Merkenrecht  

IEF 1325

Vrijdagmiddagberichten

1- “Dear Mr. ====:

We are counsel for Hasbro, Inc. (.Hasbro.), the owner of the copyrights and trademarks for the famous RISK game. We write concerning the online Risk. game (the "Game.") that you have made available for use in conjunction with Google maps at your website . . . Your Game appears to copy elements of Hasbro's RISK game and rules as well as its trademark.” Lees meer hier.

2- The annual meeting of the International Protection of Trademark 2005, part of the China Trademark Festival, will open on Friday at Shenzhen Kylin Villa with the participation of famous Chinese and international enterprises, concerned personnel in trademark circle from Asia and the major countries in the world. Officials from the World Intellectual property Organization and EU Trademark office will also have a presence to discuss key issues on the development of trademark." Lees meer hier.

3- De Miljonair Fair is weer van start gegaan, zodat de rijken der Nederlanden en alle wannabees zich kunnen vergapen aan het ‘onbereikbare’. Echter, op de beurs dreigt een ‘merkenverloedering’ toe te slaan. Een toenemend aantal merken presenteert zich op de Miljonair Fair, waarbij het niet alleen meer de exclusieve merken zijn zich tentoonstellen. Naast merken als Aston Martin en Breitling kom je nu ook merken als Phonehouse en Samsung tegen. Lees meer hier.

4- Nog meer statistieken! Meer dan 8 procent van alle internetdomeinnamen zijn geregistreerd met verkeerde of niet complete informatie. Dat blijkt uit een onderzoek van de Amerikaanse regering naar de invloed van valse websites. Uit het onderzoek van de Amerikaanse General Accountability Office (GAO) blijkt dat 2,31 miljoen domeinnamen, of 5,14 procent van alle domeinnamen, zijn geregistreerd met “bedoelde en duidelijk valse informatie”. Bij meer dan 1,6 miljoen domeinregistraties, of 3,6 procent, wordt niet alle informatie, maar die wel verplicht is, ingevuld. Lees meer hier.

IEF 1321

Convergentie

Proefschrift Alexander Tsoutsanis, 'Het merkdepot te kwader trouw'

"Wanneer merkdeposanten wel en niet te kwader trouw zijn, was vroeger onduidelijk en dat is het eigenlijk vandaag nog steeds. Een direct antwoord daarop laat zich niet vinden in de Merkenrichtlijn en Gemeenschapsmerkenverordening, en ik ook (nog) niet door het Hof van Justitie van de EG gegeven. Als gevolg daarvan bestaan er in de rechtspraak van de lidstaten grote verschillen in de beoordeling wanneer een merkdepot wel of niet te kwader trouw is; [...] Het is ongelukkig dat één rechtsbegrip uit één en dezelfde richtlijn in het verenigd Europa zo verschillend wordt uitgelegd, juist ook omdat de Merkenrichtlijn een harmonisatierichtlijn is, die nationale uitlegverschillen in lidstaten beoogt te verkleinen. Met zoveel divergentie is convergentie geboden, en in ieder geval een uitdaging. Dit boek probeert daarom een aanzet tot convergentie te geven, en beoogt een sluitend antwoord te formuleren op de vraag wanneer een merkdepot volgens Europees merkenrecht te kwader trouw geoordeeld zou moeten worden."

Lees de inhoudsopgave, inleiding en samenvatting van het proefschrift hier.

IEF 1316

de Envy factor

Adformatie bericht over de Envy-factor van merken. Welk merk had u het liefst zelf bezeten: Disneyland Parijs, iPod, Louis Vuitton, de Bijenkorf, gsus, B&O, Wieckse Witte, Absolut of Het Concertgebouw? Onderzoek van Young & Rubicam Brands geeft weer dat bovengenoemde merken het meeste afgunst oproepen.

