Alle rechtspraak  

IEF 2753

Voor alle leeftijden

In het kader van het Benelux-Auteursrecht: Rechtbank Antwerpen, 5 oktober 2006, ARK nr. 06/3006/A. I.F.P.I. Belgium, CVBA SABAM tegen Seniorennet Vrienden (met dank aan Olivier Sasserath van Marx Van Ranst Vermeersch & Partners).

Seniorennet mag geen muziekbestanden ter beschikking stellen voor de leden van de mailgroep zonder toestemming van de rechthebbenden. Seniorennet spant zich volgens de rechter niet voldoende in om inbreuk op haar mailgroepen tegen te gaan.

Seniorennet beheert een website met toegang tot verschillende mailgroepen. Een van de mailgroepen is Muziek Carousel. In deze groep kan een lid aan andere leden van de groep boodschappen met bijlagen versturen. Seniorennet slaat deze boodschappen op. De eventuele bijlagen echter tijdelijk. I.F.P.I. en Sabam hebben vastgesteld dat de mailberichten die via de Muziek Carousel worden uitgewisseld muziek opnamen bevatten die behoren tot het repertoire van de producenten van de geluidsdragers die door hun vertegenwoordigd worden. Zij hebben daarop seniorennet gesommeerd dit inbreukmakend handelen te staken. Als reactie hierop heeft Seniorennet bevestigd dat zij de MP3 bestanden van haar mailgroep zal verwijderen.

Na deze briefwisseling blijkt Seniorennet zich te verschuilen achter haar algemene voorwaarden en de onmogelijkheid van controle. Vrijwilligers maken de dienst uit. Dit is aanleiding voor de rechtbank om aan te nemen dat Seniorennet de mogelijkheid heeft de MP3 bestanden te verwijderen.

Het verweer van Seniorennet dat zij enkel een doorgeefluik is, gaat volgens de rechter niet op.Seniorennet geeft instructies aan haar administrator betreffende wat volgens haar kan en niet kan qua muziekbijlagen. “Via een archief houdt verwerende partij de mailberichten, met eventuele bijlagen muziekbestanden, ter beschikking van de leden van de mailgroep.” Ook het feit dat de bijlagen tijdelijk wordt opgeslagen, brengt hierin geen verandering. Volgens de rechter toont dit juist aan dat Seniorennet wel actief kan ingrijpen om de eventuele inbreuken op de rechten van de I.F.P.I. en Sabam ongedaan te maken.

Ook stelt de rechter vast dat ook al zou er alleen sprake zijn van een doorgeefluik dan nog kan op haar de verantwoordelijkheid rusten om inbreuk op rechten te stoppen. “Eenieder heeft de verplichting binnen zekere grenzen het handelend op te treden om het ontstaan of voortbestaan van schade van derden te voorkomen.” Volgens de rechter kan Seniorennet in deze omstandigheden niet volstaan met een loutere verwijzing naar haar algemene voorwaarden en de regels tot de toetreding van de mailgroep. De rechter wijst de vordering toe.

 De rechter wijst de eis in reconventie af. De rechter is van mening dat de vraagstelling duidelijk is. Dit blijkt onder meer uit de door de partijen gevoerde correspondentie. Van onrechtmatig verkregen bewijs is volgens de rechter geen sprake.

Lees de uitspraak hier. Eerder bericht hier.

IEF 2737

Verantwoorden voor het gebruik

Radiofreak bericht dat De VARA zich op 18 oktober voor de Rechtbank Amsterdam moet verantwoorden voor het gebruik (in het 3FM-programma Claudia d'r op) van geluidsfragmenten uit een interview met de band Coldplay van de website Toazted.nl.

"De interviews zijn uitgezonden in het radioprogramma alsof de omroep de maker was'', zegt directeur Frank Helmink van Toasted Media. Hij vindt dat de omroep inbreuk maakte op het auteursrecht en wil dat de naam van zijn bedrijf wordt genoemd. (…) “Volgens de VARA zijn de interviews voor iedereen vrij te gebruiken op grond van de voorwaarden van de website'', zegt Helmink.”

Lees hier meer.

