is om te bewijzen dat Silver Holding c.s. gebruik maakt van illegale kopieën van Unigraphics NX versie 3 (hierna ook: de software) en dat de door Siemens aangevoerde bewijzen daarvoor onvoldoende zijn. Dit uitgangspunt is echter onjuist. Gegeven het in 5.1 genoemde arrest van de Hoge Raad ligt het in het kader van de beoordeling van de gevorderde opheffing van het beslag in beginsel op de weg van Silver Holding C.S. om aannemelijk te maken dat de door Siemens gepretendeerde vordering summierlijk ondeugdelijk is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Silver Holding c.s. daarin niet is geslaagd. (..)

Bruikleen: 5.6 (…) Aangezien vast staat dat Siemens geen toestemming heeft verleend voor het in bruikleen geven van de software door Rücker aan derden, is de voorzieningenrechter van oordeel dat Silver Aerospace in ieder geval niet op grond van de titel van bruikleen gerechtigd was tot het gebruik van de software. Anders dan Silver Holding C.S. lijkt te hebben betoogd, maakt de enkele omstandigheid dat Silver Aerospace deel uitmaakt van de Rucker groep niet dat desondanks sprake is van een geldige titel tot ingebruikgeving van de licenties van Rucker aan Silver Aerospace. Ook overigens is Silver Holding C.S. er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat Rucker wel gerechtigd was haar licenties in gebruik te geven aan Silver Aerospace dan wel dat Silver Aerospace beschikt over een andere geldige titel op grond waarvan zij gerechtigd is tot het gebruik van de software. (…)

Lees het vonnis hier.

IEF 8169

Principieel toelaatbaar

Vzr. Rechtbank Rotterdam, 3 september 2009, LJN: BJ7141, Eisers tegen Vision Led Lighting Technologies Limited

Bewijsbeslag in niet-IE-zaak toelaatbaar. Vordering bewijsbeslag op grond van 730 Rv en 843a Rv toegewezen “In dat verband verdient opmerking dat de wetgever het leggen van dit type beslag principieel toelaatbaar heeft geacht blijkt ook uit art. 1019c Rv. Weliswaar werd het daar noodzakelijk geacht een specifieke wettelijke basis te bieden voor bewijsbeslag in zaken, waarin de inbreuk op een intellectuele eigendomrecht wordt vermoed, maar dat moet gezien worden als het nakomen van een Europeesrechtelijke verplichting tot eenduidige implementatie.”

Met verwijzing naar Gerechtshof Leeuwarden, 4 augustus 2009, IEF 8110 (binnentreding in strijd met Grondwet); Andere omstandigheden.

Lees het vonnis hier

IEF 8110

De inhoud van de computer

Gerechtshof Leeuwarden, 4 augustus 2009, LJN: BJ4901, Kohler Mira Limited tegen De Melker Sanitairtechniek B.V.

Bewijsbeslag en huiszoeking. Hof staat huiszoeking naar bedrijfsinformatie door (voormalig) werkgever niet toe. Artikel 10 Grondwet Eerst even kort:

8. Het Nederlandse burgerlijke procesrecht kent geen algemene regeling voor bewijsbeslag. Wel is artikel 1019c Rv het bewijsbeslag geregeld voor zaken betreffende rechten van intellectuele eigendom. Het hof constateert dat het gelegde beslag door De Melker is gebaseerd op artikel 843a Rv en kennelijk mede op artikel 730 Rv. Volgens De Melker kan dit artikel dienen als een wettelijke grondslag voor bewijsbeslag. Ook vóór de inwerkingtreding van 1019c Rv op 1 mei 2007 zijn conservatoire bewijsbeslagen in intellectuele eigendomszaken gelegd, waarbij de rechtsgrond werd gezocht in artikel 730 Rv. Ook in andere niet-intellectuele eigendomsprocedures is in die bepaling een voldoende grondslag aanwezig geacht voor bewijsbeslagen, ook door enige gerechtshoven. In de door verschillende rechtbanken gehanteerde beslagsyllabus, waaraan door [appellant 1] en [appellant 2] is gerefereerd, staat over dit type beslag het volgende te lezen (versie februari 2009, pagina 20): "NB 8: Bewijsbeslag in niet-IE zaken (dat doorgaans wordt gebaseerd op artikel 730 Rv juncto 843a Rv) is naar de mening van het LOVC niet onmogelijk (besluit 13 juni 2008)."

