Uitspraak ingezonden door Hein-Piet van Boxel, Novagraaf.
Uitputting merkenrecht na omkering bewijslast: Converse veroordeeld in de proceskosten van € 467.114,73

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2018, IEF 17820; ECLI:NL:RBZWB:2018:4156 (Converse en Kesbo Sport tegen curator Sporttrading c.s. en FM Fashion) Zie eerder IEF 13012. Uitputting. Merkenrecht. Bij tussenvonnis is geoordeeld dat de redelijkheid en billijkheid tot een andere bewijslastverdeling nopen. Converse c.s. is belast met bewijs dat de door Sporttrading c.s. verhandelde schoenen afkomstig zijn van een organisatie die zich bezighoudt met grootschalige fraude. Zij slaagt er niet in het bewijs hiervan te leveren. Op grond van het deskundigenrapport kan niet worden vastgesteld dat de door Sporttrading c.s. verhandelde schoenen zonder toestemming (of medewerking van een licentiehouder) van Converse zijn geïmporteerd en verder binnen de EER zijn verhandeld. Dat betekent dat het beroep op de uitputtingsregel van art. 2.23 lid 3 BVIE slaagt en er geen sprake is van merkinbreuk. De vorderingen van Converse c.s. worden afgewezen. De gevorderde proceskosten van totaal € 467.114,73 worden redelijk en evenredig geacht.