Auteursrecht  

IEF 15076

Inbreuk handleiding en ongeoorloofde vergelijking met PowerWifi

Op andere blogs:
Dohmen

Rechtbank Gelderland 24 juni 2015, IEF 15076 (DP Products tegen Magro)
Uitspraak ingezonden door Gert Jan van de Kamp, Park Legal. Auteursrecht. Merkenrecht. Reclamerecht. DP verkoopt onder meer wifi antennes onder de (merk)naam PowerWifi. De Groot/Magro verkoopt deze ook en vermeld dat zijn CT-1024 geheel gelijk is aan de PowerWifi, waarvoor hij een beeldmerk heeft ingeschreven, een woordmerk is te beschrijvend gebleken. Inbreuk op auteursrecht op handleidingen; de teksten, afbeeldingen, foto en screenshots in de handleidingen voor de antenne en de antenne in combinatie met de router is nagenoeg geheel overgenomen van DP Products. De mededeling "CT-1024 is geheel gelijk aan de PowerWifi of TurboWifi-antenne" is misleidend en een ongeoorloofde vergelijkende reclame (6:194(a) BW). Ex 2.20 lid 1 sub b BVIE wordt er nodeloos verwarring gewekt door op bol.com gebruik te maken van het EAN-nummer dat is toegekend aan de antenne van DP Products en waardoor de advertentie van DP Products is vervangen door die van De Groot.
Lees verder

IEF 15075

Eerste Kamerdebat: Onbedoeld en ongewenst neveneffect van bestseller-bepaling

De Eerste Kamer heeft dinsdag 30 juni 2015 een kort debat gevoerd met staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) over de Wet auteurscontractenrecht [per 1 juli actief - IEF 15067]. Dit wetsvoorstel is bedoeld om de positie van auteurs/uitvoerende kunstenaars ten opzichte van de exploitanten van hun werk te verbeteren. Met het voorstel krijgen makers:
|- recht op een redelijke vergoeding voor de verlening van het recht om een werk toegankelijk te maken voor het publiek;
- een aanvullende redelijke vergoeding als er een groot verschil is tussen de vergoeding en de opbrengsten van de exploitatie van het werk (de zogenaamde bestseller bepaling);
- en het recht op gehele of gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst met de exploitant als die het werk onvoldoende exploiteert. Ook worden onredelijk bezwarende bedingen vernietigbaar verklaard en kan een geschillencommissie worden ingesteld voor de beslechting van geschillen. Tenslotte wordt de filmregeling verduidelijkt.

Bestsellers-bepaling
Senator Duthler (VVD) betoogde dat er in creatieve kunstensector soms sprake is van een onevenwichtige relatie tussen maker en exploitant, maar dat dit in de commerciële creatieve sector veel minder het geval is. Er is volgens Duthler dus geen noodzaak om een partij instrumenten in handen te geven die in strijd zijn met het contractenrecht. Zij merkte op dat de 'bestsellers-bepaling' weliswaar niet geldt voor software die in opdracht dan wel in dienstverband is gemaakt; maar voor alle situaties die daarbuiten vallen, is deze bepaling dwingend. Dit betekent dat bijvoorbeeld een zelfstandige softwareontwikkelaar een beroep kan doen op een aanvullende billijke vergoeding als de exploitatie achteraf succesvol blijkt te zijn. Het is volgens de senator niet ondenkbaar dat softwareontwikkelaars in de toekomst geen rechtspersoon oprichten, maar zich organiseren als eenmanszaak of maatschap zodat zij bij succes achteraf om een vergoeding kunnen vragen. De senator betoogde dat dit in strijd is met het principe van rechtszekerheid en de vrije markt. Zij vroeg de staatssecretaris om de effecten voor de softwarebranche bij de evaluatie van het wetsvoorstel te bekijken en zo nodig de wet aan te passen.

Onbedoeld en ongewenst neveneffect
Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) betoogde dat de bestsellers-bepaling bedoeld is om tegemoet te komen aan het feit dat iemand tekort gedaan wordt omdat zijn idee tot een veel groter succes blijkt te leiden dan werd aangenomen. Dit kan in alle sectoren voorkomen, maar niet in iedere sector even vaak. Dijkhoff betoogde dat het wetsvoorstel alle nuances recht doet. Er is weliswaar een mogelijkheid om een claim in te dienen, maar dit leidt niet automatisch tot honorering van die claim. Het hangt volgens de staatsecretaris sterk af van de omstandigheden van het geval.