9. Het hof stelt vast dat artikel 843a Rv alleen een vorderingsrecht toekent aan degene die daarbij rechtmatig belang heeft, om, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel te vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Dit artikel kent geen bevoegdheid tot beslaglegging toe, laat staan een bevoegdheid om een woning te doorzoeken.

10. Artikel 730 Rv ziet op het conservatoire beslag tot afgifte van zaken en levering van goederen als zodanig. Het hof stelt vast dat deze bepaling niet aansluit op artikel 843a Rv, dat immers geen vorderingsrecht tot afgifte of levering toekent (zie ook Hof Den Haag, 24 augustus 2006, LJNAY7534). Naar 's hofs oordeel kan het gelegde bewijsbeslag dan ook niet op de artikelen waarop De Melker zich heeft beroepen worden gebaseerd.

(…) 14. Het hof is, alles in ogenschouw nemende, van oordeel dat de wettelijke grondslag waarop de civielrechtelijke huiszoeking in het kader van het gelegde bewijsbeslag berust, als ondeugdelijk moet worden beoordeeld. Deze niet toereikende regeling kan een zo grote inbreuk op het huisrecht als in de gevallen van [appellant 1] en [appellant 2] heeft plaats gevonden, niet rechtvaardigen. Het hof oordeelt voorts dat deze regeling onvoldoende
15. "garanties adéquates et suffisantes contre les abus" biedt en dat niet gezegd kan worden dat deze voldoet aan het criterium "noodzakelijk in een democratische samenleving".

15.  Het hof dient verder nog te onderzoeken of de in beslagname van de gegevensdragers van [appellant 1], [appellant 2] en hun huisgenoten een inbreuk oplevert van artikel 10 van de Grondwet. Dit artikel bepaalt dat ieder, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer heeft.
Het hof is van oordeel dat de kennisneming, tegen de wil van de eigenaren van de inhoud van de computer, onder dit recht valt. Artikel 843a Rv is een wettelijke beperking op dit recht. Een wettelijke regeling die het mogelijk maakt dat, alvorens een rechterlijke beslissing op deze grondslag is gegeven, derden bij wege van conservatoire maatregel een computer op zijn inhoud mogen onderzoeken, ontbreekt evenwel. Voor het onderzoek door [betrokkene 5] van de computers van [appellant 1] en [appellant 2] ontbreekt dan ook een voldoende wettelijke grondslag, zodat op dit punt artikel 10 van de Grondwet is geschonden.

Lees het vonnis hier.

IEF 8100

De uploader

Rechtbank Amsterdam 5 augustus 2009, HA ZA 09-185. Kim Holland Productions B.V. c.s. tegen 123 Video B.V. (Met dank aan Maarten Haak, Hoogenraad & Haak advocaten)

Vonnis in incident, verzoek tot inzage afgewezen. Geen rechtmatig belang, aangezien 123 Video zelf het recht heeft de gegevens bij de derde op te vragen.

Auteursrecht. Merkenrecht. Kim Holland vordert in de hoofdzaak onder meer een verklaring voor recht dat het (doen) plaatsen van Kim Holland beelden op de websites www.123video.nl en www.123video.com moet worden aangemerkt als een (mede-)openbaarmaking in de zin van artikel 12 en 13 Aw, als gebruik van een met het Beneluxmerk KIM HOLLAND overeenstemmend teken en als onrechtmatig handelen.

In het incident vordert 123 Video Holland te bevelen de persoonlijke gegevens te verstrekken van een derde (de uploader) als ontvangen van de provider, althans die gegevens te verstrekken die Holland heeft ontvangen van de provider naar aanleiding van hun verzoek tot het verstrekken van deze gegevens.