IEF 1311

pseudo-anagram (II)

Kortgeding vonnis Rechtbank ’s-Gravenhage van 6 december 2005, rolnr. KG 05/1311 PEPSICO, INC, en SEVEN-UP NEDERLAND B.V. tegen THE COCA-COLA  COMPANY c.s. Geen overeenstemming tussen het Gemeenschaps woordmerk PEPSI en het teken ípsei.

PepsiCo roept haar Gemeenschapsmerk PEPSI in tegen het gebruik van de naam ípsei voor een niet-alcoholische drank van Coca-Cola. Het betreft een rood gekleurd drankje waaraan onder meer rode druiven en rooibos extract is toegevoegd. PepsiCo haalt, na eerdere afwijzing van een “Einstweilige Verfugung” in Duitsland en een voorlopig negatief advies in een Engels oppositieprocedure, ook bakzeil in Nederland. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is bij vergelijking van het woordmerk PEPSI en het teken ípsei zoals gebruikt door Coca-Cola er geen sprake van overeenstemming die er toe zal leiden dat het publiek een verband legt tussen merk en teken.

Opvallend is dat beide partijen een markonderzoek hebben laten verrichten inzake het verwarringsgevaar. Het onderzoek van PepsiCo betrof een straatinterview waarbij aan de personen een kaart met de tekst IPSEI werd getoond met de mededeling en vraag “Dit is de naam voor een frisdrank. Wilt u mij vertellen waar u aan denkt bij deze naam?” 73% antwoordde: “Pepsi” of “Pepsi Cola”. Het onderzoek van Coca-Cola betrof ook een straatinterview. Voorbijgangers werden het flesje ípsei getoond met de vraag “Dit gesprek gaat over een niet alcoholische drank. Wilt u deze afbeelding eens bekijken. <pauze> Wilt u mij eens vertellen waar u aan denkt als u deze afbeelding ziet?” 2% antwoordde: “Pepsi” of “Pepsi Cola.” De voorzieningenrechter laat zich als volgt uit over de markonderzoeken. “Dit betekent dat er op beide onderzoeken kritiek valt te leveren, en er is dan ook geen aanleiding om in dit kort geding verder in te gaan op deze “battle of surveys” maar wel om te constateren dat geen van de in deze procedure gepresenteerde resultaten van enig marktonderzoek aanleiding geeft om terug te komen van het in r.o. 13 uitgesproken oordeel.”

 

Het is aardig om te zien hoe de voorzieningenrechter en het Landgericht hebben geoordeeld over de overeenstemmingsvraag.

Visuele overeenstemming

“Wat het visuele aspect betreft is duidelijk dat er in elk geval sprake is van overeenstemmende punten waar gaat om het aantal letters (5), het gebruik van dezelfde letters (e, i, p, en s), dezelfde laatste letter (i) en het voorkomen van de combinatie ps. Daar staan evenwel belangrijke verschillen tegenover, die in hoofdzaak betrekking hebben op de opmaak van het woord ípsei zoals dat wordt waargenomen door het publiek. Dat woord kenmerkt zich immers doordat (a) het is geschreven in kleine letters en niet in hoofdletters zoals het merk PEPSI, (b) de eerste twee letters vet zijn gedrukt en de laatste drie letters niet en (c) op de eerste letter een opvallend accent voorkomt. Door deze verschillen in opmaak, gevoegd bij de andere combinatie van letters ten opzichte van PEPSI levert het teken ípsei naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter een zodanig andere totaalindruk op dan het ingeroepen merk dat niet van een relevante mate van overeenstemming kan worden gesproken.”