Volgens de staatssecretaris zou het een onbedoeld en ongewenst neveneffect zijn als softwareontwikkelaars vanwege de bestsellers-bepaling geen rechtspersoon oprichten. Dijkhoff zegde toe aan senator Duthler om dit onderwerp mee te nemen in een tussentijdse evaluatie (na ca. 2,5 jaar) en in de eindevaluatie (na 5 jaar) en zo nodig maatregelen te nemen.

Aan het einde van het debat werd het wetsvoorstel zonder stemming aangenomen.

IEF 15071

Implementatiewetsvoorstel EU- richtlijn collectief beheer naar Tweede Kamer

Implementatiewet richtlijn collectief beheer - Nader Rapport - Advies RvS
Uit het persbericht: Collectieve beheersorganisaties, zoals Buma/Stemra, kunnen vanaf volgend jaar gemakkelijker licenties uitgeven voor onlinegebruik van muziek binnen de hele Europese Unie. De maatregel stimuleert het legale online aanbod van auteursrechtelijk beschermd werk zoals bijvoorbeeld streaming-diensten voor muziek. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

De nieuwe regeling, die de Europese richtlijn collectief beheer omzet in Nederlands recht, heeft als voordeel dat commerciële aanbieders van muziekdiensten straks niet meer in elke lidstaat hoeven te onderhandelen met collectieve beheersorganisaties over online-exploitatie. Tot nu toe was dat vaak wel het geval. Dit vormde een belemmering voor de ontwikkeling van het legale online aanbod van bijvoorbeeld streaming-muziekdiensten. Immers, door technologische ontwikkelingen is het eenvoudiger geworden om grote hoeveelheden muziekwerken via digitale kanalen openbaar te maken. Bovendien is het gebruik niet meer gebonden aan landsgrenzen omdat vrijwel iedereen toegang kan hebben tot het materiaal.

Verder doet de aanpassing van de uitgifte van licenties meer recht aan de gewijzigde bedrijfsmodellen in de muzieksector als gevolg van de technologische ontwikkelingen.  Het stimuleert niet alleen innovatie, maar zorgt er ook voor dat collectieve beheersorganisaties met elkaar kunnen samenwerken. Het wetsvoorstel voorziet namelijk  in de mogelijkheid dat een collectieve beheersorganisatie die zelf niet in staat is grensoverschrijdende licenties uit te geven, zich kan aansluiten bij een beheersorganisatie die dat wel kan.

Collectieve beheersorganisaties verlenen onder meer licenties aan gebruikers, houden toezicht op het gebruik van auteursrechten en verdelen de door hen geïnde bedragen voor de exploitatie van die rechten onder rechthebbenden. Het College van Toezicht Auteurs- en naburige rechten is belast met het toezicht op de naleving van de wet.

IEF 15067

Wet auteurscontractenrecht per 1 juli in werking getreden

Uit het persbericht: De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel van staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) aangenomen dat de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars ten opzichte van hun exploitanten versterkt. Bij overeenkomsten met exploitanten (zoals uitgevers en platenmaatschappijen) zijn zij vaak de zwakkere partij. De maatregel gaat per vandaag (1 juli 2015) in.

Als de exploitant bijvoorbeeld nalaat te exploiteren, kan de maker zijn recht terugkrijgen (use-it-or-lose-it-bepaling). Ook kunnen onredelijke bepalingen in exploitatiecontracten worden vernietigd. Daarbij kan worden gedacht aan bepalingen die de maker verplichten om het auteursrecht op al zijn toekomstige werken aan een en dezelfde uitgever over te dragen.

Verder is er een nieuwe regeling voor het filmauteurscontractenrecht voorgesteld. Alle makers krijgen een billijke vergoeding van de producent. Scenarioschrijvers, regisseurs en de hoofdrolacteurs hebben via hun collectieve beheersorganisatie ook nog recht op een extra proportionele vergoeding van de exploitant waarmee de producent contracteert. De rechtenorganisaties van deze makers (verenigd in PAM) en de omroepen, producenten en distributeurs (verenigd in Rodap) sloten hierover al eerder een overeenkomst.

