Auteursrecht  

IEF 1217

Eenvoudige herhaling

Voorzieningenrechter Arnhem, 10 november 2005, Syncera de Straat B.V. tegen Synthese c.s. In deze zaak gaat het om aanbestedingsbestekken die in opdracht van gemeenten worden opgesteld door adviesbureau´s. In deze bestekken worden onder meer het object van aanbesteding en de selectie- en gunningcriteria omschreven.

De Voorzieningenrechter vindt dat de bestekken van eiseres Syncera niet in aanmerking komen voor de 'normale' auteursrechtelijke bescherming, omdat ze een onvoldoende eigen karakter zouden hebben. De inhoud van de bestekken zou grotendeels functioneel en zakelijk van aard zijn. Bovendien zou de inhoud op grond van het Europese aanbestedingsrecht grotendeels vastliggen, waardoor ook geen sprake is van een persoonlijk stempel van de maker.

Gelukkig voor Syncera zorgt het vangnet van de geschriftenbescherming voor een auteursrechtelijk zachte landing. De bestekken zijn op schrift gesteld en openbaar gemaakt of bestemd om openbaar gemaakt te worden, omdat ze zien op een openbare  Europese aanbestedingsprocedure en worden verstrekt aan geïnteresseerde inschrijvers en/of opdrachtgevers ( i.c. kan aansluiting worden gezocht bij hetgeen in jurisprudentie over juridische teksten is bepaald).

Er is bovendien onmiskenbaar sprake van een overeenstemmende totaalindruk tussen het bestek van gedaagden en het bestek van Syncera: grote stukken tekst, inclusief taal- en of schrijffouten, stemmen nagenoeg woordelijk overeen en vormgeving, opmaak en indeling vertonen grote gelijkenis. Van toeval kan geen sprake zijn: Synthese c.s. hebben ter zitting zelf verklaard aan het door Syncera ter beschikking gestelde elektronische bestand hebben 'geschaafd'. Dat sprake is van inbreukmakende ontlening door eenvoudige herhaling staat dan ook vast voor de voorzieningenrechter. Lees het vonnis hier. (Met dank aan Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek)

IEF 1215

Kort door de bocht

Noot bij Vrz. Rb. Rotterdam 21 juli 2005 (BREIN c.s. tegen Directwarehouse), K.J. Koelman, AMI 2005, p. 211-214: Een uitvoerige motivering is in kort geding niet nodig. Maar het gaat wel erg kort door de bocht om, zoals deze rechter doet, een wetsartikel in een vonnis te kopiëren en vervolgens te concluderen dat daaruit volgt dat de vorderingen toewijsbaar zijn. De feiten zijn als volgt: op de meeste commercieel uitgebrachte dvd’s staan de films zodanig versleuteld, dat zij alleen kunnen worden afgespeeld op dvd-spelers waarin de juiste sleutels en decryptie-algoritmes zijn ingebouwd. (...) Gedaagde verkocht software waarvan de maker blijkbaar langs andere weg beschikking had gekregen over de sleutels en daarom niet contractueel gebonden was om maatregelen te nemen die het maken van ontsleutelde digitale kopieën belemmeren. Met deze software konden films op een pc worden gedecrypteerd. Als de films eenmaal zijn ontcijferd, is het een koud kunstje om ze in ontsleutelde vorm op de computer vast te leggen.

De rechter oordeelt dat het aanbieden van de software onrechtmatig is op grond van art. 29a Aw. Maar hij gaat niet na of de betreffende beveiliging wel valt onder de definitie van ‘technische voorzieningen’ van art. 29a lid 1 Aw. Als dit niet het geval zou zijn, zou de bepaling niet van toepassing zijn. Het probleem is nu dat niet duidelijk is welke technische beveiligingssytemen eronder vallen. De wetstekst kan suggereren dat de bepaling iedere door de rechthebbende aangebrachte beveiliging beschermt. De toelichting bij de wet impliceert daarentegen dat alléén technische voorzieningen die een handeling verhinderen die als verveelvoudigen of openbaar maken kan worden gekwalificeerd, op bescherming kunnen rekenen.[3] De vraag is dan of de techniek waar het hier om gaat zo’n handeling belet. Lees de hele noot hier.

IEF 1214

De Auteurswet gewijzigd

De Auteurswet gewijzigd: Artikel 29a Aw (bescherming van technische voorzieningen), K.J. Koelman, AMI 2005, p. 197-200: Bij wet van 18 augustus 2004, Stb. 2004, 410 (wetsvoorstel 28 482) is de Auteurswet op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. Vanaf AMI 2005/2 wordt telkens één nieuw of gewijzigd wetsartikel onder de loep genomen. In deze aflevering staat artikel 29a Aw over de bescherming van technische voorzieningen centraal.

