IEF 22896
10 september 2025
Uitspraak

Opname generiek in G-Standaard vóór einde ABC is inbreuk

 
IEF 22898
9 september 2025
Uitspraak

POP MART krijgt gedeeltelijk ex parte bevel tegen AH-franchisenemers wegens namaak Labubu’s

 
IEF 22893
9 september 2025
Artikel

Simmons & Simmons zoekt: Advocaat-medewerker Octrooirecht

 
IEF 22888

Panelleden Nationaal Mediarechtcongres bekend

Tijdens het Nationaal Mediarechtcongres op donderdag 20 november 2025 komen opnieuw de belangrijkste actuele thema’s rond media en recht aan bod onder leiding van Remy Chavannes (Brinkhof). De paneldiscussies worden gevoerd door experts uit beleid, praktijk en advocatuur. Wie dit zijn is inmiddels bekend. 

Koper poetsen op de Titanic? Over de toekomst van de publieke omroep gaan in gesprek:

  • Youssef Louakili (Ministerie van OCW)
  • Zohair el-Yassini (Streamingdiensten Nederland)
  • Lonneke van der Zee (BNNVARA)

Het sandwichmodel voor de algoritmische samenleving? Over de verplichte vindbaarheid van mediadiensten van algemeen belang discussiëren:

  • Marcel Betzel (Commissariaat voor de Media)
  • Isabel van Enckevort (Amazon Prime)
  • Matthijs Linneman (NOS)

Daarnaast staan bijdragen gepland van onder meer Fatiya Munkaila (Brinkhof) over de bescherming van de minderjarige mediaconsument en een jurisprudentie-update onrechtmatige perspublicaties door Jens van den Brink en Lotte Oranje (Kennedy Van der Laan).

IEF 22887

Oude Instagram-posts leveren geen inbreuk op portretrecht op

Rechtbank Amsterdam 30 jul 2025, IEF 22887; ECLI:NL:RBAMS:2025:5825 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/oude-instagram-posts-leveren-geen-inbreuk-op-portretrecht-op

Rb. Amsterdam 30 juli 2025, IEF 22887, ECLI:NL:RBAMS:2025:5825 (Eiser tegen gedaagde). Eiser vordert een verklaring voor recht dat Bonemasters en gedaagde inbreuk hebben gemaakt op portretrechten van eiser en dat zij jegens hem onrechtmatig hebben gehandeld door zijn naam te gebruiken nadat de ambassadeursovereenkomst was geëindigd. Verder vordert eiser om gedaagde als bestuurder van Bonemasters en afzonderlijk in privé te veroordelen tot het staken en gestaakt houden van iedere vermelding van de naam en het portret van de eiser op straffe van dwangsom. Eiser stelt dat gedaagde inbreuk heeft gemaakt op zijn portretrechten omdat de beeltenissen niet volledig zijn verwijderd van de sociale media binnen de daarvoor gestelde termijn (24 september 2024). Gedaagde voert verweer, niet ontvankelijkheid dan wel afwijzing van de vorderingen. 

IEF 22885

Uitspraak ingezonden door Lex Keukens en Dagmar Klein Hesseling, TeekensKarstens

Geen model- of auteursrechtinbreuk bij verkeerszuilen

Rechtbank Den Haag 3 sep 2025, IEF 22885; (Erdi tegen Bewebe c.s.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/geen-model-of-auteursrechtinbreuk-bij-verkeerszuilen