IEF 2733

Het houden van kostgangers

Voor de auteursrechtliefhebber, uit de conclusie van AG Langemeijer bij Hoge Raad 6 oktober 2006, LJN: AX8847. [De vrouw] tegen [De man].
 
 “2.7. Indien echtgenoten het inkomensbegrip in hun huwelijkse voorwaarden willen koppelen aan begrippen uit de Wet IB 1964, zijn de volgende fiscaalrechtelijke bepalingen van belang. (…) In art. 22 lid 1 van deze wet werden `inkomsten uit arbeid' omschreven als:

"alle niet als winst uit onderneming aan te merken voordelen die worden genoten:
a. als loon uit dienstbetrekking;
b. uit niet in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden en diensten, daaronder begrepen het houden van kostgangers, alsmede het produktief maken of vervreemden van een auteursrecht of een octrooi door de auteur of de uitvinder zelf."

IEF 2727

Haagse Groepstelevisierechten

ni.bmpRechtbank ’s-Gravenhage 9 oktober 2006, LJN: AY9705. Stichting Videma tegen gedaagde h.o.d.n. The Royal Bar.

Voetbaluitzendingen in café zonder Videma-licentie.Haags variant van dit  vonnis van de Rechtbank Amsterdam van vorige week (Videma tegen café De Overtoom).  Het is aan Videma om voldoende aannemelijk te maken dat haar contractanten de auteursrechthebbenden op de vertoonde programma’s zijn. In de Amsterdamse zaak slaagt Videma daar wel in, in de Haagse slechts gedeeltelijk.

Videma verleent tegen betaling licenties voor vertoning van televisie-uitzendingen in onder meer cafés. Zij doet dit krachtens overeenkomsten met onder andere de omroepen. Deze overeenkomsten bevatten een volmacht aan Videma om vorderingen in te stellen ten behoeve van de contractanten.

The Royal Bar heeft in zijn café volgens Videma zonder Videma-licentie een aantal televisieprogramma’s vertoond van omroepen die met Videma een overeenkomst hebben.

Videma vordert in kort geding staking van iedere vertoning van de betreffende televisie-uitzendingen van de door Videma vertegenwoordigd filmwerken zonder toestemming van de auteursrechthebbenden of van Videma. Videma stelt dat haar contractanten auteursrechten hebben op de vertoonde filmwerken en dat The Royal Bar daar inbreuk op maakt. 

The Royal Bar verzet zich tegen het gemak waarmee Videma naar zij meent voorbijgaat aan de haar bij herhaling gestelde vraag waaruit blijkt dat haar contractanten de auteursrechthebbenden zijn op de vertoonde televisieprogramma's. The Royal Bar wijst er op dat slechts de auteursrechthebbende een verbod op inbreuk op het auteursrecht kan vorderen, niet de licentiehouder.

De rechtbank sluit zich hierbij aan:

“Het is aan Videma om voldoende aannemelijk te maken dat haar contractanten de auteursrechthebbenden op de vertoonde programma's zijn zodat zij met de aan haar verstrekte processuele volmacht een verbod kan vorderen op inbreuk op de auteursrechten van haar contractanten. Dit moet worden beoordeeld aan de hand van de volgende uitgangspunten. Voor filmwerken geldt dat als regel de producent van het filmwerk geacht wordt het recht op openbaarmaking te hebben verkregen (artikel 45d Aw.). Artikel 4 Aw. houdt onder meer in het bewijsvermoeden dat, behoudens tegenbewijs, voor de maker van het filmwerk moet worden gehouden degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. Wordt het filmwerk openbaar gemaakt door uitzending zonder vermelding van de maker, dan volgt uit artikel 8 Aw. dat de rechtspersoon die het werk uitzendt als maker wordt aangemerkt. Tot slot geldt, zoals [gedaagde] terecht heeft aangevoerd, dat het recht om een verbod op inbreuk op het auteursrecht te vorderen is voorbehouden aan de auteursrechthebbende. (…)

Gezien het voorgaande dient het gevorderde verbod te worden toegewezen voor zover dit ziet op inbreuk van aan NOS en SBS toekomende auteursrechten. De omstandigheid dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op aan NOS en SBS toekomende auteursrechten zou aanleiding kunnen zijn aan te nemen dat ook andere contractanten van Videma inbreuk op hun auteursrecht te vrezen hebben.

