Auteursrecht  

IEF 3423

De anatomie van de inzittende

stk.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 7 februari 2007, HA ZA 04-3563. Stokke A.S. & Stokke Nederland B.V. & Peter Opsvik tegen Fikszo B.V. &  H3 Products B.V.
 
Auteursrecht. Tripp Trapp-zaak. Techniek (aan de hand van het, niet voor Nederland verleende, octrooi) en, de Scandinavische, stijl bepalen in belangrijke mate het uiterlijk van de bekende Tripp Trapp kinderstoel. Vermeende inbreukmakende kinderstoelen maken niet allemaal inbreuk (afbeeldingen in het vonnis).
 
Wat partijen verdeeld houdt is naar de kern genomen de beschermingsomvang van het aan de Tripp Trapp verbonden auteursrecht. Stokke stelt in dit verband dat de beschermingsomvang voor de Tripp Trapp groot moet worden geacht wegens het baanbrekende karakter van deze kinderstoel.

De rechtbank is het daar niet helemaal mee eens. “Al met al kan het ontwerp van de Tripp Trapp niet worden ontzegd dat het baanbrekend is. De baanbrekendheid is in hoofdzaak gelegen in de techniek voor een bepaalde verstelbare kinderstoel. In auteursrechtelijke zin is het ontwerp niet baanbrekend. De auteursrechtelijke bescherming die het ontwerp toekomt, betreft vooral datgene waardoor het ontwerp zich onderscheidt van andere stoelen die zijn gebaseerd op dezelfde techniek en stijl. Van de keuzes die bij het ontwerp in dat opzicht zijn gemaakt, geeft in het bijzonder de hierboven beschreven L-vorm het ontwerp zijn oorspronkelijke karakter.” (4.19)

Fikszo B.V leverde eerder een meegroeikinderstoel met de aanduiding Bambino aan Gamma, die door de de rechtbank Den Haag in 2004 in kort geding als inbreukmakend is bestempeld. Stokke vordert nu  een verklaring voor recht dat de Bambiono inbreuk maakt. In reconventie vordert Fikszo een verklaring voor recht dat de meegroeistoelen Amber, Tamara, Thomas en Yasmine, die zij op de Nederlandse markt wil brengen, geen inbreuk maken.

De rechtbank concludeert uiteindelijk dat de Tripp Trapp in zijn basis een door de maker bepaald model volgens een zekere techniek, uitgevoerd in een zekere stijl is.

“Technische elementen van de Tripp Trapp zijn te kennen uit de octrooiaanvragen. Naast bovengenoemde technische kenmerken zijn er ook de technische eisen van functionaliteit en bruikbaarheid die de vormgeving mede bepalen. Zo zal bijvoorbeeld de sterkte een zekere dikte van het materiaal voorschrijven. Hierbij aansluitend zijn er ook veiligheidseisen.” (4.6)

“De stijl van de Tripp Trapp wordt wel omschreven als de Scandinavische sobere stijl. Deze wordt gekenmerkt door beperkte toevoegingen aan de basisvorm. Hierbij wordt gebruik gemaakt – in de door Stokke bij pleidooi gebruikte bewoordingen - van strakke lijnen, zonder tierelantijnen en veel hout. Een uitvoering in blank afgewerkt beuken zonder bijzondere profileringen en met waar nodig metalen onderdelen in een sobere uitvoering, past naar oordeel van de rechtbank in de traditie van de Scandinavische sobere stijl.” (4.9)

“Zijn (de ontwerper – IEF)speelruimte was dan ook beperkt. De keuze voor blank afgewerkt beukenhout was geen werkelijke keuze. Als houtsoort die goede mechanische eigenschappen paart aan een lage prijs was beuken de aangewezen houtsoort. De blanke afwerking lag besloten in de keuze voor de stijl.” (4.11)

“Dat de stijlen worden gemaakt van vlakke delen (planken in plaats van bijvoorbeeld stokken) volgde uit de toe te passen techniek (…) De stijlen dienen ook een helling achterwaarts te vertonen omdat de anatomie van de inzittende dat voorschrijft. (4.12).