Rb. Den Haag 3 september, IEF 22885; C/09/686074 (Erdi tegen Bewebe c.s.). De voorzieningenrechter Den Haag doet op 3 september 2025 uitspraak in een kort geding tussen Erdi, producent van de Flexpost met beschermd opzetstuk (Uniemodel 001669482-0002), en Bewebe c.s., die een soortgelijk opzetstuk (het Bewebe Opzetstuk) op de markt brengt. Erdi stelt dat sprake is van inbreuk op haar model- en auteursrechten en dat Bewebe c.s. bovendien onrechtmatig handelt door slaafs na te bootsen. Bewebe c.s. betwist dit en voert aan dat het Erdi-model ongeldig is wegens ouder vormgevingserfgoed, met name de “Lollie verkeerszuil”. De voorzieningenrechter acht dit aannemelijk, maar laat de vraag naar de geldigheid van het model in het midden. Uitgaande van geldigheid komt de rechter tot het voorlopig oordeel dat het Bewebe Opzetstuk een andere algemene indruk wekt. Waar het Erdi Model een elegante, strakke en moderne uitstraling heeft, oogt het Bewebe Opzetstuk robuust, eenvoudig en degelijk. Daarmee valt het buiten de beschermingsomvang. Ook auteursrechtelijk is er geen sprake van inbreuk: hoewel de ontwerpen stijlverwantschap vertonen, kiest Bewebe voor voldoende afwijkende vormgevingselementen. Voor slaafse nabootsing geldt dat geen verwarringsgevaar ontstaat, zodat ook die grondslag niet slaagt.

IEF 22884

Entertainment & Recht op woensdag 10 september 2025

Begin het nieuwe seizoen na de zomervakantie met ons seminar Entertainment & Recht op woensdag 10 september plaatsvindt. Een middagprogramma voor entertainment- en IE-experts in café Vertigo in het Vondelpark te Amsterdam onder leiding van onze dagvoorzitters Marijn Kingma (Höcker) en Michiel Odink (Leeway). Het programma is, in het kort, als volgt. 

  • Dagvoorzitters Marijn Kingma en Michiel Odink presenteren een Entertainment top 10, waarin alle actualiteiten in de entertainmentwereld van het afgelopen jaar worden besproken 
  • Rob Zimmermann (Netflix) neemt u mee in de praktijk bij Netflix 
  • Denis Doeland (DDMCA) bespreekt de nieuwste ontwikkelingen rondom AI, content, data en fan-relaties. 
  • De middag wordt afgesloten met een paneldiscussie over de implicaties van het ONB-arrest. Peter Marx (MVVP) leidt het panel in. Verder schuiven aan: Vera Nederpelt (Dikhoff Van Dongen Advocaten), Victor den Hollander (De Vos & Partners Advocaten) en Anne Roest Crollius (general counsel bij Stage).

Op de website van deLex is meer informatie over het programma te vinden. 

IEF 22883

Gedaagde moet stoppen met merkinbreuk Bylima

Rechtbank Midden-Nederland 5 aug 2025, IEF 22883; ECLI:NL:RBMNE:2025:4185 (Bylima tegen Gedaagde), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/gedaagde-moet-stoppen-met-merkinbreuk-bylima

Rb. Midden Nederland 5 augustus 2025, IEF 22883; ECLI:NL:RBMNE:2025:4185 (Bylima tegen Gedaagde). Bylima c.s. ontwerpt en vervaardigd kleding, waaronder sjaals. Via verschillende media worden sjaals verkocht die op die van Bylima lijken en ook dit logo dragen. Bylima stapt naar de rechter en vraagt om een verbod op verdere verkoop. Bylima heeft drie beeldmerken geregistreerd bij het BOIP en het woordmerk Bylima bij het EUIPO. Volgens de rechtbank heeft Bylima door het door haar overlegde bewijs aangetoond dat haar merkenrechten zijn geschonden. Daarnaast heeft Bylima ook voldoende aangetoond dat gedaagde betrokken is geweest bij de verkoop van deze namaakproducten, en dus ook bij de inbreuk op de merkenrechten van Bylima. Omdat er nog andere personen bij betrokken zijn, betekent dit niet dat gedaagde niet geheel verantwoordelijk gehouden kan worden voor de inbreuk.  