Voor een verbod als gevorderd is echter slechts aanleiding indien moet worden aangenomen dat het auteursrecht op uitgezonden filmwerken bij die contractanten berust. Het door Videma gestelde biedt, zoals ook blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen, te weinig aanknopingspunten om dat in deze procedure zonder meer aan te nemen. Het gevorderde verbod is dus slechts toewijsbaar in de beperkte omvang als hierna vermeld.“

De rechtbank komt tot de conclusie dat wat betreft de vertoonde programma’s in veel gevallen niet aannemelijk is gemaakt dat de auteursrechten bij de contractanten van Videma rusten. Alleen ter zake van de voorbeschouwingen bij de WK-wedstrijden gaat de rechtbank ervan uit dat aan de betrokken omroepen het auteursrecht toekomt. Het gevorderde verbod wordt daarom slechts beperkt toegewezen.

Lees het vonnis hier

IEF 2719

Daarop voortbordurende maar wel daarvan afwijkende

vuisten.bmpRechtbank Middelburg, 18 augustus 2005 (gepubliceerd 6 oktober 2006), LJN: AY9647. Eiser tegen de V.O.F Art Bizniz c.s.

Stukgelopen samenwerking. Gedaagden hebben een aantal wandornamenten laten vervaardigen die nagenoeg identiek zijn aan de wandreliëfs van eiser, een beeldhouwer die zich beroepsmatig bezig houdt met het ontwerpen en vervaardigen van kunstvoorwerpen voor de detailhandel.

Onderdeel van de door eiser ontworpen kunstvoorwerpen zijn wandreliëfs, bestaande uit beeldhouwwerken die “uitrijzen” uit een platte plaat die een onverbrekelijk deel uitmaakt van het beeldhouwwerk waardoor deze aan de muur kunnen worden opgehangen. De wandreliëfs zijn voorzien van het persoonlijk merkteken van eiser.

 

Tussen partijen bestond gedurende de jaren 2003 en 2004 een samenwerkings-overeenkomst. Op 17 januari 2005 is deze overeenkomst door eiser telefonisch en zonder inachtneming van een opzegtermijn opgezegd.

“Gesteld noch gebleken is voorshands dat er reeds (nagenoeg) identieke wandreliëfs op de markt aanwezig waren op het moment dat eiser zijn wandreliëfs op de markt bracht. Voorts is gesteld noch gebleken dat eiser de wandreliëfs van reeds bestaande wandreliëfs heeft nagemaakt.

Eiser heeft op basis van bestaande thema’s en methoden zelf nieuwe wandreliëfs gemaakt waarvoor hij afbeeldingen heeft gebruikt die hij zelf uit klei heeft geboetseerd. Op deze manier is naar voorlopig oordeel een origineel werk met een eigen en uniek karakter ontstaan wat het persoonlijk stempel van de maker draagt.

Dat er al veel soortgelijke beeldhouwwerken op de markt aanwezig zijn, maakt niet dat daarop voortbordurende maar wel daarvan afwijkende beeldhouwwerken niet meer als origineel werk met een eigen en uniek karakter met een persoonlijk stempel van de maker kunnen worden aangemerkt. Gelet hierop zijn de wandreliëfs naar voorlopig oordeel auteursrechtelijk beschermd.

Vaststaat dat gedaagden deze wandreliëfs hebben laten namaken en dat zij die namaak-wandreliëfs vervolgens op de markt hebben gebracht. Hiermee hebben zij een inbreuk gemaakt op de auteursrechten van eiser. Eiser heeft derhalve recht en belang bij het optreden tegen die inbreuken op zijn auteursrechten.”

Lees het vonnis hier.