Ook krijgt de maker een recht op een billijke vergoeding voor het verlenen van exploitatiebevoegdheid. Daarnaast moet de maker een hogere vergoeding kunnen claimen als zijn werk een onverwacht groot succes blijkt te zijn. Dat is het geval als de oorspronkelijk overeengekomen vergoeding in geen enkele verhouding meer staat tot de opbrengst voor de exploitant. De zogeheten bestsellerbepaling.

Tot slot bevat de wet een grondslag voor een geschillencommissie. Bij problemen tussen makers en exploitanten lijken makers er voor terug te schrikken naar de rechter te stappen. Een efficiënte en laagdrempelige geschillencommissie kan hier een oplossing bieden. Naast individuele makers kunnen ook verenigingen van makers geschillen aan de commissie voorleggen.

IEF 15060

Hoe zit het ook alweer met ... de vrijheid van panorama?

Bijdrage ingezonden door Otto Volgenant, Boekx Advocaten. Als we niet oppassen raken we binnenkort het recht kwijt om foto’s te publiceren waar gebouwen en kunstwerken in de openbare ruimte op staan. Dit recht wordt wel de ‘vrijheid van panorama’ genoemd. In het Engels ‘Freedom of Panorama’, ook wel afgekort tot FOP. Dit is het recht om vrijelijk afbeeldingen te kunnen maken én te publiceren van alle kunst en architectuur in de openbare ruimte. Nu is dat in Nederland nog toegestaan, maar dat dreigt te veranderen. Wat is er aan de hand? Mag Wikipedia straks nog wel een plaatje van het nationaal monument op de Dam gebruiken?

Hoe zit het eigenlijk met de vrijheid van panorama?
De Auteursrechtrichtlijn biedt Lidstaten de mogelijkheid om een uitzondering op te nemen voor ‘het gebruik van werken, zoals werken van architectuur of beeldhouwwerken, gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden ondergebracht’ [1]. Dat betekent dat voor bijvoorbeeld foto’s van kunstwerken aan de openbare weg niet steeds hoeft te worden betaald. Nederland heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt [2]. Dat geldt niet voor alle Europese Lidstaten. Net als Nederland kennen Duitsland en Engeland een panoramarecht, maar in België, Frankrijk en Italië is voor het gebruik van dergelijke werken toestemming van de auteursrechthebbende nodig. Zo mogen er geen foto's van het Atomium in Brussel op internet worden gebruikt, tenzij voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik, in beperkte resolutie. Een gecensureerde afbeelding van het Atomium is natuurlijk nog steeds fraai, maar mist toch wat kenmerkende elementen…

Op 9 juli 2015 stemt het Europese Parlement over een hervorming van de Europese auteursrechtelijke regels. Eén van de voorstellen in dit plan is vergaande inperking van de panoramavrijheid [3]. Voor elk commercieel gebruik is dan toestemming van de rechthebbende nodig [4].
Dit zal ingrijpende gevolgen hebben voor fotografen, filmmakers, producenten van gedrukte en digitale media, maar ook voor de online encyclopedie Wikipedia. Veel foto’s zouden moeten worden verwijderd. Film- en documentairemakers moeten dan vooraf toestemming vragen als in hun beelden gebouwen of standbeelden te zien zijn. Een uitgever van een reisgids komt zo voor een onmogelijke taak te staan. En hoe wordt het begrip ‘commercieel gebruik’ precies ingevuld? Valt Wikipedia straks onder het begrip ‘commercieel’? Is een online reisverslag waar een advertentie bij staat al ‘commercieel’? Of het gebruik van een foto op Facebook? En die aardige Polaroid-fotograaf die voor 5 euro een toerist voor het Monument op de Dam fotografeert, maakt die inbreuk op auteursrecht?

Vanuit het perspectief van de informatievrijheid zou deze beperking een kwalijke ontwikkeling zijn. Er staan hier twee grondrechten tegenover elkaar. Intellectuele eigendomsrechten maken deel uit van het fundamentele recht op eigendom [5] , maar een beroep daarop kan in een concreet geval afstuiten op een ander grondrecht, zoals de vrijheid van meningsuiting [6].