“Ten pleidooie heeft Stokke diverse wegen gesuggereerd waarlangs derden door geheel andere keuzen voor de stijlen tot een geheel ander uiterlijk zouden kunnen komen. Stokke ziet met deze voorbeelden evenwel over het hoofd dat zij aldus derden feitelijk de mogelijkheid ontzegt de techniek van de Tripp Trapp te gebruiken. Daarmee wordt voorbij gegaan aan het gegeven dat de techniek van de Tripp Trapp vrij is en dat degene die deze techniek wil gebruiken niet kan worden verplicht deze met een andere techniek te combineren.” (4.13)

“De belangrijkste vrijheid die de ontwerper evenwel heeft, is de keuze voor de ondersteuning van het zijdeel naar de grond. (…) Tezamen met de opgaande stijl ontstaat aldus een staander die het beeld vertoond van een cursieve hoofdletter L. Het is hierdoor dat het karakteristieke beeld van de Tripp Trapp ontstaat (…) De Tripp Trapp is naar het oordeel van de rechtbank dan ook zeker meer dan “enkel datgene wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect”.”(4.16)

“Al met al kan het ontwerp van de Tripp Trapp niet worden ontzegd dat het baanbrekend is. De baanbrekendheid is in hoofdzaak gelegen in de techniek voor een bepaalde verstelbare kinderstoel. In auteursrechtelijke zin is het ontwerp niet baanbrekend. De auteursrechtelijke bescherming die het ontwerp toekomt, betreft vooral datgene waardoor het ontwerp zich onderscheidt van andere stoelen die zijn gebaseerd op dezelfde techniek en stijl. Van de keuzes die bij het ontwerp in dat opzicht zijn gemaakt, geeft in het bijzonder de hierboven beschreven L-vorm het ontwerp zijn oorspronkelijke karakter.”(4.19)

Bij de beoordeling of er sprake in van inbreuk komt de rechtbank in conventie  tot de volgende conclusie: “Bij de Bambino (…)  hebben de staanders derhalve de vorm van een cursieve hoofdletter A. Deze A-vorm wijkt naar het oordeel van de rechtbank wezenlijk af van de L-vorm van de Tripp Trapp omdat de zwevende indruk door het meerdere materiaal gebruik en de gesloten driehoeksvorm geheel verloren gaat. Het verschil is zo groot dat reeds hierom de rechtbank van oordeel is dat de Bambino niet inbreukmakend is op de Tripp Trapp.” (4.20)

In reconventie concludeert de rechtbank dat de stoelen Amber,  Yasmine en Thomas geen inbreuk maken, maar Ramara wel. Bij Amber en   Yasmine ontbreken “de L-vorm en de zwevende indruk”. Bij de stoelen Tamara en Thomas is wel een L-vorm te herkennen en zij maken ook een zwevende indruk. Deze kenmerken zijn het sterkst aanwezig bij de Tamara. Deze stoel wekt zonder meer een zwevende indruk zoals de Tripp Trapp. Bij de stoel Thomas bestaan de stijlen echter niet meer uit een enkele “plank” maar uit twee smalle latten die evenwijdig maar op afstand van elkaar schuins omhoog gaan.

Lees het vonnis hier.

IEF 3419

Om de onafhankelijkheid te waarborgen

- Kamerstuk 30868, nr. 5, 2e Kamer. Wijziging van de Wet adviesstelsel Justitie in verband met de permanente instelling van de commissie auteursrecht; Nota n.a.v. het verslag

“De leden van de PvdA-fractie vragen of er in de permanent in te stellen commissie auteursrecht ook een plek zal zijn voor vertegenwoordiging van onder andere de consument en de media (als commerciële gebruiker van auteursrechtelijk beschermd materiaal). (…) Om de onafhankelijkheid van de commissie te waarborgen, worden geen leden geworven die een specifieke groep van belanghebbenden vertegenwoordigen.”

Lees het verslag hier.

- Ander commissienieuws: Staatscourant 2 februari 2007, nr. 24 / pag. 10 1 JU:  Besluit van de Minister van Justitie van 24 januari 2007, nr. 5464994/07/6, tot benoeming van de secretaris van de commissie auteursrecht.

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 15 van de Kaderwet adviescolleges en het Instellingsbesluit commissie auteursrecht 2006; Besluit:

Artikel 1 Tot secretaris van de commissie auteursrecht wordt benoemd mr. T. Heukels, te Leidschendam.

Artikel 2 Tot adjunct-secretaris van de commissie auteursrecht wordt benoemd mr. C.B. van der Net, te Leiden.

Artikel 3 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 juli 2006. Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag 24 januari 2007. De Minister van Justitie, namens deze, de directeur Wetgeving, G.N. Roes.

IEF 3402

Repealed and replaced

Nieuwe geconsolideerde versies van het Directoraat-Generaal Interne Markt:

- Directive 92/100/EEC has been repealed and replaced by Directive 2006/115/EC, without prejudice to the obligations of the Member States relating to the time-limits for transposition into national law of the Directives

Nieuw: Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (gecodificeerde versie). Lees de richtlijn hier.