IEF 2711

Groeptelevisierechten

tvs.bmpRechtbank Amsterdam, 5 oktober 2006, KG06-1392P, Stichting Videma tegen Café De Overtoom. (Met dank aan Ruben Brouwer, Vogel en Ruitenberg)

“Op 16 juni 2006 heeft toegevoegd kandidaat deurwaarder N.M.K. J.  geconstateerd dat in Café de Overtoom ongeveer 70 personen aanwezig waren, dat er één TV stond opgesteld en speelde, waarbij het logo van de zender NOS duidelijk zichtbaar was, dat er één groot videoscherm stond opgesteld waarop TV beelden werden vertoond van de NOS, door middel van een beamer, dat de grootte van de caféruimte indicatief 100 m2 was en dat voor het raam een aankondiging was geplaatst voor een TV uitzending, meer in het bijzonder “Alle voetval live op groot scherm”. In het terzake opgestelde proces- verbaal van constatering staat verder vermeld dat hij binnenkomst de televisie aanstond en dat een TV programma van de NOS, te weten de voorbeschouwing voor de wedstrijd Nederland-Ivoorkust en de wedstrijd, met geluid werd vertoond.”

De stichting Videma tracht haar doel (het behartigen van de belangen van en het optreden als uitvoerder van vertoningrechten van producenten en auteursrechthebbenden van flimwerken) onder meer te verwezenlijken door het verlenen van auteursrechtelijke vertoningvergunningen aan derden. Videma verleent tegen betaling licenties voor groeptelevisie aan vertoners, zoals cafés, scholen, winkels, sportclubs, overheidsinstellingen

.

Op 18 februari 2003 hebben Eredivisie NV en Videma een Groeptelevisieovereenkomst gesloten, betreffende de uitoefening van groeptelevisierechten. Videma heeft met Koninklijke Horeca Nederland (KHN) onderhandelingen gevoerd en voorstellen gedaan. Bij brief van 20 oktober 2005 heeft KHN aan Videma bericht dat Videma en KHN niet tot een overeenkomst kunnen komen voor de bedrijfstak horeca.

Videma heeft een een brief gestuurd waarin Café de Overtoom de mogelijkheid werd geboden om een licentie aan te vragen, waarop Café de Overtoom heeft gereageerd met het  “Model bezwaarschrift VIDEMA” van de KHN gereageerd. (“Op advies van mijn branche-organisatie Koninklijk Horeca Nederland werk ik niet mee aan een verdere uitbreiding van het aantal auteursrechtelljke incasso organisaties waaraan ik als horecabedrijf een vergoeding zou zijn verschuldigd.”)

Niet valt te betwisten dat in het algemeen op televisieprogramma’s auteursrechten rusten en dat auteursrechthebbenden gerechtigd zijn om hun rechten te handhaven en een vergoeding te vragen voor (weder)vertoning van die programma’s, zoals in cafés. Voorshands kan er ook vanuit gegaan worden dat ook de registratie van een voetbalwedstrijd een filmwerk in de zin van artikel 45a Aw is, nu bij het maken van de uitzending van een voetbalwedstrijd door de maker(s) bepaalde keuzes gemaakt worden en het werk als gevolg daarvan een eigen, oorspronkelijk karakter heeft dat het persoonlijk stempel van de maker(s) draagt. Overigens dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen de auteursrechten en de uitzendrechten op voetbalwedstrijden. Voor dat laatste geldt dat de (thuisspelende) clubs recht op bescherming van de exploitatie van het product, de wedstrijden, hebben, en dus de uitzendrechten, hetgeen echter iets anders is dan de auteursrechten op de filmbeelden van die wedstrijden.

Er is geen rechtsregel die verbiedt dat auteursrechthebbenden collectief hun rechten (laten) handhaven en vergoedingen voor vertoning (laten) vragen, door gebruik te maken van een stichting. Het is evenmin verboden om collectief aan de ‘wedervertoner’, zoals een café, een jaarlicentie te verstrekken, waarna de incasseerder tot verdeling van de geïnde gelden onder de rechthebbenden overgaat.

De aan Videma gegeven toestemming en volmacht strekt zich uiteraard slechts uit over die programmaonderdelen, waarvan het auteursrecht bij de bij Videma aangesloten zendgemachtigden en producers berust. Voor zover programma’s worden uitgezonden op basis van een aan de zendgemachtigden gegeven licentie, geldt dit slechts indien in de licentieovereenkomst daarin uitdrukkelijk wordt voorzien. Voor toewijzing van de vorderingen van Videma is dan ook slechts plaats, indien Café de Overtoom inbreuk heeft gemaakt op zulke auteursrechten.