Landgericht Hamburg heeft hierover het volgende gezegd: “Dennoch ist der optische Gesamteindruck der beiden Worte höchst unterschiedlich, da seitens PEPSI nur Großbuchstaben verwendet werden, ípsei hingegen ausschließlich aus kleinen Buchstaben besteht. Insbesondere der Anfangsbuchstabe “í” des Verletzungszeichens ist, weil er klein geschrieben ist und einen im Deutschen nicht bekannten Akzent auf dem “i” trägt, außergewöhnlich und prägend für das Zeichen. Da die ersten zwei Lettern zudem im Fettdruck präsentiert werden, fallen sie besonders ins Auge. Diese Merkmale finden sich im Schriftbild von PEPSI nicht wieder. Insgesamt kommen dem Verbraucher bei der visuellen Betrachtung von ípsei keine Assoziationen an PEPSI, wie die Kammer selbst zu beurteilen vermag

Auditieve overeenstemming

“Boordeling van een mogelijke auditieve overeenstemming tussen PEPSI en ípsei voert tot dezelfde slotsom. De op zich duidelijk aanwezige overeenstemmende factor, bestaand in het voorkomen van de klank ps in merk en teken, is in elk geval onvoldoende om tot overeenstemming te concluderen. PepsiCo heeft (niet in de dagvaarding, doch voor het eerst) ter terechtzitting het standpunt betrokken dat in een belangrijk gedeelte van de Europese Unie, waaronder, naar de voorzieningenrechter begrijpt, Engeland en Nederland, het woord ípsei zal worden uitgesproken als IPSI. Die –door Coca-Cola uitdrukkelijk en gemotiveerd bestreden- stelling is, voorshands oordelend, onjuist. De Nederlandse taal voert immers dwingend tot een uitspraak van de laatste lettergreep van ípsei als -sei zoals in “wei” en niet als -si zoals (bijvoorbeeld) in Pepsi. PepsiCo heeft geen overtuigende bewijzen overgelegd dat dit in enig relevant onderdeel van het taalgebied van de Europese Unie anders zou zijn.”

Landgericht Hamburg heeft hierover het volgende gezegd: “Auch klanglich unterscheiden sich die gegenüberstehenden Marken so deutlich von einander,dass eine Verwechslungsgefahr nicht zu befürchten ist. Schon die jeweils betonten ersten Silben “pe” und “ip” sind phonetisch durch das harte, stimmlose “p” einerseits und das weiche, offene “i” andererseits sehr unterschiedlich. Nach dem allein übereinstimmenden “ps” stehen sich sodann “ih” und “ai” gegenüber, denn jedenfalls für die deutschsprachigen Verkehrskreise ist zu erwarten, dass sie ípsei wie “ipsai” und nicht wie “ipsäi” oder gar “ipsi” aussprechen. Da also Anfangs- und Endlaute der Bezeichnungen so deutlich von einander abweichen, ist mit überwiegender Wahrscheinlichkeit davon auszugehen, dass es auch unter akustisch schwierigen Bedingungen - etwa in dem von der Antragstellerin angeführten Sportclub oder der Diskothek - nicht zu Missverständnissen kommen wird.

De voorzieningenrechter weigert de door PepsiCo gevraagde voorzieningen. Lees het vonnis hier.
IEF 1310

Effe wachten (2)

Het trammelant in pizzaland krijgt een vervolg. Eerder berichtte IEForum al dat New York Pizza het Duitse concern Dr. Oetker ervan beschuldigt drie pizza's in Nederland op de markt te hebben gebracht drie zeer sterke gelijkenissen vertonen met die van New York Pizza. New York Pizza meent dat Dr. Oetker over de grens gaat van wat wettelijk toelaatbaar is en eist onder andere het staken en gestaakt houden van het gebruik van de naam ‘New York Pizza’. Verder dienen de drie gewraakte soorten pizza’s uit de schappen te verdwijnen. Partijen staan op 9 december a.s. tegenover elkaar bij de rechter.

IEF 1301

Vrijdagmiddagberichten

1- Beroemdheden in het nieuws vanwege (vermeend) inbreuk op intellectuele eigendomsrechten: Tennister (en: Tennisster) Maria Sharapova pakt DVD aan (zie hier) en Jessica Simpson vangt $15.000.000,- voor het gebruik van haar naam, maar er ontstaat ruzie over royalties (zie hier).

2- Strange copyright claims. “The Associated Press's claim at the bottom of this article on eWeek that: "This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed." This material may not be published? What? Hello, it's just been published. That's why you wrote it. Waste of time for AP to write articles that no one is allowed to read.” Lees meer hier.