Het is gelukkig nog niet zover. Er is veel maatschappelijk verzet tegen dit plan. Een online petitie is al veelvuldig getekend. En zelfs áls het Europees Parlement op 9 juli 2015 onverhoopt zou instemmen met dit voorstel, dan is het nog geen geldend recht. Het is dan aan de Europese Commissie om dit punt – al dan niet – mee te nemen in het voorstel om het auteursrecht te hervormen. Dat voorstel wordt eind 2015 verwacht. Het is maar de vraag of de Europese Commissie, gezien de maatschappelijke weerstand, op dit punt het auteursrecht vóór de informatievrijheid zal willen laten gaan.

Otto Volgenant van Boekx Advocaten zegt: ‘Het inperken van de vrijheid van panorama is een onzalig plan. Het gaat in tegen de Nederlandse wet. Wat in de openbare ruimte staat, is openbaar en foto’s en video’s daarvan moeten gewoon kunnen worden gepubliceerd. Zonder steeds de vraag te moeten beantwoorden of dat gebruik commercieel is of niet. De bestaande Nederlandse regeling is prima. Ik roep iedereen op om de online petitie te tekenen. We willen op Wikipedia het Monument op de Dam kunnen blijven zien, zonder censuur.’

Otto Volgenant


[1] Auteursrechtrichtlijn 2001/29, artikel 5 lid 3 sub h.
[2] Per 1 september 2004 is artikel 18 van de Auteurswet geïmplementeerd, dat luidt: Als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 6°, of op een werk, betrekkelijk tot de bouwkunde als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 8°, dat is gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden geplaatst, wordt niet beschouwd de verveelvoudiging of openbaarmaking van afbeeldingen van het werk zoals het zich aldaar bevindt. Waar het betreft het overnemen in een compilatiewerk, mag van dezelfde maker niet meer worden overgenomen dan enkele van zijn werken.
[3] 16. Considers that the commercial use of photographs, video footage or other images of works which are permanently located in physical public places should always be subject to prior authorisation from the authors or any proxy acting for them;
[4] Overigens is deze beperking van de informatievrijheid precies het tegenovergestelde van wat de indiener van de oorspronkelijke aanpassing, Julia Reda van de Pirate Party, beoogde. Zij wilde de vrijheid van panorama juist in alle Lidstaten invoeren. Maar door een amendement van het Legal Affairs Committee is haar voorstel 180 graden gewijzigd. In haar eigen woorden: ‘It’s absurd.’
[5] Gewaarborgd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
[6] Gewaarborgd in artikel 10 EVRM en artikel 11 van het Handvest van de Grondvesten van de Europese Unie. Vgl. Hoge Raad 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:841 Of de uitingsvrijheid in een concreet geval behoort te prevaleren, hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de uiting. In verband met dit laatste is van belang dat, wanneer het gaat om een commerciële uiting, het belang van degene die deze uiting doet in beginsel minder zwaar weegt dan wanneer het een publicatie van algemeen maatschappelijk belang betreft.

IEF 15052

Mag-Lite geen auteursrechtelijk beschermde gebruiksfuncties

Hof Den Haag 16 juni 2015, IEF 15052; ECLI:NL:GHDHA:2015:1770 (Edco tegen Mag Instrument)
Uitspraak ingezonden door Alexander Odle, New IP Strategies. Auteursrecht. Mag en Edco hebben een vaststellingsovereenkomst bereikt over onthouden van het aanbieden van 'copies and look-a-likes of MAG's flashlights'. Vraag is of de ontwerpen van Mag-Lite voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, of dit ook in Nederland wordt verleend en of Edco inbreuk maakt. Naar het recht van de VS kan aan vormgeving van gebruiksvoorwerpen auteursrechtelijke bescherming toekomen, in dit geval is geen enkel aspect van de vormgeving los te zien van de gebruiksfunctie als zaklamp; bovendien is het geen zelfstandig 'artistic work'. Ten overvloede wordt geoordeeld dat de Alu-zaklamp geen inbreuk zou maken op een auteursrecht, indien er wel zou auteursrechtelijke bescherming zou worden toegekend.