Ten aanzien van de voorbeschouwingen bij de voetbalwedstrijden op 16 en 30 juni 2006 is voorshands voldoende aannemelijk dat het auteursrecht bij de NOS ligt. Hetzelfde geldt voor het programma Dr. Phil van RTL5. Door het vertonen hiervan in het café heeft Café de Overtoom derhalve inbreuk gemaakt op de auteursrechten van die zendgemachtigden.

Café de Overtoom is niet bereid voor uitzendingen toestemming aan de rechthebbenden te vragen en daarvoor eventueel een vergoeding te betalen. Zij heeft evenmin gesteld in het vervolg te zullen afzien van verdere vertoningen van televisieprogramma’s. Op grond hiervan is voldoende aannemelijk dat er gevaar bestaat voor toekomstig onrechtmatig handelen om het gevraagde verbod te rechtvaardigen.

De voorzieningenrechter beveelt Café de Overtoom om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden iedere openbaarmaking door middel van vertoning van een televisie-uitzending van filmwerken of een gedeelte daarvan, waarvan de auteursrechten aan een van de bij Videma aangesloten zendgemachtigden of producers toekomen, zonder dat daarvoor toestemming is verkregen van Videma of de auteursrechthebbende op het betreffende filmwerk.

Lees het vonnis hier.

IEF 2710

Jeugd van tegenwoordig

De Standaard Online bericht dat het Belgische  “SeniorenNet geen muziekbestanden meer ter beschikking mag stellen van zijn gebruikers, omdat het anders in overtreding is met de wet op de auteursrechten. Dat heeft de Antwerpse kortgedingrechter beslist. SeniorenNet krijgt tien dagen de tijd om alle muziekbestanden te verwijderen die auteursrechtelijk beschermd zijn.

(…) De auteursrechtenvereniging Sabam en de Belgische federatie voor muziekproducten IFPI hadden echter gemerkt dat er ook muziekbestanden werden uitgewisseld, onder meer via de mailgroep 'Muziekcarrousel'. De bijlagen met muziek werden door SeniorenNet bovendien een tijdlang opgeslagen in een elektronisch archief.”

Lees hier en hier meer.

IEF 2707

Uitgereikt aan een

fa.bmpRechtbank Arnhem, 11 juli 2006,  LJN: AY9528.  Phoenix Publishers B.V. tegen gedaagden.

 

Wat hoort bij wat en bij wie en waarom? Geschil over de overdracht van een marketingconcept

FoodPersonality is een vakblad, gericht op managers van levensmiddelenfabrikanten en retailers. Het blad was tot mei 2006 het enige magazine waarin berichtgeving plaats vond over de FoodAwards, de FoodAwards met Sterren en de uitverkiezing van Captain of the Category en de FoodManager van het Jaar. De FoodAward wordt jaarlijks uitgereikt aan een "uitverkoren" product.

Tussen partijen is in de kern in geschil of FoodAwards als een zelfstandig evenement, dan wel als het marketingconcept van FoodPersonality moet worden aangemerkt. Phoenix Publishers stelt zich - kort gezegd - op het standpunt dat de FoodAward een zelfstandig evenement is dat los gezien kan en moet worden van het magazine FoodPersonality. Door de verkoop van FoodPersonality aan gedaagden, is in haar visie dus niet tevens de organisatie van de FoodAwards overgegaan. Gedaagden stellen dat de organisatie van de FoodAwards al sedert haar bestaan (circa 20 jaar) verbonden was aan FoodPersonality en daar onderdeel van uitmaakt. Het is in haar visie het marketingconcept van FoodPersonality.

De vermeende overdracht van FoodAwards is niet helemaal duidelijk, maar blijkt volgens de voorzieningrechter afdoende uit een aantal feiten.

De omzet van FoodAwards werd steeds tot de omzet van FoodPersonality gerekend. De cijfers wijzen uit dat zij daarvan een aanzienlijk deel uitmaakte.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de naam FoodPersonality niet zonder meer weg te laten uit het logo van FoodAward, zoals Phoenix Publishers stelt, nu deze naam op speelse wijze in het logo, namelijk opgesplitst aan weerzijde van het kroontje, de hoofdletter W uit de naam FoodAward, is geïncorporeerd. De naam FoodPersonality maakt daarmee onderdeel uit van het logo.