Omdat iedereen met een computer relatief goedkoop en gemakkelijk exacte kopieën kan maken, zou het auteursrecht wegspoelen door het ‘elektronisch vergiet’. Auteursrechthebbenden zouden daarom een steun in de rug verdienen en die kregen ze met de bescherming van technische voorzieningen. Dit zijn technieken waarmee wordt gecontroleerd wat een gebruiker met een werk kan doen – zo kan kopiëren technisch worden verhinderd. In de eerste Europese voorstellen werd slechts het maken of aanbieden van omzeilingsmiddelen voor dergelijke technieken verboden. Maar omdat de WIPO-verdragen voorschrijven dat de handeling van het omzeilen moet worden aangepakt, richt de aangenomen Auteursrechtrichtlijn, en dus ook onze Auteurswet, zich tevens daarop. De Auteurswet verklaart verwijtbaar omzeilen en het maken of aanbieden van omzeilingsmiddelen of diensten tot onrechtmatige daden. De artikelen 19 WNR en 5a Dw doen hetzelfde in de nabuur- en databankrechtelijke context. Lees het hele artikel hier.

IEF 1210

Buma.eu

Artikel Kamiel Koelman, gepubliceerd in AMI 2005, p. 191-196: Op naar de Euro-Buma(s): de Aanbeveling van de Europese Commissie over grensoverschrijdend collectief rechtenbeheer. In juli 2005 publiceerde de Europese Commissie een studie waarin zij haar plannen uiteenzet over de toekomst van het collectieve beheer van rechten voor online muziekgebruik.

De Europese Commissie wil het collectieve beheer van rechten voor online muziekgebruik flink op de schop nemen, maar beperkt zich vooralsnog tot de niet dwingende soft-law van een Aanbeveling. Het is moeilijk te voorspellen waartoe het zal leiden, indien alle aanbevelingen zouden worden gevolgd. Vooral (grote) muziekuitgevers en platenmaatschappijen zouden er waarschijnlijk van profiteren. Het is minder aannemelijk dat individuele auteurs en artiesten baat hebben bij de regels van de Aanbeveling, maar mogelijk is dit wel. Of online muziekgebruikers straks beter af zijn valt te betwijfelen. Lees gehele artikel hier.

IEF 1206

Redelijke vergoeding

Kamervragen met antwoord, nr. 320, 2e Kamer. Vragen van het lid Örgü (VVD) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van der Laan, over de toegang tot de publieke voetbalbeelden. (Ingezonden 18 oktober 2005) ; antwoord.
 
Vraag: Heeft de directeur van de NOS wederom aangegeven te menen dat de NOS het voetbalbeeldenarchief niet voor een redelijke vergoeding aan derden hoeft open te stellen? Antwoord: De directeur van de NOS heeft mij laten weten dit niet te hebben aangegeven.

Vraag: Herinnert u zich uw antwoorden op mijn eerdere vragen terzake? Zo ja, bent u nog steeds van mening dat de NOS, die zich nu op het standpunt stelt de beelden pas te willen leveren als zij in ruil van de Eredivisie CV korte flitsen krijgt van wedstrijden uit de huidige voetbalcompetitie, geen onredelijke barrières opwerpt voor de beschikbaarheid van de beelden in haar sportarchief?

Antwoord: Ja. De NOS en de Eredivisie CV (ECV) hebben mij de volgende informatie verschaft. De NOS en de ECV hebben gesproken over wederzijdse toegang tot elkaars beeldmateriaal. In het kader van een dergelijke uitwisseling zullen de ECV en haar mediapartners, waaronder Talpa, beelden krijgen uit het voetbalarchief van de NOS en wenst de NOS vanaf een bepaald moment toegang tot beelden van het Eredivisievoetbal. Voordat een dergelijke afspraak geïmplementeerd kan worden moet de ECV tot afstemming komen met haar mediapartners en de clubs. De ECV is hierover gunstig gestemd maar wijst er wel op dat voornoemde constructie afhankelijk is van de medewerking van veel partijen. Indien dit niet zal leiden tot een bevredigende oplossing, dan wil de ECV met de NOS afspraken maken om op een andere wijze (dan door middel van uitwisseling van beeldmateriaal) toegang tot het archief te verkrijgen. De NOS wil eerst de uitkomst van de gewenste uitwisseling afwachten.
Mijns inziens worden er op dit moment geen onredelijke barrières voor de beschikbaarheid van archiefmateriaal door de NOS opgeworpen.