29. Het voorgaande in aanmerking nemend, komt het hof tot het oordeel dat Mag niet heeft aangetoond dat de D-cell en de C-Cell Mag-Lite zaklampen in de Verenigde Staten voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Niet ter discussie is dat een zaklamp aangemerkt kan worden als een 'useful article'. Naar het oordeel van het hof is geen enkel aspect van de vormgeving van de Mag-Lite zaklamp los te zien van de gebruiksfunctie als zaklamp. Ieder onderdeel van de zaklamp is zodanig vormgegeven dat deze zijn functie kan vervullen. Zo is bijvoorbeeld de lengte en doorsnede van de cilindrische huls ingegeven door de maat van de batterijen en heeft deze de functie de batterijen te omvatten en een handgreep te vormen; van de afsluitdop is de doorsnede ingegeven door de doorsnee van de huls en de dop dient om de batterijen op hun plaats vast te zetten, de over de omtrek van de dop aangebracht ribbelrand dient voor grip ten behoeve van het openen van de batterijkamer; het rasterwerk op de huls is aangebracht ter verbetering van de grip; de kop heeft de functie van het bevatten van de reflector, lamp en lens, de daarop aangebrachte ribbelrand voorzit in grip bij het draaien van de kop voor het stellen van de lichtbundel. Gezien dat alles kan niet worden aanvaard dat deze elementen technisch of functioneel gezien overbodig zouden zijn, zoals door Mag gesteld. Voor ieder element geldt dat weglating ervan afbreuk zou doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van de Mag-Lite als zaklamp, ofwel vanwege de functie die het vervult, danwel omdat het onlosmakelijk verbonden is met de uiterlijke verschijningsvorm ('is an integral part of the overall shape or contour') van de zaklamp, ten gevolge waarvan er naar het recht van de Verenigde Staten geen auteursrechtelijke bescherming aan toekomt. Dat de diverse onderdelen van de zaklamp met behoud van hun functie ook anders vormgegeven hadden kunnen worden, zoals door Siegel is verklaard - daargelaten de feitelijke juistheid daarvan - doet daar niet aan af (...)

Lees de uitspraak (pdf/html)

IEF 15048

Toewijzing biedt niet meer zekerheid dan onthoudingsverklaring maancakeblikken

Rechtbank Amsterdam 24 juni 2015, IEF 15048 (Maxim's Caterers tegen Mei Sum Food)
Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof, Ploum Lodder Princen en Josine van den Berg, Klos Morel Vos & Reeskamp. Auteursrecht. Maancakeblikken. Maxim's produceert spijzen voor speciale festiviteiten, zoals maancakes voor het Midherfstfestival. De maancakeblikken van Maxim's zijn ieder jaar van een ander ontwerp voorzien. Er is een onthoudingsverklaring ondertekent, met beperkt bereik zonder erkenning van auteursrecht en inbreuk daarop. De rechtbank volgt Maxim's niet in het standpunt dat toewijzing van vorderingen, in combinatie bezien, haar meer zekerheid biedt dan de onthoudingsverklaring. Toewijzing houdt niet in dat Maxim's ook zou kunnen optreden tegen maancakeblikken met een iets van de zes gewraakte maancakeblikken afwijkend ontwerp.

Vorderingen 1 en 2
4.1. De rechtbank is van oordeel dat de op 27 augustus 2013 getekende onthoudingsverklaring (zie 2.10) tot gevolg heeft dat Maxim's geen belang meer heeft bij toewijzing van vorderingen 1 en 2. Op grond van die verklaring is het Mei Sum c.s. immers niet langer toegestaan de zes onder 2.3 en 2.5 van dit vonnis bedoelde maancakeblikken op de markt te brengen. Indien die blikken desalniettemin door Mei Sum c.s. op de markt worden gebracht, is op grond van de onthoudingsverklaring een direct opeisbare boete verschuldigd van €500,00 per overtreding. Dat de onthoudingsverklaring geen executoriale titel oplevert, maakt dit oordeel niet anders. Gesteld noch gebleken is dat Mei Sum c.s. na ondertekening van de onthoudingsverklaring de gewraakte maancakeblikken nog op de markt heeft gebracht of dat Mei Sum c.s. weigerachtig zou zijn de overeengekomen boete te betalen. Bovendien is de resterende voorraad maancakeblikken op 30 augustus 2013 in het bijzijn van de deurwaarder vernietigd, hetgeen niet door Maxim's is bestreden. In dit geding is aldus niet komen vast te staan dat er nog sprake is van een reële dreiging van een nieuwe (beweerdelijke) inbreuk.