"De rechtbank stelt vast dat Kim Holland c.s. de bescheiden waar het in het incident om gaat niet onder zich heeft. Deze bescheiden bevinden zich onder een derde. Dit houdt niet noodzakelijkerwijs in dat de vordering moet worden afgewezen. Artikel 843a Rv kan ook toepassing vinden indien de betrokkene (Kim Holland c.s.) het recht heeft om de bescheiden door een derde aan haar te doen verstrekken. De rechtbank ziet in het onderhavige geval echter geen aanleiding artikel 843a Rv toe te passen. Daartoe is van belang dat de rechtbank geen - hier relevant - verschil ziet tussen het door 123 Video gestelde 'recht' van Kim Holland c.s. (dat zou voortvloeien uit de gestelde inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten) en de mogelijkheid die 123 Video zelf heeft om de bescheiden bij de derde op te vragen (maar dan gegrond op onrechtmatig handelen door de uploader jegens 123 Video). Onder die omstandigheden heeft 123 Video geen rechtmatig belang op grond waarvan Kim Holland c.s. gehouden zou zijn te proberen de betreffende bescheiden van de derde te verkrijgen. 123 Video kan daartoe zelf overgaan. De vordering dient reeds om die reden te worden afgewezen."

Lees het vonnis hier.

IEF 8090

Kleeft niet

Rechtbank Arnhem 27 juli 2009, KG ZA 09-411. Eurovite Nederland B.V. tegen Van Dijk c.s. (Met dank aan Bas Berghuis, Simmons & Simmons)

Bewijsbeslag. Misbruik van bedrijfsgegevens van oud-werknemer niet aangetoond. Geen belang tot afgifte of inzage ex 843a Rv. Geen 1019h Rv proceskosten.

Van Dijk is een voormalig werknemer van Eurovite, een bedrijf in tegellijm. Eurovite heeft conservatoir (bewijs)beslag laten leggen op 2 laptops, diverse USB-sticks, 1 pc en diverse papieren bescheiden en in gerechtelijke bewaring gegeven aangezien Eurovite vermoedt dat Van Dijk misbruik maakt van de bedrijfsgegevens van Eurovite, met name de recepten voor de 'Fobylijm'. Tevens vermoedt Eurovite dat Van Dijk het bij Eurovite opgebouwde klantenbestand heeft meegenomen op zijn laptop/pc, waarna hij klanten van Eurovite zou hebben benaderd voor Bruil, waar hij als adviseur werkzaamheden verricht.

Eurovite vordert onder meer verstrekking van afschriften en/of uittreksels van de (digitale) gegevens waarop beslag is gelegd, afgifte van de in beslag genomen zaken en de kosten van het geding inclusief de beslagkosten. Grondslag van de vordering is artikel 843 Rv.

De voorzieningenrechter oordeelt dat in dit kort geding niet aannemelijk is gemaakt door Eurovite dat Van Dijk op enige wijze onrechtmatig jegens Eurovite heeft gehandeld. Eurovite heeft dan ook vooralsnog geen rechtmatig belang bij de gevorderde afgifte. Ook is niet voldaan aan het vereiste dat het moet gaan om 'bepaalde bescheiden'. De gestelde schending van een geheimhoudingsplicht is niet gebleken. Het beslag wordt opgeheven.

Lees het vonnis hier.

IEF 7770

Uit de nieuwe beslagsyllabus

Nog even een stukje uit de nieuwste beslagsyllabus (samengesteld onder verantwoordelijkheid van het LOVC, het Landelijk overleg van de voorzitters van de sectoren civiel van de rechtbanken), 7e (verbeterde) versie, februari 2009.