Uit de verschillende advertenties voor (deelname aan) de FoodAwards (blijkt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter van de samenhang tussen FoodPersonality en FoodAwards doordat met name FoodPersonality als organisator en presentator van de FoodAwards en als opsteller/afzender van de advertentie wordt opgevoerd.

En hoewel Phoenix Publishers stelt dat uitsluitend de uitgaverechten van FoodPersonality zijn overgegaan en niet de onderneming, zoals de werknemers en de lopende verplichtingen, heeft zij ter zitting de stelling van gedaagden dat in het najaar van 2005 zij nog de enige medewerkers waren van Phoenix Mediaset B.V. die zich bezig hielden met FoodPersonality, en zij daarnaast ook geen ander werk voor FoodPersonality deden, niet weersproken. Dat zij uit dien hoofde in ieder geval verantwoordelijk waren voor het overgrote deel van de werkzaamheden ten behoeve van de FoodAwards, is evenmin weersproken.

Daarmee is de stelling van Phoenix Publishers dat er voor de overdracht van de FoodAwards meer werknemers c.q. ondernemingsactiviteiten hadden moeten worden overgedragen, onvoldoende aannemelijk geworden.

Deze feiten leiden tot het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat FoodAwards niet als een van FoodPersonality losstaand evenement is aan te merken.

De Rechtbank beveelt Phoenix Publishers om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere bemoeienis met betrekking tot de organisatie en de uitreiking van de FoodAwards te staken en gestaakt te houden,

Phoenix Publishers moet verder een lijst afgeven met (potentiële) adverteerders, welke door Phoenix Publishers tot de datum van dit vonnis zijn benaderd in het kader van deelname aan de FoodAwards en de bedoelde (potentiële) adverteerders een bericht te versturen met de mededeling “dat de organisatie van de uitreiking van de FoodAwards voortaan in handen is van Shelflife B.V. (i.o.), zijnde sedert 17 mei 2006 de uitgever van het vakblad FoodPersonality. Shelflife B.V. (i.o.).”

Lees het vonnis hier

IEF 2706

Rood

De Telegraaf bericht dat Marco Borsato niet wil dat de PvdA zijn hit  “Rood” nog langer gebruikt op partijcongressen en bijeenkomsten. “Wij beseffen dat de kleur van de PvdA rood is, maar Marco wil zich bewust niet aan welke partij dan ook binden. Hij staat voor Warchild, maar dat is het enige politieke statement dat hij wil maken”, stelt de platenmaatschappijvan de zanger. De PvdA respecteert de wens van Borsato. 

IEF 2703

Geen generiek hergebruik

vk.bmpGerechtshof Amsterdam, 27 juli 2006, rolnr. C00/513. Stam tegen De Volkskrant B.V.

Langlopende procedure, 10 jaar, over de vergoeding die De Volkskrant aan Stam dient te betalen voor filmrecensies die zonder zijn toestemming in de jaren negentig zijn gepubliceerd op de toenmalige website van De Volkskrant.

Het hof stelt voorop dat kenmerkend voor het onderhavige geschil is dat er geen algemeen aanvaarde methode is om het honorarium voor het hergebruik op cd-rom en internet te bepalen. Elke voorgestelde methode zal blootstaan aan kritiek.

 

Voor zover partijen, met name De Volkskrant, bezwaren aanvoeren tegen de wijze waarop de deskundige aannames en begrippen uit de (micro)economie aan die methode ten grondslag heeft gelegd, zien zij naar het oordeel van het hof eraan voorbij dat de deskundige geen volgens alle regels van de (micro)economie verantwoorde berekening heeft willen maken, maar slechts bij die discipline te rade is gegaan om tot een methodiek te komen waarmee het honorarium kan worden vastgesteld.

Een redelijk honorarium is echter niet zonder meer hetzelfde als het honorarium dat in de gegeven omstandigheden, kort gezegd, had kunnen worden bedongen, dus het honorarium dat De Volkskrant nog bereid zou zijn geweest te betalen. Voor de vaststelling daarvan heeft het hof ook de bijzondere omstandigheden waarin het hergebruik plaatsvond in aanmerking te nemen. Het hof acht daarbij het volgende van belang.

