Merkenrecht  

IEF 20030

Rechthebbende op wodkamerken in diverse landen

Rechtbank Den Haag 16 jun 2021, IEF 20030; ECLI:NL:RBDHA:2021:6053 (FKP en FGUP tegen Spirits ), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/rechthebbende-op-wodkamerken-in-diverse-landen

Rechtbank Den Haag 16 juni 2021, IEF 20030; ECLI:NL:RBDHA:2021:6053 (FKP en FGUP tegen Spirits) Vervolg op [IEF 16798]. Procedure over in totaal 25 nationale woord- en beeldmerken voor STOLICHNAYA en MOSKOVSKAYA in dertien landen: Italië, Zwitserland, Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Zweden, Spanje, Portugal, Tsjechië, Polen, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Cyprus en het Benelux woordmerk en het Benelux beeldmerk SPI. Beoordeling resterende geschilpunten naar het recht van de betrokken landen. FKP is rechthebbende op de merken STOLICHNAYA en MOSKOVSKAYA in zes van de dertien landen: het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Cyprus, Zweden, Italië en Tsjechië. Voor het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Cyprus, Zweden en Tsjechië worden de inbreukvorderingen van FKP toegewezen. In Italië is de situatie anders dan in voornoemde landen, omdat Spirits daar wodka verhandelt onder tekens die geen inbreuk maken op de Italiaanse merken waarvan de rechtbank heeft bepaald dat FKP daarop rechthebbende is. In de overige zeven landen (Zwitserland, Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Spanje, Portugal en Polen), blijven de merken op naam van Spirits geregistreerd. De SPI-Beneluxmerken worden nietig verklaard.

IEF 20010

Prejudiciële vragen aan HvJ EU over noodzakelijkheidsvereiste

HvJ EU 9 mrt 2021, IEF 20010; (SodaStream tegen MySoda Oy), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-aan-hvj-eu-over-noodzakelijkheidsvereiste

Hooggerechtshof Finland 9 maart 2021, IEF 20010, IEFbe 3231; C-197/21 (SodaStream tegen MySoda Oy)  Deze zaak betreft de vraag of iemand die CO2-flessen, die door een merkhouder of met zijn toestemming in de handel zijn gebracht navult en verkoopt, het recht heeft om de van het merk van de merkhouder voorziene etiketten van die flessen te verwijderen en te vervangen door eigen etiketten. In Finland worden door MySoda Oy gevulde CO2-flessen verhandeld. Na ontvangst, via de distributeur, van de door de consument leeg geretourneerde, van SodaStream afkomstige CO2-flessen, heeft MySoda Oy eerst het daarop aanwezige etiket van SodaStream verwijderd. Na de navulling van de flessen heeft zij daarop haar eigen etiket op die manier aangebracht dat de graveringen op de flessen, met inbegrip van het merk SodaStream of Soda-Club, zichtbaar bleven. Het staat vast dat SodaStream hier geen toestemming voor heeft gegeven. Het Hooggerechtshof in Finland stelt in deze zaak een viertal prejudiciële vragen aan het Hof omtrent de uitleg van het noodzakelijkheidsvereiste. Het Hof wordt gevraagd om een antwoord te geven op de vraag of het noodzakelijk is, dat etiketten vervangen worden voordat de flessen weer in de handel kunnen worden gebracht. 

IEF 20009

Uitspraak ingezonden door Maarten Haak en Myrna Teeuw, Hoogenraad & Haak.

Te verschillende elementen bij modellen luchtkussens

Rechtbank Den Haag 7 jun 2021, IEF 20009; ECLI:NL:RBDHA:2021:6313 (Bagjump tegen BigAirBag), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/te-verschillende-elementen-bij-modellen-luchtkussens

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juni 2021, IEF 20009; ECLI:NL:RBDHA:2021:6313 (BagJump tegen BigAirBag) BagJump heeft het ontwerp van het OnePiece Landing luchtkussen geregistreerd als Gemeenschapsmodel. BigAirBag heeft een landingskussen onder de naam One Piece Lander op de markt gebracht. BagJump vordert in deze zaak staking van het produceren en verhandelen van dit landingskussen. Er wordt in deze zaak ingegaan op de vraag of het model van BagJump bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt. Op dit punt oordeelt de rechter dat de verschillen tussen de modellen zodanig zijn, dat ze bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt. Ook op de vraag of er nog eventueel inbreuk wordt gemaakt op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp door BigAirBag antwoordt de rechtbank ontkennend. Ze verwijst hierbij naar de verschillen in ontwerp. Wat betreft de namen van de luchtkussens stelt de voorzieningenrechter dat het om sterk beschrijvende woorden gaat en dat het allerminst zeker is dat er sprake kan zijn van gevaar voor verwarring. De vorderingen van BagJump worden dan ook afgewezen.