"Bewijsbeslag betreffende rechten van intellectuele eigendom (artikel 1019b lid1 juncto artikel 1019c lid 1 Rv)

Dit beslag wordt gelegd met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in de vierde titel van boek 3 Rv (de artt. 700 Rv e.v; zie hiervoor). Vaak zal het daarbij gaan om een beslag tot afgifte (zie hiervoor onder Beslag tot afgifte en levering). De in beslag te nemen zaken kunnen echter niet alleen de vermeend inbreukmakende zaken omvatten, maar ook de bij de productie daarvan gebruikte materialen en werktuigen en de op de inbreuk betrekking hebbende documenten. Indien in het beslagrekest tevens om de aanstelling van een gerechtelijk bewaarder wordt verzocht behoeven de gerekwestreerde en eventuele andere belanghebbenden niet eerst te worden opgeroepen teneinde op het verzoek te worden gehoord (artikel 709, derde lid, Rv is namelijk niet van overeenkomstige toepassing). Zie voor de door de voorzieningenrechter aan de gerechtelijke bewaring te stellen beperkingen pag. 10.

Ook zonder dat de wederpartij is opgeroepen en gehoord kan verlof tot het leggen van een bewijsbeslag worden verleend (vergelijk Hof ’s-Hertogenbosch 30 mei 2007, LJN: BA9007; PRG 2007, 104).

Een verlof tot het leggen van bewijsbeslag kan niet automatisch ook een inzagerecht voor de beslaglegger inhouden. Voor een verzoek in een beslagrekest tot het leggen van bewijsbeslag om dat beslag "ten behoeve van inzage door verzoekster" te mogen leggen, kan geen grond zijn. Een dergelijk verzoek dient te worden afgewezen (vergelijk rechtbank Arnhem, 1 juni 2007, LJN: BA9615; NJF 2007, 354).

NB 1: Bewijsbeslag in niet-IE zaken (dat doorgaans wordt gebaseerd op artikel 730 Rv juncto 843a Rv) is naar de mening van het LOVC niet onmogelijk (besluit 13 juni 2008).

NB 2: Conservatoir beslag moet worden beschouwd als een voorlopige maatregel in de zin van artikel 1019i Rv, waarbij door de voorzieningenrechter een redelijke termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak (doorgaans 6 maanden) als bedoeld in lid 1 van dat artikel dient te worden bepaald. Wanneer de voorzieningenrechter die termijn niet heeft gesteld, geldt lid 2 van artikel 1019i Rv (vergelijk rechtbank Leeuwarden, 27 juni 2007 r.o. 4.26 en 4.27, LJN: BA9084).

Lees de beslagsyllabus hier.

IEF 7704

Tot veiligstelling van bewijs

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 17 maart 2009, HD 200.012.193, Abbott Cardiovascular Systems Inc. tegen Medtronic B.V. (met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh)

Arrest in zaak over het inzagerecht in in beslaggenomen documenten met betrekking tot een beweerdelijk octrooi-inbreuk. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep (zie Rechtbank Maastricht 29 juli 2008, IEF 6522). Artikel 1019b, alleen veiligstelling bewijs, geen inzage.

4.3.3. Weliswaar is juist dat het bewijsbeslag in het leven is geroepen om de IE-rechthebbende te voorzien van materiaal om zijn inbreukvordering te onderbouwen, maar - zoals het hof in r.o. 4.3.2 a1 overwoog - dat rechtvaardigt niet de conclusie dat een bewijsbeslag inzagerecht met zich mee brengt. Vooropgesteld moet worden - zoals ook de voorzieningenrechter heeft gedaan - dat de Richtlijn en de daarop gebaseerde Nederlandse wetgeving autonoom dienen te worden uitgelegd, en wel aan de hand van de inhoud van de Richtlijnen van die wetgeving. Zoals hiervoor is overwogen is daarin onderscheiden tussen veiligstelling van en inzage in bewijsmateriaal. Dat onderscheid heeft niet tot gevolg dat de minimum waarborg die de communautaire wetgever aan de IE-rechthebbende heeft willen geven niet wordt gehaald. Ook volgens de Nederlandse wetgeving kan de IE-rechthebbende immers op vrij eenvoudige wijze bewerkstelligen dat hij inzage verkrijgt in het inbeslaggenomen materiaal. Dat hij daartoe de weg van artikel l019a Rv. jo. artikel 843a Rv, dient te bewandelen betekent niet dat zijn inzagerecht onaanvaardbaar wordt beperkt.