Vraag: Deelt u de mening dat de NOS niet de “welwillende houding ten aanzien van het gebruik van haar archiefmateriaal” heeft die u in juli van dit jaar bespeurde?
 
Antwoord: Ik verwijs naar het antwoord op de voorgaande vraag.

Vraag: Bent u bereid de NOS kenbaar te maken derden tegen een redelijke vergoeding toe te laten tot de archiefbeelden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord: Op grond van het bovenstaande zie ik hier op dit moment geen aanleiding toe.

IEF 1204

Vreemde bedgenoten (5)

Reactie Dirk Visser op Vreemde bedgenoten (4): Laat Minister Pechtold nu ook al nota’s, rapporten en beleidsstukken door externe adviseurs opstellen "naar het ontwerp en onder leiding en toezicht" van zijn eigen ambtenaren?

Hoewel letterlijk genomen niet volledig onjuist is onderstaande passage uit de Nota van Minister Pechtold naar aanleiding van het verslag bij het Voorstel Wet implementatie richtlijn inzake hergebruik van overheidsinformatie( Kamerstuk 2005-2006, 30188, nr. 6 2e Kamer) toch wel enigszins misleidend omdat een cruciale voorwaarde uit artikel 6 Aw niet wordt genoemd:

“Bij door externen opgestelde nota’s, rapporten en beleidsstukken bezit de overheid het auteursrecht, wanneer de stukken onder leiding en toezicht van de overheid tot stand zijn gebracht ingevolge artikel 6 van de Auteurswet. Die stukken mogen op grond van artikel 15b van de Auteurswet verder worden verspreid, tenzij de overheid het auteursrecht nadrukkelijk heeft voorbehouden. Bij stukken die niet onder leiding en toezicht van de overheid tot stand zijn gebracht, zoals door externen vervaardigde onderzoeksrapporten, rust het auteursrecht niet bij de overheid”.

Artikel 6 Auteurswet is alleen van toepassing indien het werk niet alleen onder “onder leiding en toezicht” maar ook “naar het ontwerp van een ander” is vervaardigd.

Het lijkt weinig aannemelijk dat er veel “nota’s, rapporten en beleidsstukken” door externen “naar het ontwerp” (in auteursrechtelijke zin) van de overheid worden opgesteld. Waarom zou de overheid daar immers externen voor inschakelen? Heeft diezelfde Minister Pechtold niet net zelf verkondigd dat er minder adviescommissies moeten komen en dat ambtenaren meer zelf moeten beslissen?

Artikel 6 zal dan ook vermoedelijk zeer zelden op “nota’s, rapporten en beleidsstukken” door externen voor de overheid opgesteld van toepassing zijn. Na de voorgestelde wijziging van art. 15b Aw zal de overheid zich het auteursrecht dus meestal afzonderlijk (door middel van een daar toe bestemde akte) moeten laten overdragen, alvorens ze desgewenst via het nieuwe art. 15b in het publieke domein te kunnen brengen.

IEF 1202

Spookschrijver

De Volkskrant bericht vandaag dat journalist Henk van Gelder vindt dat zijn biografie 'De Spookschrijver' over de tekstdichter Jacques van Tol een dusdanig belangrijke bron is geweest voor de musical 'Als op het Leidseplein' van V & V Entertainment, dat een financiële tegemoetkoming wel op zijn plaats zou zijn..

 ‘Zonder mijn boek hadden zij het script niet kunnen schrijven.’ De auteur van de musical, Dick van den Heuvel, vindt niet dat hij het boek van Van Gelder bewerkt heeft tot een musical, alleen al omdat hij na eigen onderzoek tot een andere conclusie over het karakter van Van Tol is gekomen. Van den Heuvel erkent wel schatplichtig te zijn aan Van gelder en is bereid een deel van zijn honorarium aan hem afstaan.

IEF 1200

Chaos

In de vervolgreeks van berichten over de voorgenomen heffing op mp3-spelers, meldt het Financieel Dagblad dat de voorstellen om in Nederland deze spelers te belasten met een kopieerheffing regelrecht ingaan tegen Europese regels. Dit stelt Eurocommissaris voor de Interne markt Charlie McCreevy.

Volgens hem worden de Europese regels slecht nageleefd. Een richtlijn uit 2001 is juist bedoeld om kopieerheffingen te vervangen door technische beveiligingen die kopiëren van muziek en films beletten of beperken. 'Maar daar is niets van terechtgekomen', is de conclusie van McCreevy in een toespraak van half oktober.
Ook minister Donner van Justitie heeft vorig jaar oktober in een brief aan de Tweede Kamer gepleit voor 'de nodige terughoudendheid' in uitbreiding van de kopieerheffingen. Donner dringt evenals McCreevy aan op meer gebruik van digitale beveiligingstechnieken. 'Van rechthebbenden mag in toenemende mate worden verwacht dat zij een redelijke inspanning leveren om hun werken tegen ongeoorloofd kopiëren te beveiligen.' De minister houdt in de brief expliciet de mogelijkheid open in te grijpen.

