22 aug 2025
Vordering billijke vergoeding auteursrecht afgewezen

Rb. Amsterdam 22 augustus 2025, IEF 22926; ECLI:NL:RBAMS:2025:6207 ([eiser] tegen [gedaagde]). Partijen zijn beide architect. [gedaagde] maakt hoofdzakelijk ontwerpen voor woningverbouwingen en heeft in de periode van 2020 tot en met 2022 voor verschillende verbouwprojecten de hulp van [eiser] ingeschakeld. Partijen hebben hier verschillende overeenkomsten voor gesloten en waren het ook eens over vervolgopdrachten. [gedaagde] heeft de samenwerking beëindigd voordat hier nieuwe overeenkomsten voor gesloten konden worden. [eiser] vordert nakoming van deze overeenkomsten, althans een schadevergoeding wegen onrechtmatig afbreken van de onderhandelingen. Daarnaast vordert [eiser] vergoeding voor gebruik van zijn auteursrechten.
Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de gestelde vervolgovereenkomsten niet tot stand gekomen, maar heeft [gedaagde] de onderhandelingen over de vervolgopdracht voor het project in [plaats 1] afgebroken op een moment dat [eiser] erop mocht vertrouwen dat die wel overeen zou worden gekomen. [gedaagde] moet daarom een schadevergoeding betalen aan [eiser] ter hoogte van zijn positieve contractsbelang bij die overeenkomst van opdracht. Daarnaast vordert [eiser] een billijke vergoeding voor het gebruik van zijn auteursrechten. [eiser] heeft echter niets gesteld wat deze vordering kan dragen. De vordering zal daarom worden afgewezen. Beide partijen worden gedeeltelijk in het ongelijk gesteld. Omdat [eiser] wel recht heeft op een schadevergoeding en deze procedure moest beginnen om die te krijgen, veroordeelt de kantonrechter [gedaagde] in de proceskosten.
4.13 [eiser] vordert een billijke vergoeding voor het gebruik van zijn auteursrechten. [eiser] heeft echter niets gesteld wat deze vordering kan dragen. Het is dan ook niet duidelijk om welke auteursrechten het gaat. De vordering zal daarom worden afgewezen.