4.3.5. (…) Voor de (impliciete) stelling van Abbott dat de wetgever heeft bedoeld dat de beslaglegger dan via de weg van artikel 15 lid 4 Gerechtsdeurwaarderswet de beschikking krijgt over de gedetailleerde beschrijving is naar het oordeel van het hof geen steun te vinden in de wet noch in de parlementaire geschiedenis daarvan.

(…) 4.4.1. . In dit hoger beroep heeft Abbott als meer subsidiair verweer in conventie tevens meer subsidiaire grondslag voor haar reconventionele vorderingen een beroep gedaan op artikel 1019a jo. artikel 843a Rv.(…)

4.4.3. Gelijk de voorzieningenrechter heeft overwogen vindt de stelling van Medtronic dat de vordering tot inzage slechts bij de bodemrechter kan worden gedaan geen steun in het recht. Mits aan de overige voorwaarden - waaronder het hebben van een rechtmatig belang en het bestaan van een rechtsbetrekking - is voldaan is denkbaar dat in spoedeisende zaken de vordering in kort geding wordt gedaan.(…)

4.4.4. Abbott heeft inmiddels ook in de versnelde bodemprocedure op de voet van de artikelen 1019a jo 843a Rv. en bij wijze van incident inzage gevorderd. In die procedure heeft de Rechtbank 's-Gravenhage in een rolbeslissing van 26 november 2008 beslist dat zij tegelijk met het eindvonnis op dit incident zal beslissen [zie: Rechtbank ’s-Gravenhage,  11 maart 2009, IEF 7665]. Partijen verwachten dit vonnis in maart 2009. Het oordeel van de bodemrechter omtrent de inzagevordering (en tegelijkertijd omtrent de inbreukvordering in de hoofdzaak) is in tijd dus vrijwel gelijk te verwachten met het oordeel van het hof in het onderhavige kort geding. Daarom heeft Abbott geen spoedeisend belang bij haar vordering in dit kort geding.

1019h proceskosten: €19.388.

Lees het arrest hier.

IEF 7623

Het gebruikte merk is onverklaard gebleven

Motor Mania BellaVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 maart 2009, KG ZA 09-38, Business Motor-Mania España S.L. tegen Asiangear B.V.

Nieuw hoofdstukje in scootergeschil tussen MM-Exclusive en Asian Gear. Aan IE-geschil verwante beslagzaak. Na te hebben vernomen dat er een aantal containers met daarin scooters van MM-Exclusief in de haven van Rotterdam zou zijn aangekomen, heeft Asiangear uit kracht van het vonnis van 16 september 2008 (waarbij de toenmalige beslaglegger MM-Exclusief (nog) niet over geregistreerd merk beschikte,  IEF 7084) executoriaal (derden)beslag gelegd op de inhoud van een aantal containers. Motor-Mania España vordert de opheffing van het beslag, omdat de scooters haar eigendom zouden zijn en niet van MM-Exclusief. De voorzieningenrechter acht dit vooralsnog niet aannemelijk en wijst de vordering af. 

5.9. In het midden kan blijven naar welk recht zou moeten worden beoordeeld wie eigenaar van de scooters is. Het voorgaande roept reeds zoveel vragen op dat de eigendom van Motor-Mania España vooralsnog niet voldoende aannemelijk is gemaakt, ook omdat onverklaard is gebleven waarom op de dozen, waarin de scooters zijn verpakt, het door MM-Exclusief gebruikte merk en haar domeinnaam zijn weergegeven. De opheffing van het beslag moet dus worden afgewezen. Voor toewijzing van de – niet gemotiveerde – subsidiaire vordering tot staking van (verdere) executie van het vonnis zou aanleiding kunnen bestaan indien Asiangear, ondanks een vordering van Motor-Mania España in een bodemzaak tot opheffing van het beslag en afgifte van de scooters, de executie zou willen doorzetten. Die situatie is echter niet aan de orde. Dit voert tot de slotsom dat de vorderingen van Motor-Mania España zullen worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.