- Copyright Directive 93/98/EEC has been repealed and replaced by Directive 2006/116/EC, without prejudice to the obligations of the Member States relating to the time-limits for transposition into national law of the Directives, and their application

Nieuw: Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie).Lees de richtlijn hier.

Lees het nieuwsbericht van de DG IM hier.

IEF 3383

Che

cg.gifCulturele IE tip: vanaf 2 februari staat in de nieuwe tentoonstelling van het Tropenmuseum één afbeelding centraal: het wereldberoemde portret van Che Guevara. Deze foto, genomen in 1960 door Alberto Korda, is in de afgelopen 47 jaar wereldwijd op ontelbare manieren gereproduceerd: op t-shirts, tassen en buttons, door kunstenaars, politici en popsterren. De expositie ‘ Che! - een commerciële revolutie’ geeft een beeld van het gebruik én ‘misbruik’ van een politiek bedoelde foto in de populaire cultuur. Lees hier en hier iets meer. Kort bericht over Che-marks hier.

IEF 3380

Geweerd

De Amerikaanse en Engelse vestigingen van eBay weren voortaan virtuele objecten uit spellen zoals World of Warcraft om problemen met intellectuele eigendomsrechten te voorkomen.

"eBay verwijdert de veilingen omdat het bedrijf niet weet hoe het correct om moet gaan met het intellectueel eigendom van de virtuele goederen. Speluitgevers als Sony publiceren spellen waarin gamers met virtuele arbeid in het spelgeld kunnen verdienen. Daarnaast kunnen ze in de spelwereld huizen of bijvoorbeeld wapens bouwen. Goede bouwers verkopen hun objecten op internetveilingen als eBay. Daardoor zetten ze digitaal werk om in klinkende munt, echte dollars. De webveiling vraagt zich echter af of het daadwerkelijke eigendom van geveilgde objecten in handen van de speler is of in die van de speluitgever. Een sluitend antwoord is vooralsnog niet gevonden."

Lees hier meer en lees hier het rapport "Recht in een virtuele wereld: Juridische aspecten van Massive. Multiplayer Online Role Playing Games"

IEF 3374

Café-televisie-heffing (2)

Actuele aanvulling van Diederik Stols op het gisteren geplaatste artikel van Dirk Visser over café-televisie-heffingen:  “In Zwitserland en Oostenrijk is ophef ontstaan over een mogelijke heffing door UEFA op cafételevisie tijdens het EK 2008. Daar ziet UEFA nu schielijk vanaf, blijkens bijgaand persbericht d.d. gisteren. De afspraak geldt volgens het bericht alleen voor omroepen in die landen. Vraag is nu of de contracten met bijvoorbeeld de Nederlandse Publieke Omroep bepalingen bevatten over al dan niet heffen.”

Lees het genoemde persbericht hier. Eerder bericht met artikel Visser hier.

IEF 3370

Café-televisie-heffing

djgv.gifProf. mr. D.J.G. Visser: Café-televisie-heffing alsnog een feit. (Gepubliceerd in: NJB 26 januari 2007, nr. 4, p. 220-224).

In het najaar van 2006 voerde de Stichting Videma met succes twee kort gedingen om een vergoeding af te dwingen voor het vertonen van televisiebeelden in een café. Hoewel Videma het tweede kort geding niet eens helemaal won, lijkt de horeca zich er inmiddels bij te hebben neergelegd dat de café-televisie-heffing alsnog een feit is. Daarmee is er wéér een extra heffing en deze keer is afschaffing door de wetgever niet mogelijk. Mogelijk ligt er wel een verlichting van de administratieve belasting door dit soort heffingen in het verschiet.

Lees het volledige artikel hier (NJB) of hier (PDF). Lees hier ook: Dirk Visser 1994: Voetbal-in-het-café-accijns. De Hollandse gezelligheidsbelasting die het buitenland niet wilde. (Verschenen in: NJB 1 juli 1994, p. 869-873).  

IEF 3369

Kroniek Auteursrecht 2003-2006

hcj.gifHerman Cohen Jehoram (emeritus hoogleraar recht van de intellectuele eigendom aan de Universiteit van Amsterdam): Auteursrecht vooral van onderen belicht. Kroniek van het auteursrecht in Nederland 2003-2006.(Uitgebreide versie van een Kroniek, verschenen in: Auteurs en Media (Larcier, Brussel) 2006/4, 318-325).

Een uiteraard beperkte selectie van belangrijke Nederlandse auteursrechtelijke nieuwigheden uit vier jaren levert in deze Kroniek het volgende lijstje van onderwerpen op.