Er was sprake van een nieuwe ontwikkeling (zolang loopt de zaak dus al, IEF), die zich - in elk geval ten aanzien van het gebruik van internet - in een experimentele fase bevond. De mogelijkheden van dat gebruik en de toegevoegde waarde en opbrengst van het hergebruik van publicaties waren niet ten volle te overzien. Wel had De Volkskrant kosten te maken om het gebruik te ontwikkelen, Het ligt in de rede dat De Volkskrant, maar ook Stam, in die experimentele fase daarmee rekening zouden hebben gehouden bij de vaststelling van het honorarium. Gelet op de financiële last die een vergoeding ineens van 20 procent van het oorspronkelijke honorarium voor De Volkskrant zou hebben meegebracht, valt dan ook niet aan te nemen dat een - in die experimentele fase - dergelijke vergoeding zou zijn overeengekomen.

Anderzijds neemt het hof evenmin aan dat De Volkskrant louter het oog zou hebben gehad op de kosten en opbrengsten op de korte termijn. Het gebruik van met name het internet dient mede om het eigen dagblad te presenteren en onder de aandacht te brengen. Daarnaast zag met name de ontwikkeling van het gebruik van internet op de langere termijn. De Volkskrant kan bovendien geacht worden er belang bij te hebben gehad om de verschenen publicatie zo compleet mogelijk op het internet en cdrom te presenteren. Het ontbreken van de publicaties van een recensent als Stam is dan een gemis.

Dat geldt temeer waar het hier gaat om filmrecensies, dus publicaties die voor een breder publiek gedurende langere tijd van betekenis blijven om te worden geraadpleegd. Daarbij komt dat — niet enkele publicaties maar - alle filmrecensies van Stam voor De Volkskrant in de periode van maart 1994 tot en met september 1998, 392 in totaal, via het internet voor ieder toeganke1ijk zouden worden gemaakt. Als dan met de deskundige moet worden aangenomen dat een redelijk honorarium voor het hergebruik van de filmrecensies in beginsel een eenmalige betaling van 20 procent van het oorspronkelijke honorarium is, dan is het niet aannemelijk dat De Volkskrant voor het verkrijgen van de toestemming van Stam niet méér zou hebben willen betalen dan de in het algemeen aan de freelancers aangeboden 2 procent over het in het voorafgaande jaar verdiende honorarium, wat neerkomt op een eenmalige betaling van 2 procent van het oorspronkelijke honorarium. Wel, acht het hof het aannemelijk dat De Volkskrant zich jegens Stam geen te grote afwijking van dat aanbod had kunnen en/of willen veroorloven.

In het licht van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden gaat het hof ervan uit dat De Volkskrant (nog) bereid zou zijn geweest Stam een jaarlijkse vergoeding aan te bieden, welke vergoeding voor Stam (nog) zou zijn geweest, van 6 procent van het oorspronkelijke honorarium, wat betreft het hergebruik op internet. Voor het hergebruik op cd-rom kan het hof daarvan niet uitgaan, nu dat in wezen een vorm van archivering was, ter vervanging van de microfiche, ten behoeve van een beperkt publiek, zoals De Volkskrant onweersproken heeft uiteengezet.

In zoverre volgt het hof evenals partijen - de deskundige niet, die uitgaat van een honorarium voor generiek hergebruik. Het hof zal voor het hergebruik op cd—rom een vergoeding aanhouden van 1 procent van het oorspronkelijke honorarium. De vergoeding over de jaren 1994-1996 voor het hergebruik op internet en cd—rom komt dan in totaal op 7% van het oorspronkelijke honorarium en de vergoeding Over de jaren 1997-1999 voor het hergebruik op internet op 6% van het oorspronkelijke honorarium.

De conclusie is dat de uiteindelijk als honorarium aan Stam te betalen vergoeding lager is dan de rechtbank heeft vastgesteld. Het vonnis waarvan beroep moet worden vernietigd voor zover het betreft de hoogte van de aan Stam toegewezen vergoeding.

Lees het vonnis hier. Lees de interpretatie van de NVJ hier.