4.3. De rechtbank zal Maxim's niet volgen in haar standpunt dat toewijzing van vorderingen 1 en 2, in combinatie bezien, haar meer zekerheid biedt dan de onthoudingsverklaring. Toewijzing van de vorderingen zou niet inhouden dat Maxim's ook zou kunnen optreden tegen maancakeblikken met een iets van de zes gewraakte maancakeblikken afwijkend ontwerp. In de regel zal een toewijzend vonnis in een zaak als de onderhavige enkel een concreet en specifiek genoemd product verbieden. Ook in dit geval zou - veronderstellenderwijs uitgaande van een auteursrechtinbreuk - geen aanleiding zijn voor een algemeen geformuleerd verbod uit te spreken. Dat nog sprake zou zijn van een zevende (inbreukmakend) maancakeblik (zie 5.10.2 van de dagvaarding), maar het voorgaande niet anders. Van dat blik zijn geen foto's in de dagvaarding opgenomen of in het geding gebracht, zodat de rechtbank zich hierover geen oordeel kan vormen.
IEF 15042

Toestemming aan omroeporganisatie omvat mededeling aan het publiek

Hof van Beroep Brussel 9 juni 2015, IEFbe 15042 (Airfield/TV Vlaanderen tegen Agicoa)
Uitspraak ingezonden door Alexis Hallemans, CMS. Eerder gepubliceerd als IEFbe 1385: Auteursrecht. Eerder werden prejudicieel gestelde vragen beantwoord [IEFbe 108 - Airfield] werd tussenarrest gewezen. Airfield (nu opgevolgd en met commerciële aanduiding: TV Vlaanderen) zou inbreuk op rechten plegen door het repertoire van Agicoa openbaar mee te delen via haar eigen zenderpakket. Er is sprake van één enkele mededeling aan het publiek per satelliet en die is ondeelbaar. De toestemming die de rechthebbenden hebben verleend aan de omroeporganisaties omvat ook de mededeling aan het publiek door TV Vlaanderen. Ten onrechte is in eerdere instantie een stakingsbevel gegeven.

13. Het hof oordeelt dan ook dat er wordt aangetoond dat de toestemming die de rechthebbenden hebben verleend aan de omroeporganisaties ook de mededeling aan het publiek door TV Vlaanderen omvat. Het publiek waarvan zij weten dat het door deze mededeling aan het publiek kan worden bereikt, met name het abonneepubliek van TV Vlaanderen. Het uitdrukkelijk toestemming verlenen om te verdelen via TV Vlaanderen houdt in dat het publiek dat TV Vlaanderen bereikt, in ogenschouw werd genomen op het moment van het verlenen van de toestemming.

Daarenboven wordt niet aangetoond dat TV Vlaanderen de werken toegankelijk maakt aan een nieuw publiek, zijnde een publiek waarmee de rechthebbenden geen rekening hebben gehouden op het moment dat zij de hierboven bedoelde toestemming aan de omroeporganisaties verleenden om hun werken ook mee te delen via TV Vlaanderen. 14. Uit al deze overwegingen volgt dat het hoger beroep van TV Vlaanderen gegrond is. In het bestreden vonnis wordt haar ten onrechte een stakingsbevel opgelegd.

IEF 15040

Meesterproef

Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger. Kan een ‘smeerdip met roomkaas en verse kruiden’, auteursrechtelijk worden beschermd? En maakt een andere, sterk gelijkende smeerdip, daar dan inbreuk op? De Gelderse rechtbank kwam aan deze vragen niet toe [IEF 15013], omdat onvoldoende zou zijn gesteld “welke elementen of combinatie van elementen van de smaak van het Heksenkaas product leiden tot het vereiste eigen, oorspronkelijke karakter en persoonlijk stempel”. Maar vooral omdat de rechtbank niet wilde proeven. Dat is vreemd. Een Haagse rechter proefde eerder dit jaar wel en stond een bewijsbeslag toe tegen de maker van een andere Heksenkaas taste-alike [IEF 14767].
Lees verder

IEF 15039

Reflecties - Een eerlijke verdeling?