IEF 10471

Krafft/Vitakraft

HvJ EG 1 december 2005, zaak C-512/04 P (Vitakraft tegen OHIM/Krafft; inzake: Krafft/Vitakraft) - dossier

(verwarring)

Hogere voorziening. Het Spaanse Krafft stelde op basis van haar Spaanse woordbeeldmerken met het woord ‘Krafft’ oppositie in tegen de inschrijving van het woordmerk ‘Vitakraft’.

Volgens het Gerecht van Eerste aanleg is er sprake van verwarringsgevaar, onder andere omdat het bestanddeel ‘Kraft’ voor het Spaanstalige publiek het meest onderscheidende bestanddeel is, aangezien dit geen betekenis heeft in het Spaans. Dit is een feitelijk beoordeling waar het HvJ EG zich niet over uitspreekt.

In zaak C-512/04 P, betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 56 van het Statuut van het Hof van Justitie, ingesteld op 14 december 2004, Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG, gevestigd te Bremen (Duitsland) (advocaat: U. Sander), andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (gemachtigde: G. Schneider), Krafft SA, gevestigd te Andoain (Spanje) (advocaat: P. Koch Moreno), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Schiemann, kamerpresident, M. Ilešič (rapporteur) en E. Levits, rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: R. Grass, op 1 december 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

1. De hogere voorziening wordt afgewezen.

2. Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG wordt verwezen in de kosten, met inbegrip van de kosten die in het kader van het procesincident zijn opgekomen.

IEF 1293

Form einer Limonadenflasche

Arrest  GvEA, 30 november 2005, zaak T-12/04.   Almdudler-Limonade  tegen OHIM. (Alleen beschikbaar in het Duits en het Frans).

Daher ist es mit dem Grundsatz, dass die Unterscheidungskraft einer Marke im Hinblick auf die Waren zu prüfen ist, für die sie angemeldet worden ist, nicht unvereinbar, dass die Beschwerdekammer auf den allgemeinen Limonadenmarkt und nicht nur auf den Kräuterlimonadenmarkt, abgestellt hat.

Da, genauer gesagt, die Verpackung eines flüssigen Produkts ein zwingendes Vertriebserfordernis ist, misst ihr der Verbraucher in erster Linie bloße Verpackungsfunktion bei. Eine dreidimensionale Marke, die aus einer solchen Verpackung besteht, hat nur dann Unterscheidungskraft, wenn sie es dem normal informierten und angemessen aufmerksamen und verständigen Durchschnittsverbraucher einer solchen Ware ermöglicht, diese ohne Untersuchung, Vergleich oder besondere Aufmerksamkeit von der Ware anderer Unternehmen zu unterscheiden.

Hinsichtlich der Unterscheidungskraft ist mit der Beschwerdekammer festzustellen, dass die angemeldete Marke eine durchsichtige Glasflasche in einer für die Abfüllung von Limonaden gängigen Form ist, die gegenüber der üblichen Gestaltung keine Besonderheiten aufweist. Somit ist die Form der Flasche lediglich eine Variante der Grundverpackungsform der betreffenden Waren, die es dem betroffenen Verbraucher nicht ermöglicht, die fraglichen Waren von denen anderer Unternehmen zu unterscheiden.

Was den gemaserten oberen und unteren Flaschenbereich betrifft, so ist dieses Merkmal nur von Nahem und nur nach einer eher aufmerksamen Prüfung wahrnehmbar und wird daher nicht die Aufmerksamkeit des Durchschnittsverbrauchers erregen.

Daraus folgt, dass die Form der Flasche bei einer Beurteilung des von ihr hervorgerufenen Gesamteindrucks in Bezug auf die in der Markenanmeldung beanspruchten Waren nicht unterscheidungskräftig ist.