Dirk Visser noemt de kopieerheffing in het FD 'een van de grootste problemen in het auteursrecht op dit moment'. 'Het is een drama. Niemand weet een goede oplossing.' Volgens Visser is er in Europa sprake van chaos. 'In Engeland is geen heffing , in Frankrijk juist een heel hoge op digitale apparatuur. Daar brengen fabrikanten hun nieuwste producten niet meer op de markt.'

Lees hier meer (eerst inloggen)
IEF 1199

Vreemde bedgenoten (4)

Kamerstuk 2005-2006,  30188, nr. 6 2e Kamer. Voorstel Wet implementatie richtlijn inzake hergebruik van overheidsinformatie. (Eerdere berichten hier). Nota van Minister Pechtold naar aanleiding van het verslag.

"Op grond van het voorgestelde artikel 15b van de Auteurswet, het voorgestelde artikel 9a van de Wet op de naburige rechten en het geldende artikel 8, tweede lid, van de Databankenwet mag alle andere auteurs-, nabuur-, respectievelijk databankrechtelijk beschermde informatie die door of vanwege de overheid wordt openbaar gemaakt eveneens zonder voorafgaande toestemming van de overheid worden hergebruikt. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voorlichtingcampagnes van de overheid, nota’s en rapporten. De genoemde artikelen stellen slechts twee beperkende voorwaarden.

In de eerste plaats moet het gaan om informatie waarvan het auteursrecht, de naburige rechten respectievelijk het databankenrecht bij de overheid berusten. In de tweede plaats geldt de vrijheid tot hergebruik niet, wanneer het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht nadrukkelijk zijn voorbehouden door de overheid zelf.

Een dergelijk voorbehoud betekent niet dat hergebruik nooit is toegestaan, maar wel dat daarvoor voorafgaande toestemming van de overheid nodig is. Als het auteursrecht, het naburig recht of het databankenrecht op overheidsinformatie is voorbehouden, beschikt de overheid over een betrekkelijk grote discretionaire bevoegheid om een afweging te maken tussen de verschillende betrokkenen en hun belangen, zo stelden de leden van de CDA-fractie.

De leden vroegen de regering nader in te gaan op de reikwijdte van deze bevoegdheid en vroegen daarbij of de uitoefening daarvan niet leidt tot onduidelijkheid en dus tot onnodige geschillen. Het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht geven aan rechthebbenden de bevoegdheid om anderen al dan niet in de gelegenheid te stellen hun beschermde prestaties te exploiteren.

De wijze waarop van die bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, wordt niet door de voornoemde intellectuele eigendomsrechten genormeerd. Dat betekent niet dat het al dan niet verlenen van toestemming door de overheid in een juridisch vacuüm plaatsvindt. De beslissing moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van bijvoorbeeld de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en het mededingingsrecht (misbruik van machtspositie is natuurlijk niet toegestaan)."

In de circulaire bij inwerkingtreding van deze wet zal ik criteria opnemen die overheidsorganen kunnen helpen bij hun afweging om hergebruik wel of niet toe te staan. De leden van de PvdA-fractie merkten terecht op dat artikel 15b van de Auteurswet alleen van toepassing is op stukken waarvan het auteursrecht bij de overheid berust. Zij merkten verder op dat externen soms rapporten, nota’s en beleidsstukken schrijven al dan niet in opdracht van de overheid. Zij vroegen hoe het zit met de rechten op deze documenten. Ook vroegen zij of deze documenten verder mogen worden verspreid.

Met de leden van de PvdA-fractie hecht het kabinet sterk aan een zo breed mogelijke en, voor zover redelijkerwijs mogelijk, ook gratis informatievoorziening aan het publiek. De rapporten, nota’s en beleidsstukken waaraan de aan het woord zijnde leden refereren, zijn doorgaans openbaar, zodat het publiek daarvan bij een actieve openbaarmaking in de betekenis van de Wet openbaarheid van bestuur gratis kennis kan nemen. Bij een eventuele passieve openbaarmaking in de betekenis van de Wet openbaarheid van bestuur, worden aan degene die om de informatie heeft verzocht, hooguit de verstrekkingskosten in rekening gebracht (artikel 12 Wob). Artikel 15b van de Auteurswet bepaalt dat door of vanwege de overheid openbaar gemaakte overheidsinformatie daarenboven mag worden verveelvoudigd en verder openbaar gemaakt, indien de overheid het auteursrecht bezit en geen nadrukkelijk voorbehoud is gemaakt.