Erwin Angad-Gaur, Reflecties: Een eerlijke verdeling? Sena Performers Magazine 2015-2, p. 22-23.
Bijdrage ingezonden door Erwin Angad-Gaur secretraris/directeur Ntb en voorzitter sectie Uitvoerend Kunstenaars Sena. Beperkt legaal aanbod, blokkerend licentiegedrag en een steeds schevere verdeling. Wanneer durven de beleidsmakers nou eens in te grijpen in het belang van auteurs, artiesten en de consument?

Van een vriend kreeg ik een paar weken geleden een exemplaar van Specimen Days van Michael Cunningham, een paperback versie van de roman. Of liever: drie novelles met een mogelijk verbindend thema, met name middels doorlopende citaten uit het werk van Walt Whitman – goed, of misschien zelfs briljant geschreven, maar niet voor 100 procent geslaagd; de literaire merites van het werk laat ik verder echter terzijde, voor reviews kan de lezer het internet raadplegen. De pocket opent, naar Amerikaans gebruik, met drie pagina’s citaten uit recensies, die weinig over het boek onthullen, een pagina met andere werken van de auteur en een herhaalde titelpagina, om op de daaropvolgende pagina de copyrightinformatie te vermelden. In een kader bovenaan deze pagina trof ik de volgende tekst die mij in lachen deed uitbarsten: “NOTE: If you purchased this book without a cover you should be aware that this book is stolen property. It was reported as ‘unsold and destroyed’ to the publisher, and neither the author nor the publisher has received any payment for this ‘stripped book’.” Een tekst uit het verleden zo leek het. Een zorg uit luxe. Waar is de tijd dat uitgevers zich zorgen maakten om illegaal doorverkochte fysieke exemplaren. De pocket dateert uit 2007 leert dezelfde pagina.

DUIMSCHROEVEN
Het is tekenend voor de snelheid waarmee de wereld is veranderd. Ook boekenuitgevers kennen inmiddels de problemen van illegale verspreiding op het internet. En ook boekenuitgevers, zoals filmproducenten voor hen, herhalen de vele fouten die platenmaatschappijen, inmiddels jaren geleden als eersten maakten: zij blokkeren verspreiding, werken niet mee aan goede, centrale legale beschikbaarheid en hopen zich op die wijze boven hun concurrenten te kunnen positioneren op de toekomstige markt, ondertussen moord en brand schreeuwend over de illegaliteit en de dalende inkomsten. Schrijvers zijn inmiddels het kind van de rekening, zoals artiesten, scenaristen en liedjesschrijvers voor hen. Voor de verspreiding in de nieuwe media ontvangen zij een grijpstuiver en de duimschroeven bij contractbesprekingen worden langzaam aangedraaid. Uitgeverij Lebowski was de eerste prominente uitgever in Nederland die dit jaar het ‘360 graden contract’ uit de muziekindustrie overnam: schrijvers bij Lebowski dienen ook van hun overige inkomsten (lezingen, publieke optredens, etc.) af te dragen aan de uitgeverij. Absoluut noodzakelijk aldus de uitgeverij: het is immers ook in het belang van de auteur dat de uitgever overleven kan.

RADIOMODEL
In de nieuwe auteursrechtelijke regels, geïntroduceerd in het auteurscontractenrecht (zie ook pagina 10 van dit magazine) worden dergelijke contracten bemoeilijkt. Bovendien heeft de wetgever voor de audiovisuele markt een belangrijke stap genomen. In het veelbesproken artikel 45d (het filmartikel in de auteurswet) wordt een proportionele vergoeding geïntroduceerd voor hoofdrolspelers, scenaristen en regisseurs. Het leidde, weliswaar onder grote druk van de overheid, tot afspraken tussen eindexploitanten en rechtenorganisaties. Een vergoeding te incasseren door de rechtenorganisaties LIRA, NORMA en VEVAM voor onder meer video on demand en kabeldoorgifte van films en tv-series. Exploitatievormen waarvoor acteurs in het verleden geen cent ontvingen en waarover scenaristen en regisseurs al jaren niet betaald kregen.