IEF 19994

Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, Clairfort Advocaten.

Geen merkinbreuk door verkoop van zwembadrobots

Hof Den Haag 2 jun 2021, IEF 19994; ECLI:NL:GHDHA:2021:1553 (ECG tegen Maytronics), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/geen-merkinbreuk-door-verkoop-van-zwembadrobots

Hof Den Haag 1 juni 2021, IEF 19994; ECLI:NL:GHDHA:2021:1553 (ECG tegen Maytronics) Kort geding. Maytronics is actief op het gebied van automatische zwembadreiniging. Zij produceert zwembadrobots en verhandelt deze onder het merk DOLPHIN. ECG exploiteert diverse websites waarop zij robotproducten met verschillende toepassingen aanbiedt, waaronder een breed scala aan DOLPHIN-producten. Het vonnis in eerste aanleg wordt vernietigd [IEF 19279].  ECG koopt de door haar verhandelde DOLPHIN-producten in bij erkende distributeurs, en beroept zich terecht op uitputting van de merkrechten van Maytronics. Er is dus geen sprake van merkinbreuk door ECG. De vorderingen van Maytronics worden afgewezen.

IEF 19990

Uitspraak ingezonden door Joost Wery, Damste.

Geen verwarring tussen merk en logo

Rechtbank Den Haag 2 jun 2021, IEF 19990; ECLI:NL:RBDHA:2021:7648 (Nestro tegen Tubro), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/geen-verwarring-tussen-merk-en-logo

Rechtbank Den Haag 2 juni 2021, IEF 19990; ECLI:NL:RBDHA:2021:7648 (Nestro tegen Tubro) Nestro houdt zich bezig met de productie en internationale verkoop van verwarmings-, koel-, droog- en ventilatieapparatuur en is houder van het Nestro-merk. Tubro verhandelt ventilatie- en verwarmingsapparatuur op de Europese markt en biedt diensten aan met gebruikmaking van het 'Tubro-logo'. Nestro stelt dat Tubro inbreuk maakt op haar merk. De vorderingen van Nestro worden afgewezen. Bij het relevante publiek is geen verwarring te duchten tussen het Nestromerk en het Tubro-logo. De gestileerde centrifugaal ventilator in zowel merk als logo is niet zo dominant dat het de visuele totaalindruk van beide tekens beheerst. Ook zal dit publiek vaker zo'n beeldelement hebben gezien in een bedrijfslogo uit die branche.

IEF 19985

Vrijgeven pandrechten aan D-Reizen voor doorstart

Rechtbank Noord-Holland 28 mei 2021, IEF 19985; ECLI:NL:RBNHO:2021:4344 (Curatoren D-Reizen tegen Selten), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/vrijgeven-pandrechten-aan-d-reizen-voor-doorstart

Rechtbank Noord-Holland 28 mei 2021, IEF 19985; ECLI:NL:RBNHO:2021:4344 (Curatoren D-Reizen tegen Selten)  De curatoren in het faillissement van het D-Reizen concern zijn een doorstart overeengekomen met Prijsvrij. Onderdeel van de doorstart is de overdracht van de IE-rechten van D-Reizen aan Prijsvrij voor een bedrag van 500.000 euro. Voorwaarde voor het doorgaan van de doorstart is dat deze IE-rechten vrij van pandrechten en overige bezwaringen overgaan naar Prijsvrij. De BV Selten stelt een pandrecht te hebben op de IE-rechten en weigert medewerking aan het vrij van pandrecht overdragen hiervan aan Prijsvrij. De curatoren vinden dat Selten met haar opstelling misbruik van haar pandrecht maakt en vorderen dan ook (onder meer) medewerking van Selten aan de overdracht van de IE-rechten vrij van pandrecht. Volgens de voorzieningenrechter komt het in de zaak aan op de afweging van het verhaalsbelang van Selten tegen de belangen van de stakeholders in het faillissement van D-Reizen bij het realiseren van de doorstart. Die afweging valt uit in het voordeel van de stakeholders.