Bij door externen opgestelde nota’s, rapporten en beleidsstukken bezit de overheid het auteursrecht, wanneer de stukken onder leiding en toezicht van de overheid tot stand zijn gebracht ingevolge artikel 6 van de Auteurswet. Die stukken mogen op grond van artikel 15b van de Auteurswet verder worden verspreid, tenzij de overheid het auteursrecht nadrukkelijk heeft voorbehouden. Bij stukken die niet onder leiding en toezicht van de overheid tot stand zijn gebracht, zoals door externen vervaardigde onderzoeksrapporten, rust het auteursrecht niet bij de overheid.

Dat is slechts anders wanneer de externen het auteursrecht aan de overheid hebben overgedragen, waarna artikel 15b van de Auteurswet weer onverminderd opgeld doet. Wanneer het auteursrecht niet aan de overheid is overgedragen, kan de informatie (i.c. de onderzoeksrapporten) uit hoofde van de Wet openbaarheid van bestuur weliswaar openbaar zijn, maar is voor de verveelvoudiging en verdere openbaarmaking ervan voorafgaande toestemming van de rechthebbenden vereist. Artikel 15b van de Auteurswet voorkomt in de voorgestelde vorm dat de overheid de rechthebbende zijn auteursrecht als het ware ontneemt, wanneer wordt nagelaten het auteursrecht ten behoeve van hem of haar voor te behouden.

Door geen auteursrecht voor te behouden, kan de overheid voortaan enkel het eigen auteursrecht «weggeven». Het auteursrecht van derden blijft onaangetast. Het auteursrecht beschermt de subjectieve vorm en niet de objectieve inhoud van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst. Feiten, gegevens, ideeën en dergelijke komen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Dat betekent dat het auteursrecht er dus niet aan in de weg dat staat dat de inhoud en strekking van stukken waarvan anderen het auteursrecht bezitten, of waarvan de overheid het auteursrecht heeft voorbehouden, zakelijk worden samengevat en openbaar gemaakt. Verder kent de auteurswet de nodige beperkingen op grond waarvan bijvoorbeeld citeren, ondanks het op een werk rustende auteursrecht, is toegestaan.

IEF 1195

De geest van de waarschuwing

Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 november 2005, rolnr. KG 05/1312 Canenco B.V. tegen Goliath B.V. en Jakks Pacific Inc.

Niet de letter, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing lijkt doorslaggevend in deze handleiding voor het waarschuwen van wederverkopers. Vonnis verplicht eisende partijen bij vermeende inbreuk tot terughoudendheid en gedegen inhoudelijke onderbouwing bij het doen van mededelingen aan de afnemers van de vermeendelijk inbreukmakende producten.

Jakks produceert het speelgoedproduct Fly Wheel, Goliath distribueert het exclusief in NL en Vlaanderen. Er komt een concurrerend product op de markt, de Rip Racer, geproduceerd/verkocht door Canenco. Op navraag van Goliath laat Jakks weten een inbreukprocedure tegen Canenco te zullen beginnen. Goliath neemt telefonisch contact op met haar afnemers en meldt dat producent Jakks een procedure tegen Canenco zal beginnen (wat op het moment van zitting inderdaad was gebeurd). De afnemers kiezen er vervolgens op eigen initiatief voor om de Rip Racers uit de winkel te halen. Na het aanhangig maken van het kort geding bevestigt Goliath de bovengenoemde punten schriftelijk aan de betrokken afnemers. Niet blijkt dat partijen betwisten dat dit inderdaad is wat er is voorgevallen.

De voorzieningenrechter mr. Hensen stelt vast dat Goliath en Jakks ("vanwege gezamenlijk optreden") jegens de afnemers gesteld zouden hebben dat er sprake zou zijn van inbreuk, maar dat er bij marginale toetsing geen sprake is van inbreuk op auteursrecht of (ongeregistreerd)modellenrecht, en dat Goliath en Jakks daarom onrechtmatig gehandeld hebben. De mededeling van Goliath aan de afnemers dat producent Jakks een procedure tegen producent Canenco zal beginnen, wordt door de rechter opgevat als een mededeling "die erop was gericht de ontvangers van die waarschuwing of mededeling te doen geloven dat de Rip Racer inbreuk maakt op de Fly Wheel." De opgelegde rectificatie rectificeert dan ook niet de letter van de waarschuwing, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing. Lees het vonnis hier.