Folglich muss sich das HABM bei der Prüfung der Unterscheidungskraft einer dreidimensionalen Marke auf die der Anmeldung beigefügte Wiedergabe der angemeldeten Marke und gegebenenfalls auf die in dieser Anmeldung enthaltende Beschreibung beziehen. Daraus ergibt sich, dass das HABM Merkmale der angemeldeten Marke, die nicht in der Anmeldung und den sie begleitenden Unterlagen enthalten sind, nicht berücksichtigen kann.

Im vorliegenden Fall war die Goldfärbung der Ware weder in der der Anmeldung beigefügten grafischen Wiedergabe noch in der in dieser Anmeldung enthaltenen Beschreibung angegeben. Somit war die Limonadenfarbe entgegen dem Vorbringen der Klägerin nicht Gegenstand der Markenanmeldung.

(..)ist zu bemerken, dass das Vorbringen der Klägerin zu der Neigung der Wettbewerber zur Vermarktung ähnlicher Produkte in mehr oder minder identischer Verpackung nicht entscheidungserheblich ist. Ein solches Verhalten mag zwar unter Umständen für das nationale Recht des unlauteren Wettbewerbs relevant sein, kann aber einem Zeichen, dem Unterscheidungskraft von vornherein fehlt, nicht zu einer solchen verhelfen. Lees arrest.

 

IEF 1287

Common interest

Toespraak van Eurocommissaris voor de Interne Markt Charlie McCreevy voor de Legal Affairs Commissie van het Europees Parlement over 'Stocktaking on industrial and intellectual property'.

"What does business want? In my view it wants: clear substantive rules, ideally agreed at a pan-European, or even a global level; access to simple inexpensive procedures for obtaining IPR rights; and reliable, predictable and inexpensive remedies when disputes arise. How has Europe met this challenge?"

Niets dan lof over zowel het Gemeenschapsmerk als het Gemeenschapsmodel. Iets strenger is McCreevy ten aanzien van octrooien: "We owe it to industry, investors, researchers, to have an effective patent regime in the EU. Unless we can find agreement soon on the Community Patent, this is not going to happen."

"I do not see the circumstances arising in the next few months that will create the conditions for the one determined effort I envisage. Accordingly, I would like to use the next three months to launch and engage in a dialogue to determine what might usefully be done to provide Europe with a sound IPR framework. As well as continuing to strive for the Community Patent an issue to be considered is the existing framework of the European Patent Office, especially the litigation arrangements. I would like to hear what stakeholders think of this idea. I know that some of you have suggested a third way: the harmonisation of national patent rules. Of course, at this stage, all avenues should be explored. But before going up this avenue, we would need to be sure of the added value, so I intend also to seek views on this suggestion."

Tot slot nog een enkel woord over het actieplan modernisering van company law en corporate governance.
"The main underlying principles in the Action Plan have been enhancing transparency and empowering shareholders. These principles will remain valid for the second phase."The time has come to focus on the second phase of the Action Plan. A consultative document will soon be posted on the web and stakeholders and all interested parties will have a three-month deadline for reply. This consultation will seek the stakeholders’ views, on all measures scheduled for adoption in the medium to long term and whether they are still relevant. Stakeholders will also be invited to comment on modernisation and simplification of company law directives."
Lees hier de hele speech.

IEF 1277

Koffietijd

Adformatie van 24 november jl. bericht dat het Amerikaanse koffieconcern Starbucks haar naam in Rusland mag gebruiken. De naam bleek bij toetreding tot de Russische markt al te zijn geregistreerd door een lokale zakenman. Deze was vanzelfsprekend bereid afstand te doen van de naam, maar dan wel voor de lieve som van $600.000,- Starbucks stapte hierop naar de rechter en werd een van de eerste westerse bedrijven die er in slaagde via de Russische rechter deze merkkaping succesvol aan te pakken.

Volgens het bericht zijn de Russische autoriteiten gevoeliger geworden voor westerse kritiek op merkmisbruik. Dit zou mogelijk samenhangen met het Russische streven naar het lidmaatschap van de WTO. Lees meer hier.