DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 27 mei 2025
IEF 22718

IE Zomerforum 2025: Is het gebruik van AI een 'bijkomende omstandigheid' zoals bedoeld in Broeren/Duijsens? + concept-powerpoint ter voorbereiding

In aanloop naar het IE Zomerforum onder leiding van Dirk Visser op donderdag 5 juni 2025, waar we onder meer stilstaan bij AI, auteursrecht en stijlnabootsing, plaatsen we gedurende de komende weken telkens enkele stellingen. Zo kunt u zich voorbereiden en alvast nadenken over uw eigen visie op de onderwerpen. Op die manier hopen we op een levendige, goed geïnformeerde discussie tijdens het evenement zelf. Wie weet komen we samen tot verrassende nieuwe inzichten. Aanmelden voor het IE Zomerforum is nog mogelijk. 

Vandaag: een kleine opfrisser uit het arrest Broeren/Duijsens uit 2013 [zie IEF 12509], en een bijbehorende stelling. Ook delen we vast de PDF van het concept van de powerpoint van Dirk Visser voor het IE Zomerforum. 

In Broeren/Duijsens overwoog de Hoge Raad (in 2013):

  • “Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad brengt het gebruik van hetzelfde materiaal, het bewerken daarvan volgens dezelfde, een bepaald artistiek effect opleverende methode, of het volgen van dezelfde stijl, nog niet mee dat sprake is van nabootsing van een werk als bedoeld in art. 13 Aw […]
  • De Auteurswet geeft geen exclusief recht aan degene die volgens een - hem kenmerkende - stijl werkt. Aan deze rechtspraak ligt de gedachte ten grondslag dat de auteursrechtelijke bescherming van abstracties als stijlkenmerken een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van creatie van de maker zou meebrengen, en aldus een rem op culturele ontwikkelingen zou vormen. (3.5)
  • Tegen deze achtergrond dient te worden geoordeeld dat het recht geen ruimte laat voor aanvullende bescherming van de maker van een werk op grond van art. 6:162 BW tegen zogenoemde slaafse nabootsing van een stijl of van stijlkenmerken. Een ander oordeel zou meebrengen dat langs die weg alsnog het resultaat zou worden bereikt dat de hiervoor in 3.5 vermelde rechtspraak beoogt te voorkomen.
  • Het vorenstaande sluit niet uit dat slaafse nabootsing van een stijl of van stijlkenmerken onder bijkomende omstandigheden onrechtmatig kan zijn, maar daartoe is niet toereikend dat die nabootsing nodeloos is en bij het publiek verwarring wekt.” (3.6)

De bijbehorende stelling is de volgende: 

D. Het gebruik van AI die getraind is op het werk van een bepaalde kunstenaar(die nog geen 70 jaar geleden is overleden) is een ‘bijkomende omstandigheid’ die opzettelijke en nodeloos verwarring wekkende nabootsing van de persoonlijke stijl van die kunstenaar onrechtmatig maakt.

Benieuwd naar stellingen A, B, en C? Klik hier om die te lezen. Houd voor de rest van de stellingen de komende week IE-Forum in de gaten. 

Nog niet aangemeld voor het IE-Zomerforum? Bekijk het programma en meld u aan via deze link.