IEF 19977

Prejudiciële vraag over de inhoud van een vonnis in bepaalde merkenrecht uitspraken

HvJ EU 17 mrt 2021, IEF 19977; (Harman tegen AB SA), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/prejudici-le-vraag-over-de-inhoud-van-een-vonnis-in-bepaalde-merkenrecht-uitspraken

Districtsrechtbank Warschau 17 maart 2021, IEF 19977, IEFbe 3227; C-175/21–1 (Harman tegen AB SA)  AB is een distributeur van elektronica en vervoert onder andere producten van Harman. Verweerster heeft de genoemde waren verworven van een andere verkoper dan de productdistributeur op de Poolse markt waarmee verzoekster een overeenkomst had gesloten. De gestelde prejudiciële vraag gaat over de inhoud en formulering van een rechterlijke uitspraak in bepaalde vorderingen van een merkhouder. De verwijzende rechter is zich onder andere bewust van het risico op beperking van het vrije verkeer van goederen, wanneer het in rechterlijke uitspraken bij algemene bewoordingen blijft. Dit zou volgens de verwijzende rechter ondervangen kunnen worden door in de uitspraak nauwkeurig serienummers op te nemen. 

IEF 19976

Prejudiciële vraag over de stel- en bewijsplicht in een vervallenverklaringsprocedure

HvJ EU 4 mrt 2021, IEF 19976; (Maxxus tegen Globus), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/prejudici-le-vraag-over-de-stel-en-bewijsplicht-in-een-vervallenverklaringsprocedure

Landgericht Saarbrücken 4 maart 2021, IEF 19976, IEFbe 3225; C-183/21 (Maxxus tegen Globus)  De Duitse rechter heeft in deze zaak een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie gesteld over de uitleg van Europese richtlijnen betreffende het merkenrecht. De vraag ziet op de uitlegging van de merkenrichtlijn(en) met betrekking tot nationale vervallenverklaringsprocedures wegens niet-gebruik van nationale merken. Globus is houder van een merknaam, waarvan Maxxus betwist dat het nog in gebruik is. Volgens de verwijzende rechter heeft Maxxus weinig eigen onderzoek gedaan om aan te tonen dat Globus de merknaam inderdaad niet meer gebruikt. Globus heeft zich uitgebreid verweerd. De verwijzende rechter vraagt zich af bij wie nu de stel- en bewijsplicht rust. 

IEF 19975

Prejudiciële vragen over aansprakelijkheid voor aanbieden hakken met rode zool

8 mrt 2021, IEF 19975; (Christian Louboutin tegen Amazon), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-aansprakelijkheid-voor-aanbieden-hakken-met-rode-zool

Tribunal d’arrondissement (Luxemburg) 8 maart 2021, IEF 19975, IEFbe 3226; C-148/21 (Christian Louboutin tegen Amazon) Christian Louboutin is houder van het zogenoemde positiemerk „rode zool” voor hoge hakken. Amazon publiceert regelmatig verkoopaanbiedingen voor hakken met rode zolen die zonder instemming van Christian Louboutin in de handel worden gebracht. Christian Louboutin heeft gevorderd dat Amazon het verhandelen van deze hakken dient te staken. De zaak is uiteindelijk in cassatie beland bij de arrondissementsrechtbank Luxemburg. Deze besluit een aantal prejudiciële vragen voor te leggen aan het Hof over in hoeverre Amazon aansprakelijk gehouden kan worden voor het aanbieden van de hakken op hun platform.

IEF 19962

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

Merk 'Impossible Burger' niet nietig verklaard door EUIPO

EUIPO - OHIM 5 mei 2021, IEF 19962; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/merk-impossible-burger-niet-nietig-verklaard-door-euipo

EUIPO 5 mei 2021, IEF 19962, IEFbe 3221; C 33 961 (Nestlé tegen Impossible Foods) Vervolg op [IEF 19227]. In juli 2018 heeft het Amerikaanse bedrijf Impossible Foods de 'Impossible Burger' op de markt gebracht. Dit is een plantaardige vervanger voor een hamburger. Later is Nestlé haar eigen vleesvervanger gaan uitbrengen, onder de naam 'Incredible Burger'. Impossible Foods vorderde van Nestlé dat zij deze vermeende merkinbreuk op haar Impossible Burger zou staken. De rechtbank stelde Impossible Foods hierbij in het gelijk. Als reactie hierop vordert Nestlé van het EUIPO dat het merk Impossible Burger nietig verklaard moet worden, omdat volgens haar er een publiek belang is bij het vrijhouden van deze termen voor gebruik. Het EUIPO is het hier echter niet mee eens en wijst de vordering van Nestlé af.