Allereerst is er de Implementatiewet Auteursrechtrichtlijn uit 2004. De hierbij tegen alle kritiek in gerealiseerde afwijkingen van de richtlijn kunnen tot schadeclaims leiden tegen de Staat der Nederlanden, met name waar het betreft de weglating van de voorgeschreven driestappentoets, hetgeen niet valt te verhelpen met richtlijnconforme uitleg van de wet. Vervolgens wordt de invoering in Nederland vermeld van het volgrecht en de frisse weerzin die dit heeft opgeroepen.

Onder het hoofdje prioriteiten en strafrechtelijke handhaving wordt verslag uitgebracht over de wijze waarop de regering actief strafrechtelijk beleid weet te voeren tegen auteursrechtfraude. Bericht wordt vervolgens over het interessante arrest van de Hoge Raad over vernietiging van een bouwwerk. Een post-mortem wordt gegeven van de Scientology-zaak en de hierbij ten onrechte in het geding gebrachte strijd tussen auteursrecht en expressievrijheid.

Een korte weergave volgt van twee Hoge Raad-arresten, gewezen vlak voor en na de hete zomer van 2006. In de eerste plaats het Parfumgeurarrest, waarin de Hoge Raad een karikaturaal auteursrecht op geuren en smaken heeft erkend en vervolgens het Elwood-arrest, waarin auteurs- en merkenrecht door elkaar worden gehusseld. Ten slotte wordt opbeurender bericht over het licht dat nu in de rechtspraak gloort na de lange Kazaa-tunnel.

Lees de gehele kroniek hier.

IEF 3368

Heffingsberichten

Martijn van Dam. De PvdA-politicus waarover vorige week het bericht verscheen dat hij voorstander zou zijn van een internetheffing (eerder bericht hier) ontzenuwt het bericht op zijn eigen weblog.

"Heffing op internet? Dacht het niet... Volgens nu.nl denk ik na over een heffing op internetverkeer. Daar weet ik echter zelf niks van. En wie het interview goed leest, ziet ook dat ik dat helemaal niet heb gezegd." (...) In puur theoretische zin kun je dan denken aan een heffing op internetabonnementen, iets wat logischer zou zijn dan een heffing op lege CD's of mp3-spelers. De theorie daarachter is dat je dan als het ware het auteursrecht afkoopt met een eenmalige vergoeding van een paar euro per maand, waarna je alles mag kopiëren, downloaden enz. Dat idee is ooit geopperd door de advocaat van Kazaa. Hele interessante gedachtengang, maar puur hypothetisch, want er is op dit moment geen enkel signaal dat de muziekindustrie die kant op zou willen. Dat is ongeveer wat ik verteld heb."

Lees hier meer.

IEF 3367

Alarmsystemen

scrtas.gifRechtbank Dordrecht ,18 januari 2007, LJN: AZ7053. Beheer B.V., Savebound Beheer B.V. en Securisys B.V. tegen gedaagden sub 1 en 2, Armon Trading Holland B.V. en Family Alert B.V.

Vonnis over auteursrecht op een logo en folder en onrechtmatige concurrentie. Partijen zijn in geschil omtrent een concept om gratis alarmsystemen te verstrekken bij het afsluiten van een abonnement op de meldkamer van een beveiligingsonderneming. De rechtbank wijst alle vorderingen af.

Voor zover er al sprake is van auteursrecht op het logo, is er onvoldoende gelijkenis tussen de logo's om te kunnen concluderen dat er sprake is van inbreuk. Hierbij dient het hele logo in ogenschouw te worden genomen, en niet slechts een onderdeel, zoals bijvoorbeeld de door eiseressen bedoelde afbeelding van twee volwassenen en twee kinderen - al dan niet met hond. Ook de vorderingen met betrekking tot auteursrecht op een folder worden afgewezen daar geen sprake is van gelijkenis.

Indien al sprake zou zijn van onrechtmatig handelen, volgt evenwel niet zonder meer dat de vorderingen  toewijsbaar zijn. Voor toewijzing van deze vorderingen is immers noodzakelijk dat er (thans) activiteiten worden verricht die, in het licht van de mogelijke onrechtmatigheid, verboden moeten worden. Omdat niet gebleken is dat gedaagde sub 2 op enig moment ten opzichte van Securisys zelfstandig concurrerende werkzaamheden heeft verricht, en omdat onvoldoende aannemelijk dat gedaagde sub 1 op dit moment concurrerende werkzaamheden jegens Securisys verricht, worden de vorderingen afgewezen.

Lees het vonnis hier.