IEF 22882

Uitspraak is ingezonden door Edwin van der Velde, Simmons & Simmons

Definitieve prejudiciële vragen HVJ inzake Van Caem/Bacardi

Hof Den Haag 2 sep 2025, IEF 22882; Zaaknummers Hof 200.304.147/01 en 200.304.960/01 (van Caem tegen Bacardi), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/definitieve-prejudiciele-vragen-hvj-inzake-van-caem-bacardi

Hof Den Haag 2 september 2025, IEF 22882, Zaaknummers Hof 200.304.147/01 en 200.304.960/01 (van Caem tegen Bacardi). Het Hof Den Haag heeft de definitieve prejudiciële vragen bepaald in de zaak tussen DelicaSea B.V. c.s. tegen Bacardi, waarin Bacardi stelt dat DelicaSea c.s. merkinbreuk maakt door originele flessen drank voorzien van de merken van Bacardi te verhandelen. DelicaSea’s onderneming is actief in de parallelhandel in drank. Het hof oordeelde dat geen sprake is van vereenzelviging van vennootschappen, zodat DelicaSea c.s. niet veroordeeld kan worden op basis van het leerstuk van gezag van gewijsde. Het hof twijfelde over de vraag wanneer aan het Class-criterium is voldaan, oftewel: wanneer kan worden gesteld dat waren “noodzakelijkerwijs” in de EU in de handel worden gebracht als bedoeld in het Class-arrest van het Hof van Justitie. Het hof was voornemens om hier prejudiciële vragen over te stellen en formuleerde verschillende conceptvragen [IEF 22040], deze vragen zijn nu definitief. (r.o. 5.1 e.v.). Deze vragen luiden als volgt: 

IEF 22881

Sugar-Score van Holie niet misleidend

Rechtbank Amsterdam 15 aug 2025, IEF 22881; ECLI:NL:RBAMS:2025:5929 (Lotus tegen Holie), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/sugar-score-van-holie-niet-misleidend

Rb. Amsterdam 15 augustus 2025, IEF 22881, RB 3926; ECLI:NL:RBAMS:2025:5929 (Lotus tegen Holie). Lotus is een onderneming o.a. op het gebied van koekjes. Sinds 2015 investeert het bedrijf ook in gezondere snackrepen, onder de merknamen nākd. en TREK. Holie werd opgericht in 2018, met als missie: een gezonder alternatief bieden voor ontbijtgranen, vaak met minder suiker. Daarvoor bedacht Holie de Sugar-Score: een label in de vorm van een A, B of C, met de kleuren groen, oranje of rood. In een reclamecampagne labelde Holie de vijf bestverkochte ontbijtgranen en repen met die Sugar-Score. Ook de repen van Lotus kregen een plek. Lotus maakte bezwaar. Volgens haar was er sprake van misleidende, ongeoorloofde vergelijkende reclame. Ze stelde dat de Sugar-Score een ontoelaatbare voedingsclaim is, en bovendien afbreuk doet aan haar producten en merkrechten. Lotus vorderde dat Holie zou stoppen met het gebruik van de Sugar-Score en dat Holie geen enkele inbreuk meer zou maken op de rechten van Lotus. Holie verweert zich, volgens haar laat de campagne op toegestane wijze het suikergehalte van producten zien. In reconventie vroeg Holie op haar beurt om een verbod op duurzaamheidsclaims van Lotus, die volgens Holie misleidend zijn, en om een rectificatie op de website van Lotus. 

IEF 22877

Handelsnaam 'De Jongens HvH' maakt inbreuk op 'De Jongens'

Rechtbank Rotterdam 27 aug 2025, IEF 22877; ECLI:NL:RBROT:2025:10388 (DJR tegen Dwaard), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/handelsnaam-de-jongens-hvh-maakt-inbreuk-op-de-jongens

