Gepubliceerd op dinsdag 8 juli 2025
IEF 22787
Rechtbank Amsterdam ||
1 jul 2025
Rechtbank Amsterdam 1 jul 2025, IEF 22787; ECLI:NL:RBAMS:2025:4534 (eiser tegen De Telegraaf), https://ie-forum-be.minab.nl/artikelen/column-van-de-telegraaf-over-advocaat-is-niet-onrechtmatig

Column van De Telegraaf over advocaat is niet onrechtmatig

Vzr. Rb. Amsterdam 1 juli 2025, IEF 22787; ECLI:NL:RBAMS:2025:4534 (eiser tegen De Telegraaf). Eiser is advocaat en heeft deel uitgemaakt van het laatste team van strafadvocaten dat de hoofdverdachte heeft bijgestaan in het hoger beroep in het zogenoemde Marengo proces. Eiser is gearresteerd op grond van verdenking van deelname aan de criminele organisatie van de hoofdverdachte. In De Telegraaf verschijnt wekelijks een column van een misdaadverslaggever (hierna: de columnist). Voor een column heeft de columnist contact gezocht met de advocaat van eiser. Hij vroeg aan de advocaat van eiser of het klopte dat eiser zich niet hield aan het vier-ogen principe bij het bezoeken van de hoofdverdachte. Dit principe is een instructie van de landelijke Deken van de Orde van Advocaten en houdt in dat er altijd een tweede raadsman bij moet zijn. De advocaat van eiser gaf aan dat de informatie onjuist was en dat eiser zich wel aan dit principe heeft gehouden, behalve tijdens de kennismakingsbezoekjes, maar toen was er nog geen instructie van de Deken. De columnist heeft uiteindelijk in de column geschreven dat rechercheurs ontdekten dat de tweede raadsman meerdere keren uit de bezoekersruimte verdween en dat eiser dan wel één op één kon communiceren met zijn cliënt.

Eiser vordert dat De Telegraaf een rectificatie plaatst op haar website en op de voorpagina van haar krant. De voorzieningenrechter oordeelt dat het recht van De Telegraaf op vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) wordt beperkt als hij de vorderingen van eiser toewijst. Het belang van De Telegraaf, dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over zaken van publiek belang, moet worden afgewogen tegen het belang van eiser dat zijn reputatie niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en dat zijn eer en goede naam niet wordt geschonden (artikel 8 EVRM).

De voorzieningenrechter benadrukt dat in een column meer toelaatbaar is dan in andere publicaties. De passage waarvan rectificatie wordt gevorderd is een uitlating van feitelijke aard. Volgens eiser vindt de passage onvoldoende steun in de feiten, maar omdat de rechercheurs betrouwbare bronnen zijn en ook worden benoemd in de column, is de feitelijke uitlating wel voldoende onderbouwd. De vraag is meer of de columnist gehouden was om de ontkennende reactie van de advocaat van eiser vollediger weer te geven in de column. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de keuze om na wederhoor niet de volledige reactie op te nemen een onderdeel is van de journalistieke en redactionele vrijheid. Deze keuze is voldoende toegelicht door De Telegraaf. Daar komt bij dat in de volgende column de reactie van de advocaat van eiser uitgebreider wordt vermeld. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen.

4.6. De keuze om na wederhoor niet de volledige reactie op te nemen is echter een onderdeel van de journalistieke en redactionele vrijheid. Die keuze is door De Telegraaf ook voldoende toegelicht. Uitgelegd is dat uit de eerdere reactie van [naam advocaat] werd begrepen dat er twee of drie kennismakingsbezoeken aan [naam hoofdverdachte] . waren geweest waarbij geen tweede advocaat aanwezig was en dat uit de informatie van de Orde van Advocaten werd begrepen dat ook tijdens kennismakingsbezoeken het vier ogen principe zou moeten gelden. Die combinatie leidde tot de conclusie dat er dus niet altijd conform het vier ogen principe was gehandeld. In dit licht zou het veel nuance en woorden hebben gevergd om in de column uit te leggen wat de visie van [naam advocaat] was en wat die van [naam columnist] ; meer nuance en woorden dan in een column passen. Al met al is deze journalistieke keuze niet zo onbegrijpelijk dat het resultaat ervan als onrechtmatig kan worden aangemerkt.