Gepubliceerd op woensdag 16 juli 2025
IEF 22808
Rechtbank Noord-Holland ||
11 jul 2025
Rechtbank Noord-Holland 11 jul 2025, IEF 22808; ECLI:NL:RBNHO:2025:7907 (Comforta tegen Shoes4All c.s.), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/geen-auteursrechtinbreuk-of-slaafse-nabootsing-pantoffelmodellen-comforta

Uitspraak ingezonden door Y. Moszkowicz, Moszkowicz Advocaten.

Geen auteursrechtinbreuk of slaafse nabootsing pantoffelmodellen Comforta

Vzr. Rb. Noord-Holland 11 juli 2025, IEF 22808; ECLI:NL:RBNHO:2025:7907 (Comforta tegen Shoes4All c.s.). Comforta heeft vier pantoffelmodellen op de markt gebracht. Shoes4All en Heson (hierna samen: Shoes4All c.s.) zijn actief op dezelfde markt. Comforta stelt dat op de websites en in de winkels van het Duitse Eco Schuhe en het Zwitserse Tschümperlin sloffen van Shoes4All worden aangeboden die haar modellen kopiëren. In dit kort geding vordert zij primair staking van de vermeende inbreuk op haar auteursrechten op vier pantoffels en subsidiair staking van slaafse nabootsing van drie van haar pantoffels. Volgens Comforta zijn de modellen auteursrechtelijk beschermd, omdat het eigen, oorspronkelijke creaties zijn die de persoonlijkheid van de ontwerper weerspiegelen. De rechten zouden haar op grond van art. 8 Aw toekomen, aangezien in de catalogi van 2016 t/m 2024 ‘Comforta’ als maker is vermeld. Shoes4All c.s. zouden inbreuk maken op de auteursrechten op modellen 1 t/m 4, dan wel slaafse nabootsingen verhandelen van modellen 2, 3 en 4. Als verweer stellen zij dat de ontwerpen te gangbaar, basaal en generiek zijn voor auteursrechtelijke bescherming. Bovendien zouden hun modellen voldoende afwijken en een andere totaalindruk wekken. Ook zou geen sprake zijn van een eigen gezicht op de markt.

De voorzieningenrechter is, ondanks het internationale karakter, bevoegd, aangezien alle partijen in Nederland gevestigd zijn. De auteursrechtelijke bescherming wordt beheerst door het recht van Nederland, Duitsland, Zwitserland en andere Europese landen. De vraag of sprake is van slaafse nabootsing wordt beantwoord naar Nederlands recht. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen jegens Heson onvoldoende zijn onderbouwd en wijst deze af. De verdere beoordeling ziet uitsluitend op Shoes4All. Vervolgens oordeelt de voorzieningenrechter dat Comforta onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat ook in Nederland sprake is van inbreuk, nu de gestelde inbreuken plaatsvonden in Duitsland en Zwitserland. Comforta heeft daarnaast geen inhoudelijke toelichting gegeven op het recht van Duitsland, Zwitserland of andere landen. De stelling dat het auteursrecht in Europa geharmoniseerd is, gaat onvoldoende ver: met name eigendom en makerschap zijn niet geharmoniseerd. Nu Comforta haar vordering uitsluitend op Nederlands recht heeft gebaseerd, kan geen grensoverschrijdend oordeel worden gegeven. Inbreuk in Nederland is niet aannemelijk gemaakt, en de gestelde inbreuken in andere landen zijn onvoldoende onderbouwd. De op het auteursrecht gebaseerde vorderingen worden daarom afgewezen.

De voorzieningenrechter volgt vervolgens het verweer van Shoes4All dat de modellen 2, 3 en 4 van Comforta geen uniek karakter hebben en sterk lijken op reeds bestaande pantoffels. Uit de door Shoes4All overgelegde voorbeelden blijkt dat veel vergelijkbare modellen al op de markt waren. De door Comforta benoemde kenmerken komen veelvuldig voor bij andere pantoffels. Comforta heeft onvoldoende concreet toegelicht hoe haar modellen zich onderscheiden. Ook het ontbreken van merkbekendheid draagt bij aan het oordeel dat geen sprake is van een eigen gezicht op de markt. Comforta’s beroep op oneerlijke concurrentie leidt niet tot een ander oordeel. De gestelde feiten, zoals lage prijzen, benadering van voormalige klanten en gebruik van een voormalige agent, tonen geen verwarring of onderscheidend vermogen aan. Al het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de voorzieningenrechter de vorderingen en nevenvorderingen van Comforta, gegrond op auteursrechtinbreuk dan wel onrechtmatige slaafse nabootsing, afwijst.

5.17. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de bodemrechter zal oordelen dat bij de bedoelde modellen van Comforta sprake is van een eigen gezicht op de (pantoffel)markt. Het moet – zoals hierboven overwogen – voor een geslaagd beroep op slaafse nabootsing gaan om een product dat zich door zijn uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere, gelijksoortige producten op die markt. Uit de door Shoes4all c.s. in het geding gebrachte voorbeelden van het vormgevingserfgoed en de door haar (mede-) eigenaar ter zitting gegeven toelichting aan de hand van verschillende modellen, blijkt dat er een groot aantal soortgelijke pantoffels op de markt zijn – en ook al waren – toen Shoes4all c.s. met de vermeende inbreukmakende modellen op de markt kwam. Door Comforta als oorspronkelijke kenmerken in haar ontwerp aangewezen elementen (zoals vormgevingskenmerken, gebruikt materiaal en decoratieve elementen) zijn – in verschillende combinaties – terug te vinden in veel van de door Shoes4all c.s. gepresenteerde pantoffels. Omdat het hier gaat om gangbare producten, met bekende vormen, die kennelijk door tal van aanbieders worden aangeboden, ligt de lat om te komen tot het oordeel dat sprake is van een ‘eigen gezicht’ hoog. Comforta heeft in het licht van alle –vergelijkbare – pantoffels die kennelijk op de markt zijn onvoldoende onderbouwd dat en hoe haar drie modellen zich onderscheiden op de markt ten opzichte van andere, gelijksoortige pantoffels. De enkele stelling van Comforta dát haar pantoffels een eigen gezicht op de markt hebben “aangezien zij zich qua vormgeving, materiaalgebruik en decoratieve elementen onderscheiden van andere producten binnen dezelfde stijl” is daarvoor – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen – onvoldoende. Met name de vraag hóe de pantoffels van Comforta zich dan onderscheiden van het Umfeld is – gelet op het feit dat ook alle andere pantoffels waarop partijen over en weer ter onderbouwing van hun wederzijdse standpunten hebben gewezen naadloos in een bepaalde stijl of trend passen – onvoldoende onderbouwd, zodat de aanwezigheid van een eigen gezicht op de markt voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden. Daarnaast heeft Comforta niet (voldoende) weersproken het verweer van Shoes4all c.s. dat ook de merknamen waaronder de pantoffels van Comforta op de markt worden gebracht (waaronder SuperCracks) geen eigen specifieke identiteit of naamsbekendheid bij de consument hebben die zouden kunnen bijdragen het eigen gezicht op de markt van de pantoffels van Comforta.