Rb. Rotterdam 27 augustus 2025, IEF 22877; ECLI:NL:RBROT:2025:10388 (DJR tegen Dwaard). DJR B.V. heeft sinds 2013 een restaurant in de regio Rotterdam. Dat doet ze onder de naam 'De Jongens'. Dwaard B.V. gebruikt sinds 2022 de naam 'De Jongens HvH', ook in dezelfde regio. Volgens DJR zorgt dat voor verwarring en maakt Dwaard daarmee inbreuk op haar handelsnaam. Ze vraagt de rechtbank om een bevel: Dwaard moet haar handelsnaam veranderen op straffe van een dwangsom. Om te bepalen of er verwarring ontstaat tussen handelsnamen, kijkt de rechter naar wat de bedrijven doen en waar ze gevestigd zijn. Maar dat is niet alles, zo kan er ook sprake zijn van verwarringsgevaar wanneer het publiek een (economische of juridische) band tussen beide ondernemingen veronderstelt. Niet in geschil is welke handelsnaam ouder is, 'De Jongens' van DJR is ouder. De toevoeging 'HvH' bij de handelsnaam van Dwaard is ondergeschikt aan 'De Jongens'. De rechtbank stelt vast dat de handelsnaam van Dwaard slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam van DJR. Dwaard voert het verweer dat er anderen zijn die al langer gebruik maken van de handelsnaam 'De Jongens' dan DJR, waardoor het gebruik van DJR onrechtmatig zou zijn. De rechtbank verwerpt dit verweer. Het enkel feit er mogelijk een andere onderneming is die al eerder de handelsnaam 'De Jongens' voert levert nog geen overtreding van art. 5 Hnw op.  

IEF 22880

AI en auteursrecht medio 2025


Artikel door D.J.G. Visser

De stand van zaken aan het begin van het academisch jaar 2025/2026.

Verschijnt binnenkort in Bedrijfsjuridische berichten 2025, nr. 18.

In het auteursrecht gaat het sinds eind 2022 vooral over Generatieve AI die toen met de komst van ChatGPT een grote vlucht heeft genomen. Hoe staat het met de belangrijkste vragen die AI voor het auteursrecht oproept: Mag AI op bestaand werk worden getraind? Maakt de output van AI inbreuk op auteursrecht? Is de output van AI zelf auteursrechtelijk beschermd?

IEF 22875

Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.

Geen bewijs voor overdracht exploitatierechten, vordering onrechtmatige uitlatingen deels toegewezen

Rechtbank Amsterdam 23 jul 2025, IEF 22875; C/13/759630; C/13/758723 (Modern Entertainment B.V tegen gedaagde), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/geen-bewijs-voor-overdracht-exploitatierechten-vordering-onrechtmatige-uitlatingen-deels-toegewezen

Rb. Amsterdam 23 juli 2025, IEF 22875; C/13/759630; C/13/758723 (Modern Entertainment B.V tegen gedaagde). De rechtbank behandelt twee gevoegde procedures tussen ME en gedaagde. In zaak A staat de vraag centraal wie rechthebbende is van de naburige rechten op de zogenoemde HH-catalogus; in zaak B gaat het om de rechtmatigheid van uitlatingen die gedaagde heeft gedaan over ME en haar bestuurders. Eerder oordeelde de rechtbank in een incident dat zij in zaak A slechts gedeeltelijk, en in zaak B volledig bevoegd was [zie IEF 22524]. In zaak A baseert ME al haar vorderingen op het uitgangspunt dat zij rechthebbende is op de HH-catalogus. Zij beroept zich op een keten van overdrachten vanaf Showtime, via TMS/TMG en andere schakels, uiteindelijk naar ME. Gedaagde betwist deze chain of title en wijst onder meer op een eerdere overdracht aan een derde partij, op tegenstrijdige contractversies, op verklaringen en e-mails waaruit gedeeld eigendom zou blijken, en op het feit dat TMG de exploitatie na de vermeende overdracht heeft voortgezet. Ook verwijst hij naar Noorse procedures waarin TMG onvoldoende rechthebbende bleek. ME stelt daartegenover dat sprake was van een tijdelijke licentie, dat bepaalde stukken contractueel te verklaren zijn, en dat sommige documenten vals zouden zijn, maar onderbouwt dit niet. De rechtbank overweegt dat overdracht van naburige rechten slechts kan plaatsvinden bij akte en dat ME als professionele partij haar chain of title beter had moeten staven. De betwisting door gedaagde roept serieuze vragen op over authenticiteit en rechtsgeldigheid; de reactie van ME versterkt deze twijfel. Daarmee is niet komen vast te staan dat ME rechthebbende is. Omdat al haar vorderingen waaronder staking van exploitatie, verklaring voor recht, schadevergoeding en opgave van inkomsten hierop steunen, worden deze afgewezen. Het eerdere verstekvonnis wordt vernietigd. ME wordt veroordeeld in de volledige proceskosten.