D66 Kamerlid Kees Verhoeven herkende bij de kamerbehandeling terecht de redenering: een collectief beheersoplossing voor een verdelings- en licentieprobleem. Een citaat uit het stenografisch verslag: “Het doet mij goed om te zien dat de staatssecretaris (…) bij de nota van wijziging voor het filmartikel goed gekeken heeft naar eerdere voorstellen van D66 over het radiomodel. Hoewel hij geen daadwerkelijk radiomodel voorstelt — dat weet ik — komt hij wel zo dicht bij dat model als binnen de bestaande richtlijnen mogelijk is. Hij stelt namelijk een systeem van verplicht collectief beheer voor, dat de transactiekosten voor het betalen van rechtenvergoedingen verlaagt. Daarnaast stelt dit systeem kleine rechthebbenden in staat om collectief een eerlijke vergoeding uit te onderhandelen.

Helaas (…) kunnen we het radiomodel niet volledig invoeren, omdat de licentieproblematiek op Europees niveau niet geregeld is. (…) Dat moet in Europa opgelost worden. Daar zal ik nu niet over doorzeuren. Toch zou je op het gebied van het filmartikel, van het audiovisuele gedeelte, wel kunnen spreken van een radiomodel light. Als positief mens zie ik dat maar even zo. Daarnaast heeft de staatssecretaris zich mogelijk laten inspireren door de Spaanse wet, waarin een vergelijkbaar systeem is opgenomen. Alleen zijn daar de billijke vergoeding en de aanspraak daarop niet alleen voor audiovisuele makers geregeld (…) maar ook voor audiowerken, oftewel voor muziek. Voor de exploitatie van audiovisuele werken, maar ook voor audio-exploitatie — bijvoorbeeld Spotify — wordt in Spanje collectief geïncasseerd.

Ik wijs op de verdeeldiscussie die vaak wordt gevoerd met betrekking tot Spotify en de wijze waarop zij uitkeren. Thomas Acda en Henk Westbroek maar ook Taylor Swift en Radiohead hebben daar in het verleden al over geklaagd. Daar komt nog bij dat de staatssecretaris eerder al heeft aangegeven dat de categorie muziek het meest geschikt is voor het radiomodel. Waarom komt hij voor het audiovisuele gedeelte dan met een soort radiomodel light, terwijl hij voor het audiogedeelte, waar het eigenlijk geschikter voor is, helemaal niets regelt in deze wet?”
Zoals vaker tijdens Kamerbehandelingen kwam op de vraag geen daadwerkelijk antwoord. De (inmiddels voormalig) staatssecretaris antwoorde slechts uitvoerig dat een radiomodel niet aan de orde is. De vraag echter, waarom hij niet het probleem van Spotify, naast het probleem Netflix geadresseerd heeft, blijft voorlopig hangen.

Niet dat de discussie daarmee van de agenda is. Zeker in Europa. AEPO ARTIS, FIM en FIA, de koepelorganisaties van de internationale rechtenorganisaties en vakbonden voor musici en acteurs, startten 6 mei jl. de campagne Fair internet for performers (www.fair-internet.eu): een pleidooi voor exact het model dat Verhoeven tijdens de kamerbehandeling bepleitte.

DURF
In de boekenwereld ondertussen procederen bibliotheken (in de rechtszaal ondersteund door de vertegenwoordigers van auteurs en illustratoren) inmiddels voor een digitaal leenrecht: een systeem van collectieve licenties via Stichting Leenrecht, een radiomodel voor geschriften. Niet uit te sluiten valt dat de Europese Richtlijn ook hiertoe geen mogelijkheid biedt. Daarbij is er wel een klein lichtpuntje: de Nederlandse regering lijkt in Europa voorzichtig te pleiten voor de mogelijkheid. Inconsequent, maar positief nieuws dat wij maar niet moeten bekritiseren.
De problematiek is overal hetzelfde: beperkt legaal aanbod, blokkerend licentiegedrag van producenten en een steeds schevere verdeling naar de werkelijke makers. Het wachten is en blijft op een regering en vooral een Europese Commissie die consequente stappen durft te zetten in het belang van auteurs, artiesten en de consument.

Overheden die durven in te zien dat boeken, films en muziek op internet hetzelfde zijn: kwetsbare cultuurproducten in eentjes en nulletjes, die verspreiding behoeven, maar wel tegen een eerlijke vergoeding en met een eerlijke verdeling. Via Sena, NORMA, LIRA, Pictoright en VEVAM bijvoorbeeld. Laten we het geen radiomodel meer noemen, dan, maar gewoon ‘de toekomst’.